Soorten onderzoek Flashcards

1
Q

EBM, 5 stappen

A
  1. klinisch probleem vaststellen
  2. efficiënt zoeken naar bewijsmateriaal
  3. wegen bewijsmatriaal op methodologische kwaliteit en toepasbaarheid eigen organisatie
  4. nemen beslissingen obv beschikbare ebm, voorkeuren pat en eigen kennis en ervaring
  5. regelmatig evalueren kwaliteit van dit proces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem de stappen van de onderzoekscyclus

A
  • hypothesevorming (theorie)
  • hypothese voorspellingen (observatie)
  • onderzoek doen: toetsen aan praktijk
  • generalisatie
  • conclusie
  • theorievorming
  • theorie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

stappen onderzoek

A
  1. ontwerpfase
    Aanleiding: probleemstelling leidt tot doelstelling leidt tot vraagstelling
  2. afbakening
  3. onderzoeksplan
  4. evaluatie
  5. rapporteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is definiërend onderzoek

A

is er op gericht om bepaalde kenmerken in kaart te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is beschrijvend ondezoek ofwel descriptief onderzoek?

A

waarin onderzoeker een situatie beschrijft, eigenschappen in kaart brengen, onderlinge relaties duiden , trend en categoriën vast te stellen. Bijv. vinden inwoners van gemeente dat er een nieuw zwembad moet worden gebouwd? Wat , waar, wanneer en hoe vragen; niet waarom!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voorbeelden descriptief onderzoek

A

acuraat en systemisch een populatie, fenomeen of situatie beschrijven:
- hoe is de ams huizenmarkt de afgelopen 20 jaar veranderd
- hebben klanten van..voorkeur voor ingebouwde of losse speakers?
- wat zijn verschillen tussen de duitse en nl taal
- wat zijn de meest populaire online nieuwsbronnen onder jongeren?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

beschrijvend vs exploratief onderzoek

A
  • Doel inzicht krijgen in mensen, gebeurtenissen vs info krijgen om onderzoeksvraag+doel te krijgen
  • onderzoeksdesign staat vast vs flexibel
  • eindigen met conclusie vs conclusie hoeft niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Descriptief/beschrijvend onderzoek kwantitatief of kwalitatief?

A

kwantitatief (enquetes / observaties)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doet vergelijkend onderzoek?

A

toetst de verschillen. Effect van verschillende omstandigheden op variabele (wel steeds variabele op zelfde manier meten) Vb. onderwijsverschillen nl en duitsland (toetingsmethoden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is verklarend onderzoek?

A

kijkt naar oorzaken/verbanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kwantitatief vs Kwalitatief

A
  • woorden vs getallen
  • diepgaand vs oppervlakkig
  • weinig vs veel
  • explorerend vs toetsend
  • inductie vs deductie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is exploratief onderzoek

A

verkennend onderzoek (voor eventueel vervolgonderzoek) en inzicht krijgen in onderzoeksprobleem. Vaak een casestudy (klein kwalitatief onderzoek). vb. studiekeuze studenten (welke factoren spelen rol op keuze)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn kwantitatieve data?

A

getallen,grafieken,diagrammen om theoriën te bevestigen of verwerpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is beschrijvend ondezoek ofwel descriptief onderzoek?

A

waarin onderzoeker een situatie beschrijft, eigenschappen in kaart brengen, onderlinge relaties duiden , trends en categorieën vast te stellen. Bijv. vinden inwoners van gemeente dat er een nieuw zwembad moet worden gebouwd? Wat , waar, wanneer en hoe vragen; niet waarom!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is dit voor soort vraag? Hoeveel % van jongeren heeft chlamydia?

A

Beschrijvende vraag (onderzoekt prevalentie van chlamydia)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Doel: theorie / hypothese toetsen of bevestigen doe je met kwantitatief of kwalitatief onderzoek?

A

kwantitatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarvoor wordt kwalitatief onderzoek gebruikt?

A

concepten/gedachten of ervaringen begrijpen of een hypothese formuleren. woorden en betekenissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Voor kwantitatief onderzoek heb je een grote of kleine groep nodig?

A

grotere groep voor generaliseerbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

voor onderzoek van numerieke data (getallen) en statistiek welke generaliseerbaar is, kun je het beste…onderzoek gebruiken

A

kwantitatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Je hebt een 0 hypothese en wilt deze toetsen, dit is een voorbeeld van

A

kwantitatief onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Gebruik je bij kwantitatief onderzoek gesloten of open vragen in een enquete

A

gesloten vragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Een literatuurstudie is gedaan om meer inzicht te krijgen over een concecpt/idee. Dit is een voorbeeld van….onderzoek

A

kwalitatief onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Data analyse bij kwalitatief onderzoek bestaat uit

A

samenvatten, categoriseren en interpreteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Etnografie is een vorm van kwalitatief onderzoek waarbij men

A

zich onderdompeld in een organisatie of gemeenschap om voor langere tijd cultuur en gedragingen te observeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Het toetsen van hypothesen/theoriën past bij

A

kwantitatief onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

onderzoek naar ethische dilemma’s is een voorbeeld van

A

kwalitatief onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Onderzoek naar de werkzaamheid van een geneesmiddel is een voorbeeld van

A

kwantitatief onderzoek

28
Q

Wat zijn mixed methods?

A

Kwantitatief en Kwalitatief onderzoek combineren. vb. interview eerst met open vragen waarop nieuwe inzichten en dan gesloten vragen

29
Q

Wanneer gebruik je deductief onderzoek?

A

betrekking op heden/toekomst en indien veel bestaande theorieën die je met onderzoek wilt toetsen

30
Q

Wanneer gebruik je inductief onderzoek?

A

heeft betrekking op toekomst en als er weinig literatuur is over onderwerp

31
Q

Triangulatie is belangrijk voor

A

kwaliteit. Probleemstelling aanpakken met meerdere onderzoeksmethoden/mixed methods

32
Q

onderzoek van n.a.v. een focusgroep en aantal expert interviews is een vorm van

A

triangulatie (mixed methods) en draagt bij aan kwaliteit

33
Q

Triangulatie beschrijf je in je scriptie in

A

methodologie

34
Q

Voor het verhogen van de validiteit in je scriptie kun je ….gebruiken

A

triangulatie (cross-checken van informatie)

35
Q

wat is cross-sectioneel onderzoek?

A

data van veel individuen op 1 moment in de tijd. Variabelen zonder deze te beïnvloeden.Bijv. huidige prevalentie soa jongeren

36
Q

Wat is validiteit

A

juistheid van resultaten (is de weegschaal waarmee je meet juist afgesteld?)

37
Q

Wat is de betrouwbaarheid

A

gaat om consistentie van de meting (geeft de weegschaal waarmee je meet steeds hetzelfde resultaat?)

38
Q

In een analyseplan omschrijf je

A

met welke statische technieken de data geanalyseerd wordt (bijv. verband variabelen dmv regressienanalyse)

39
Q

Wat is de tegenhanger van een longitudinaal onderzoek?

A

cross-sectioneel onderzoek

40
Q

Noem de kenmerken van een RCT

A

gecontroleerd experiment, minimaal 2 aselecte groepen om externe variabelen evenredig te verdelen en systemische verschillen tegen te gaan: randomisatie.
(bijv. welke kleuren in reclame voor fastfoodketen met externe variabele besteedbaar inkomen personen)

41
Q

Wat is de onafhankelijk variabele

A

de oorzaak (onafhankelijk van andere variabelen in je onderzoek). Deze kun je manipuleren! (medicament, hoeveelheid licht, type licht)

42
Q

Wat is de afhankelijke variabele

A

het gevolg. Is afhankelijk van veranderingen in de onafhankelijke variabele en veranderd hierdoor. (bijv. rr , snelheid groei, aantal uren slaap of kwaliteit ervan)

43
Q

Wat is een cohort onderzoek

A

vorm van longitudinaal onderzoek/ observationeel onderzoek. Proefpersonen met gezamenlijk kenmerk over herhaalde periode gemeten. kan prospectief en retrospectief zijn.

44
Q

Wat is een case studie?

A

(diepgaand onderzoek naar specifiek onderwerp (groep, persoon, plaats, gebeurtenis) - vaak beschrijven-evalueren-begrijpen (kwalitatief)

45
Q

Theoretische saturatie heb je bereikt indien

A

je geen informatie meer naar voren komt uit je dataverzameling en analyse

46
Q

Als je in een korte tijd een onderzoek moet uitvoeren over de huidige situatie, welke onderzoeksopzet heeft dan de voorkeur?

