Risicomaten Flashcards

1
Q

Wat is RR

A

Ziektefrequentie onder geëxponeerden gedeeld door ziektefrequentie onder niet geëxponeerden. Een relatieve effectmaat die aangeeft hoeveel keer het effect groter of kleiner wordt afhankelijk van de behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar is RR toepasbaar?

A

cohort en klinisch onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat drukt de RR uit

A

verband tussen determinant en uitkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een RR van 0.71 zegt:

A

reduceert de kans op … met factor 0,71

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kun je vervolgens berekenen of de RR waarde significant is?

A

Dit kun je doen met een Chi2 toets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat staat hoger in ranking RR of OR

A

RR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is OR

A

Risicoverhouding op ziekte bij het wel of niet aanwezig zijn van de determinant. Het geeft de verhouding weer van de kans van optreden van een bepaalde gebeurtenis en de kans op het niet optreden daarvan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

. Stel dat personen die blootgesteld zijn aan een bepaalde factor 75 kans hebben om binnen een bepaalde periode (bijvoorbeeld 10 jaar) kaal te worden. De kans om niet kaal te worden bedraagt dan 25. De odds voor kaal worden is dan 75 : 25 = 3, ofwel de kans om kaal te worden (het optreden van de gebeurtenis) is 3 keer zo groot als de kans om niet kaal te worden (het niet-optreden van de gebeurtenis).

A

Stel nu dat personen die niet blootgesteld zijn aan de bestudeerde factor, 60 kans hebben om binnen 10 jaar kaal te worden. Voor hen bedraagt de odds voor kaal worden dan 60 : 40 = 1,5 (ofwel de kans om kaal te worden is 1,5 maal zo groot als de kans om niet kaal te worden). De oddsratio voor kaal worden van blootgestelden ten opzichte van niet-blootgestelden is vervolgens de verhouding tussen de zojuist berekende odds, ofwel 3 : 1,5 = 2. In woorden: de odds voor kaal worden bij blootgestelden is 2 keer zo groot als de odds voor kaal worden bij niet-blootgestelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe “ zeg je “ de uitkomsten bij RR en OR

A
  1. RR:Het risico op … is voor …. x zo groot als voor niet ….
  2. OR: …. komt x keer vaker voor bij … dan bij niet….
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Risicoverschil

A

uitkomst tussen groep wel en geen gebruik en deze van elkaar aftrekken. 1: door die uitkomst: bijv. 1: 0.0004= 2500 = als 2500 vrouwen OAC gebruiken ipv geen oac, heeft dit 1 extra trombose tot gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

NNT of NNH kun je alleen berekenen met

A

RR ratio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly