Eigenschappen van de vermenigvuldiging in ℝ Flashcards

1
Q

Het vermenigvuldigen is overal gedefinieerd in ℝ.

A

∀a,b∈ℝ;∃c∈ℝ: a.b=c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het vermenigvuldigen is associatief in ℝ.

A

∀a,b,c∈ℝ: (a.b).c=a.(b.c)=a.b.c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

1 is het neutraal element voor het vermenigvuldigen in ℝ.

A

1∈ℝ en ∀a∈ℝ: a.1=1.a=a

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Elk reëel getal verschillend van 0 heeft een symmetrisch element voor het vermenigvuldigen in ℝ, namelijk het omgekeerde getal. (Hun product heeft het neutraal element.)

A

∀a∈ℝo;∃1/a∈ℝ: a.1/a=1/a.a=1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het vermenigvuldigen is commutatief in ℝ.

A

∀a,b∈ℝ: a.b=b.a

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

0 is het opslorpend element voor het vermenigvuldigen in ℝ.

A

0∈ℝ en ∀a∈ℝ: a.0=0.a=0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly