Meetniveaus' Flashcards
Noem 4 meetniveau’s
nominaal, ordinaal,interval, ratio (N.O.I.R.)
Wat zijn kenmerken van een ordinaal meetniveau?
gecatogoriseerd en gerangschikt. Waarden lopen op en je geeft hier volgorde aan (bijv. opleidingsniveau en striktgenomen likertschalen)
wat zijn kenmerken van interval meetniveau?
categorie en rangschikking met steeds gelijke intervallen. Hebben geen 0-punt! en tot oneindig bijv. 20-40 en 120-140kg. en graden C.
Wat zijn kenmerken van ratio?
categorie en rangschikking en wel absoluut 0 punt! + betekenisvolle verhoudingen (bijv. lichaamslengte). Je moet kunnen delen of dubbelen! En altijd positieve getallen!
welke variabele is jongeren/ouderen
nominale dichotome variabele
sporten ja/nee =….variabele
nominale dichotome variabele
sporten nooit, af en toe, vaak
ordinale variabele
Numerieke labels voor een categorie zijn
kwalitatieve variabele
een willekeurige rangorde/volgorde van de categorie is van…meetniveau
nominaal
Bij welke soort data is er sprake van een natuurlijke rangschikking
ordinale data
Binnen kwalitatieve variabele vallen welke 2 soorten data?
ordinale en nominale
Bij welke soort variabele heb je altijd getallen?
kwantitatieve variabele (Discreet of continue)
Kenmerken van discrete getallen
categorisch; losse zoals een weegschaal , cijfer voor toets, frequenties,bloedgroepen, aantal studenten in klas)
Beschrijf categoriale gegevens
kwalitatieve variabele, dragen gevoel voor grootte en zijn descreptief en geordend.
Wat is een dichotome categorische variabele
kan slechts 2 waarden aannemen (ja/nee of kop/munt)