A

Dwarsdoorsnede onderzoek/cross-sectioneel: tijdsplanning>er is slechts 1 meetmoment en dit onderzoek kost minder tijd dan een longitudinaal/cohort onderzoek

47
Q

Wanneer is er sprake van confounding?

A

Als er een 3e factor, die gerelateerd is aan zowel determinant als uitkomst het causale verband tussen de 2 verstoord

48
Q

Waar past deze uitspraak bij? Het waargenomen effect is dan een niet goed afspiegeling van het echte effect van de behandeling

A

confounding

49
Q

Wat moet je doen als er meeredere confounders zijn zoals bmi, roken, rr.

A

geen stratificatie, maar een multivariabele regressieanalyse en propensity score

50
Q

Wat is een regressieanalyse

A

vorm van stratificatie die minder gevoelig is voor kleine aantallen binnen subgroepen. Het effect op de uitkomst wordt onafhankelijk van confounders geschat. Een variabele wordt geschat obv meerdere andere variabelen: bijv. salaris (opleiding,lft,uren werk)

51
Q

Wat is de intermediërende variabele

A

onderdeel van causale keten van gebeurtenissen die leidt tot klinische uitkomst zoals myocardinfarct. De intermediërende variabele is hier bijvoorbeeld RR

52
Q

Verschil effect modificatie en confounding

A

EM: effect verschillend (bijv AB bij oorontsteking) > omvang effect wordt beïnvloed door aan/afwezigheid eigenschap
Conf:verschilt effect binnen subgroepen van effect binnen gehele populatie, maar wel vergelijkbare effecten

53
Q

Wat is cohort onderzoek?

A

longitudinaal onderzoek waarop men proefpersonen voor langere tijd volgt (bijv. langdurige ontwikkeling ziektes bestuderen).

53
Q

Wat is cohort onderzoek?

A

longitudinaal onderzoek waarop men proefpersonen voor langere tijd volgt (bijv. langdurige ontwikkeling ziektes bestuderen).

54
Q

Is cohort onderzoek retrospectief of prospectief?

A

beide. (retrospectief oorzaak (onafhankelijke variabele) en gevolg (afhankelijke variabele)

55
Q

Wat voor vorm is cohort onderzoek?

A

observationeel onderzoek

56
Q

Wat kun je meten bij cohort onderzoek?

A

correlatie en vaak ook causaliteit

57
Q

Steekproef bij cohort onderzoek

A

is groot en hebben vaak een gemeenschappelijk kenmerk

58
Q

Bij cohort onderzoek heb je een groot risico op

A

bias (confounding bias/selectiebias/recall bias/attrition bias)

59
Q

Verschil cohort en experimenteel onderzoek

A

experimenteel wordt de onafhankelijke variabele gemanipuleerd waardoor je kunt zien of er een (ander) gevolg optreedt. Bij cohort wordt de externe onafhankelijke variabele niet gemanipuleerd, maar er wordt ook niet op gecontroleerd ->confounding bias

60
Q

Wat is prognostisch onderzoek

A

onderzoek naar beloop van een ziekte = cohort onderzoek

61
Q

Wat zijn de beoordelingscritirea bij prognostisch onderzoek

A

validiteit, betekenis van resultaten, toepasbaarheid

62
Q

Wanneer mag je voor een steekproef generaliseren

A
  1. representatief
  2. aselect
  3. geen selectieve uitval (non-compliance/non-respons)
  4. groot genoeg / power
63
Q

Wat is een gestratificeerde steekproef?

A

binnen afdelingen bedrijf > rekening houden met specifieke kenmerken afdeling > uit 1e selectie weer een steekproef etc. etc.

64
Q

Wat is een systemische a selecte steekproef

A

onderzoekers selecteren leden van populatie met bepaalde interval (bijv. elke 20e persoon)

65
Q

Wat is een getrapte hiërarchische steekproef?

A

scholen > leerlingen (binnen organisatie)

66
Q

Wat is kwalitatief onderzoek

A

Betreft vragen die beginnen met wat,waarom,hoe: stapgewijs opbouwen van een theorie die betrekking heeft op de geleefde wereld in proces opnieuw toegang te vinden in het tot dan toe opgebouwde inzicht