Eigenschappen van de optelling in ℝ Flashcards

1
Q

Het optellen is overal gedefinieerd in ℝ.

A

∀a,b∈ℝ;∃c∈ℝ: a+b=c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het optellen is associatief in ℝ.

A

∀a,b,c∈ℝ: (a+b)+c=a+(b+c)=a+b+c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

0 is het neutraal element voor het optellen in ℝ.

A

0∈ℝ en ∀a∈ℝ: a+0=0+a=a

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Elk reëel getal heeft een symmetrisch element voor het optellen in ℝ, namelijk het tegengestelde getal. (De som hiervan is gelijk aan het neutraal element.)

A

∀a∈ℝ;∃(-a)∈ℝ: a+(-a)=(-a)+a=0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het optellen in ℝ is commutatief.

A

∀a,b∈ℝ: a+b=b+a

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly