Somatomotoriek BA3B1.6 Flashcards

1
Q

Welke 2 clusters van motoneuronen zijn er in het ruggenmerg?

A
  • Mediale groep: axiale spieren
  • Laterale groep: spieren van ledematen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de kenmerken van centrale stoornissen (= pyramidebaan)?

A
  • GEEN atrofie
  • VERMINDERDE kracht
  • VERHOOGDE tonus
  • VERLAAGDE sensibiliteit
  • VERHOOGDE reflexen
  • GEEN fasciculaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de kenmerken van een voorhoorn stoornis?

A
  • WEL atrofie
  • VERMINDERDE kracht
  • NORMALE sensibiliteit
  • VERHOOGDE/VERLAAGDE reflexen
  • WEL fasciculaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de kenmerken van een perifere zenuw stoornis?

A
  • WEL atrofie
  • VERMINDERDE kracht
  • VERLAAGDE sensibiliteit
  • VERLAAGDE/NORMALE reflexen
  • GEEN fasciculaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de kenmerken van een neuromusculaire overgang stoornis?

A
  • GEEN atrofie
  • VARIABELE kracht
  • NORMALE sensibiliteit
  • NORMALE reflexen
  • GEEN fasciculaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de kenmerken van een spier stoornis?

A
  • WEL atrofie
  • VERLAAGDE kracht
  • NORMALE sensibiliteit
  • VERLAAGDE/NORMALE reflexen
  • GEEN fasciculaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly