Spanish 61-90 Flashcards
1
Q
liggen
A
estar acostado
2
Q
prijzen
A
elogiar
3
Q
het gedrag/het (werk)resultaat
A
el comportamiento
4
Q
Bordeaux
A
Burdeos
5
Q
nadrukkelijk vermelden, benadrukken
A
recalcar
6
Q
afstaan, afstand doen van, bezwijken
A
ceder
7
Q
afspreken, iets overeenkomen
A
pactar
8
Q
bijdragen, aandragen
A
aportar
9
Q
de Ivoriaan
A
el costamarfileño
10
Q
schandalig, luidruchtig
A
escandaloso
11
Q
uitmuntend
A
destacado
12
Q
zich terugtrekken
A
alejarse
13
Q
het spoor volgen, naspeuren
A
rastrear
14
Q
uitsluiten
A
descartar
15
Q
er duimendik bovenop liggen
A
haber un polvo de un dedo de alto