so 3 Flashcards

1
Q

iemand in zijn eigen soep gaar laten koken

A

zich niet (meer) met iemand bemoeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

geen roosje zonder doornen

A

iets wat prettig is, heeft meestal ook een nadeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

spreken is zilver, zwijgen is goud

A

soms is het verstandig om niets te zeggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

iets in een oogwenk doen

A

heel snel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het eerste gewin is kattengespin

A

de eerste winst gaat vaak weer makkelijk verloren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

we zullen om de tafel gaan zitten

A

overleggen, vergaderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hij probeert bij iemand in het gevlij te komen

A

doen of zeggen wat iemand graag wil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

’s lands wijs, ‘s lands eer

A

je moet de bijzondere gewoontes van een land respecteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de twee kunnen niet samen door één deur

A

ze kunnen niet goed samenwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

dat is een open deur intrappen

A

iets zeggen wat algemeen bekend is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

appetizer

A

voorgerecht om de eetlust op te wekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

raspaardje

A

iemand die ergens in uitblinkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bacil

A

een bacterie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

aperitief

A

een drankje vóór het eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

een abces

A

een ettergezwel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

autobiografie

A

een beschrijving van het eigen leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

een budget

A

een besteedbaar bedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

labyrint

A

een doolhof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

emballage

A

de verpakking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

expertise

A

een onderzoek door een deskundige

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

iets in petto hebben

A

iets achter de hand houden

22
Q

de pisang zijn

A

het slachtoffer zijn

23
Q

iets van tafel vegen

A

iets verwerpen/afwijzen

24
Q

aan het plafond zijn

A

niet beter kunnen

25
Q

zijn stempel op iets drukken

A

zijn invloed op iets uitoefenen

26
Q

over de tong gaan

A

er word over iemand geroddeld

27
Q

de eerste viool spelen

A

belangrijk zijn; veel macht hebben

28
Q

zijn visitekaartje afgeven

A

laten zien wat je kwaliteiten zijn

29
Q

iets uit het vuur slepen

A

met veel moeite iets bemachtigen

30
Q

geen droog brood verdienen

A

heel weinig verdienen

31
Q

androïde

A

op een mens lijkende robot

32
Q

emissie

A

uitstoot

33
Q

fossiele energie

A

energie uit materialen uit de aarde

34
Q

gestaag

A

langzaam maar zeker

35
Q

hologram

A

driedimensionaal beeld van lichtstralen

36
Q

implementeren

A

invoeren

37
Q

introvert

A

naar binnen gekeerd

38
Q

onherroepelijk

A

niet te veranderen

39
Q

paradox

A

schijnbare tegenstelling

40
Q

prioriteit

A

iets wat voorrang heeft

41
Q

boud

A

gedurfd

42
Q

causaal

A

oorzakelijk

43
Q

etnisch

A

van een volk

44
Q

fundamenteel

A

diepgaand, grondig

45
Q

ondermijnen

A

verzwakken, aantasten

46
Q

pedagogisch

A

opvoedkundig

47
Q

plausibel

A

geloofwaardig

48
Q

potentieel

A

mogelijk

49
Q

rabiaat

A

fel

50
Q

schrijnend

A

hartverscheurend