Snel Hoofdstuk 10: parkeren, file rijden, pech Flashcards

1
Q

Wat is stilstaan

A

Stilstaan voor onmiddelijk in- of uitstappen van passagiers
Stilstaan voor het onmiddellijk laden of lossen
Je mag niet langer stilstaan dan noodzakelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is parkeren?

A

Alle andere vormen van vrijwillig stilstaan. Ook: in je auto blijven zitten wachtend op een passagier. De weg vragen. Snelle boodschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat valt niet onder stilstaan of parkeren?

A

Noodzakelijke stops:
Stoppen voor rood verkeerslicht
Stoppen om voorrang te verlenen
Stoppen in een file

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Mag je zowel links als rechts van de weg parkeren?

A

Als dit mag: dan ja. Links parkeren is het veiligst op een eenrichtingsweg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verbodsborden voor parkeren en stilstaan gelden niet voor

A

Parkeerhavens en vakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar mag je niet stilstaan?

A

Waar je hinder of gevaar veroorzaakt en:

  • op een kruispunt of overweg
  • op een fietsstrook of op de rijbaan langs een fietsstrook
  • op een oversteekplaats of binnen een afstand van vijf meter daarvan
  • in een tunnel
  • bij een bord bushalte (langs de blokmarkering en binnen 12 van het bord zonder blokmarkering)
  • Op een busstrook of op de rijbaan langs een busstrook
  • Langs een gele doorgetrokken streep
  • Op weggedeelten voor andere weggebruikers zoals een trottoir of fietspad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar mag je niet parkeren?

A

Op een afstand van minder dan vijf meter van een kruispunt
Voor een inrit of een uitrit
Buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg
Langs een gele onderbroken streep
Op een andere dan voorgeschreven wijze, bijv dwars op een aantal parkeervlakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat mag wel en niet op een parkeerplaats voor bestemden (gehandicapten of laden lossen)

A

Je mag er wel stilstaan, niet parkeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is dubbel parkeren

A

Parkeren naast een auto die daardoor niet weg kan. Dit mag niet, je mag wel stilstaan op deze manier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe zit het met parkeren in een erf?

A

Je mag alleen parkeren op prive terrein of op plaatsen met een P. Je mag dus niet zomaar aan de kant van de weg parkeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen een parkeerverbodbord en een parkeer zone verbodbord?

A

Zone bord geldt voor beide kanten van de weg. Verbodbord alleen voor die kant van de weg waar die staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekent een blauwe doorgetrokken streep op een trottoirband?

A

Alleen (kort) parkeren met een parkeerschijf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat betekent een gele doorgetrokken streep op een trottoirband?

A

Niet parkeren en niet stilstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat betekent een onderbroken gele streep op een trottoirband?

A

Wel stilstaan, niet parkeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer zet je je alarmlichten aan en uit bij een file?

A

Als je een file ziet ontstaan en erop aansluit, zelfs met file waarschuwingsborden, zet je je alarmlampen aan. Wanneer je ziet dat achterliggers afremmen, zet je de alarmlampen uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gedrag tijdens een file

A
  • Niet onnodig van rijstrook wisselen (dat verergert de file)
  • Houd voldoende afstand
  • Motors kunnen langs de auto’s heen inhalen, kijk in je spiegels
  • Zet je motor af als je lang moet stilstaan
17
Q

Gedrag auto op een vluchtstrook of vluchthaven zetten met pech

A

Snelheid het liefst pas verminderen op de vluchtstrook.
Zet alarmlichten aan
Zet je auto zo veel mogelijk naar rechts, het liefst in de berm
Stap rechts uit
Trek een veiligheidsvest aan als dat kan
Ga achter de vangrail staan en bel de pechhulpdienst (geef hectometerpaaltje informatie door)

18
Q

Wanneer gebruik je de gevarendriehoek?

A

Als je voertuig een obstakel vormt dat door naderende bestuurders niet tijdig kan worden opgemerkt. Als je alarmlichten knipperen en je auto goed zichtbaar is, is het niet verplicht maar wel veiliger.

19
Q

Regels voertuig slepen

A

Je mag maar 1 voertuig slepen
Gebruik een goede sleepkabel
Bevestig kabel aan bestemde bevestigingspunten
Afstand tussen beide voertuigen is maximaal 5 meter
Sleepkabel moet altijd gespannen staan (rem als achterste bestuurder meer dan de voorste)
Alarmlichten uit
Verlaat autoweg en autosnelweg zo snel mogelijk

De meest ervaren bestuurder bestuurd het gesleepte voertuig. Rem en stuurbekrachtiging werken namelijk niet.

De regels gelden voor een auto met aanhangwagen en beide moeten een geldig rijbewijs hebben.

20
Q

Altijd op deze manier handelen als je bij een verkeersongeluk betrokken raakt:

A
PAMAN
Persoonlijke veiligheid
Andere betrokkenen veiligheid
Markeren van de ongevalsplaats (alarmlichten etc)
Alarmeer hulpdiensten
Noodzakelijke eerste hulp verlenen
21
Q

Wat doe je bij een blikschade ongeval waarbij beide auto’s nog kunnen rijden?

A

Maak een foto en rijd samen naar een veilige parkeerplaats.

22
Q

Wat is verplicht als je betrokken raakt bij een ongeval dat dood, letsel of schade tot gevolg heeft?

A

Je mag niet wegrijden zonder je gegevens kenbaar te maken. Het is ook verboden om weg te rijden als er een slachtoffer is. Bij een geparkeerd voertuig laat je je gegevens achter en informeer de politie.

23
Q

Wat is een AED?

A

Een apparaat dat helpt met reanimatie. Het helpt je met gesproken instructies hoe je iemand kan helpen. Zo kan je zonder cursus alsnog iemand helpen.

24
Q

Gedrag bij auto te water

A

Zet de lampen aan en laat de sleutel in het contact
Autogordel los of snij de gordel door
Open zijrruit of sla de zijrruit in de buurt van de zijspiegel kapot
Mocht het niet lukken om de zijrruit te openen, neem veel lucht en wacht totdat de auto grotendeels is gezonken. De druk binnen en buiten is dan evengroot en de deur kan open.
Je verlaat de auto het liefst met je gezicht naar de auto toe. Dan kom je er makkelijker uit.
Mocht je ondersteboven in het water komen, duw jezelf in de stoel met je voeten tegen het dashboard en klik je gordel los.

Een veiligheidshamer maak je het liefst op het plafond van je auto vast.

De gordel snijd je het best door naar jezelf toe te snijden.