Regels van de haken Flashcards
1
Q
Een + voor de haakjes →
A
het teken van elke term blijft behouden.
2
Q
Een - voor de haakjes →
A
het teken van elke term verandert.
3
Q
√2-[(√2+y5)-(√2-5)]=
A
=√2-[(√2+5)-√2+5]
=√2-√2-5+√2-5
=-5+√2-5
=-10+√2
4
Q
√3+[-(√3+3)-√3]=
A
=√3+[-√3-3-√3]
=√3-√3-3-√3
=-3-√3