so 5/6 Flashcards
1
Q
afdoen als
A
afgunstig beoordelen
2
Q
bedacht zijn op
A
voorbereid zijn op
3
Q
bonafide
A
betrouwbaar
4
Q
cohesie
A
samenhang
5
Q
correlatie
A
onderling verband
6
Q
demografie
A
bevolkingssamenstelling
7
Q
dubieus
A
twijfelachtig
8
Q
frontaal
A
aan de voorkant
9
Q
homogeen
A
gelijksoortig
10
Q
uitrichten
A
doen
11
Q
actualiseren
A
bijwerken
12
Q
adolescent
A
tiener
13
Q
alle zeilen bijzetten
A
alle middelen inzetten
14
Q
arsenaal
A
grote verzameling
15
Q
beamen
A
bevestigen