som,product,vermenigvuldigen,delen Flashcards

1
Q

Een som vermenigvuldigen met een som.

A

∀a,b,c,d∈ℝ: (a+b).(c+d)=ac+ad+bc+bd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een product vermenigvuldigen met een getal.

A

∀a,b,c∈ℝ: (a.b).c=(a.c).b=(b.c).a (bij “.’ geen distributiviteit!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een som delen door een getal.

A

∀a,b∈ℝ;∀c∈ℝo: (a+b):c=a/c+b/c (bij “:” nooit een 0!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een product delen door een getal.

A

∀a,b∈ℝ;∀c∈ℝo: a.b/c=a. b/c=a/c .b (bij “:” nooit een 0!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een getal delen door een product.

A

∀a∈ℝ;∀b,c∈ℝo: a:(b.c)=(a:b):c=(a:c):b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly