Epilepsie BA3B1.2 Flashcards

1
Q

Wat is de DD van epilepsie?

A
  • Syncope
  • Kataplexie (acute verslapping spieren)
  • Metabool / Intoxicatie
  • Transient global amnesia
  • Psychogeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de DD van epilepsie bij kinderen?

A
  • Slaapmyoclonieën (spiersamentrekkingen tijdens de slaap)
  • Breath holding spell (ademstop door emotie)
  • Tics
  • Motorstereotypieën
  • Zelfstimulatie
  • Tonic upgaze of childhood
  • Migrainevarianten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke categorieën bevat de ILAE classificatie?

A
  • Focaal begin
  • Gegeneraliseerd begin
  • Onbekend begin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de onderverdelingen van een epileptisch insult met focaal begin?

A
  • Intacte/verminderde gewaarwording
  • Motorisch begin / Niet-motorisch begin
  • Focaal naar bilateraal tonisch-clonisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de onderverdelingen van een epileptisch insult met gegeneraliseerd begin?

A
  • Motorisch
  • Niet-motorisch (absence)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de onderverdelingen van een epileptisch insult met onbekend begin?

A
  • Motorisch
  • Niet-motorisch
  • Niet te classificeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke anti-epileptica groepen zijn er?

A
  • Remming Na-kanalen
  • Remming Ca-kanalen
  • Versterken GABA-receptor
  • Verhogen GABA-concentratie
  • Verhogen serotoninewerking
  • Remmen neurotransmitter afgifte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke medicatie remt de Na-kanalen?

A
  • Fenytoïne
  • Carbamazepine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke medicatie remt de Ca-kanalen?

A

Ethosuximide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke medicatie versterkt de werking van GABA receptoren?

A
  • Benzodiazepinen
  • Barbituraten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke medicatie verhoogt de GABA concentratie?

A
  • Vigabatrine
  • Tiagabine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke medicatie verhoogt de werking van serotonine?

A

Fenfluramine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke medicatie remt de neurotransmitter afgifte?

A
  • Levetiracetam
  • Brivaracetam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de eerste-keus medicijnen bij focale epilepsie?

A
  • Levetiracetam
  • Lamotrigine
  • Carbamazepine
  • Lacosamide
  • Valproïnezuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de eerste-keus medicijnen bij gegeneraliseerde epilepsie?

A
  • Levetiracetam
  • Lamotrigine
  • Valproïnezuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de eerste-keus medicijnen bij absences?

A
  • Ethosuximide
  • Lamotrigine
  • Valproïnezuur
17
Q

Wat zijn kenmerken van typische koortsconvulsies?

A
  • Tonisch deel, gevolgt door clonisch deel
  • Ten slotte postictaal deel met verminderd bewustzijn
  • Binnen 60 minuten volledig herstel
  • Tonisch-clonisch deel duurt maximaal 15 minuten
  • Postictaal geen uitvalsverschijnselen
  • Beangstigend, maar kan geen kwaad
18
Q

Wat zijn kenmerken van atypische koortsconvulsies?

A
  • Meestal kinderen <6 maanden of >6 jaar
  • Focale aspecten in dezelfde koortsperiode
  • Geen volledig herstel binnen 60 minuten
  • Aanval langer dan 15 minuten
  • Postictaal uitvalsverschijnselen
  • Kan onderliggende oorzaak hebben!
19
Q

Wat kan onderliggende pathologie zijn voor atypische koortsconvulsies?

A
  • Tumor
  • Hersenbloeding
  • Meningitis
20
Q

Wat is een status epilepticus?

A

Een epileptische aanval langer dan 5 minuten

21
Q

Wat is de noodmedicatie bij epileptische insulten?

A

Diazepam / midazolam

22
Q

Hoe behandel je een epileptisch insult?

A

Algemene behandeling:
- Rustig blijven
- Tijd opnemen
- Zorgen dat patiënt zich nergens aan kan bezeren

Specifieke behandeling:
- ABC waarborgen!!
- Na 5 minuten noodmedicatie toedienen

23
Q

Welke medicatie is voor zijn spiegels afhankelijk van anti-conceptiva?

A

Lamotrigine

24
Q

Welke medicatie kan een ernstige rash geven, en bij welke groep is dit meestal?

A

Carbamazepine, vooral bij Aziaten

25
Q

Welke medicatie kan leiden tot sufheid?

A

Benzodiazepinen

26
Q

Welke medicatie kan een ernstige huidreactie geven bij snel opbouwen?

A

Lamotrigine

27
Q

Welke medicatie kan zorgen voor gedragsproblemen, specifiek agressiviteit?

A

Levetiracetam

28
Q

Welke medicatie kan leiden tot euforie en verslaving?

A

Lacosamide

29
Q

Welke medicatie is teratogeen?

A

Valproïnezuur