Het vermenigvuldigen is distributief ten opzichte van het optellen en aftrekken Flashcards
1
Q
Het vermenigvuldigen is distributief ten opzichte van het optellen en aftrekken.(optellen)
A
∀a,b,c∈ℝ: a.(b+c)=a.b+a.c
2
Q
2.(x+3)=
A
2x+2.3=2x+6
3
Q
(3-y)(-7)=
A
7.3+(-7).(-y)=-21+7y
4
Q
-5.(-2x+5)=
A
-5.(-2x)+(-5).5=10x-25
5
Q
-4(0,25a-0,3b)=
A
-4.0,25a+(-4).(-0,3b)=-a+1,2b
6
Q
Het vermenigvuldigen is distributief ten opzichte van het optellen en aftrekken.(aftrekken)
A
∀a,b,c∈ℝ: a.(b-c)=a.b-a.c