Hoofdstuk 4 Wegen Flashcards

1
Q

Wat houdt rechts houden in?

A

Je moet zoveel mgoelijk rechts houden, maar rijd niet te dicht bij het trottoir of de berm. Als de weg te smal is voor jou en een tegenligger moeten jullie allebei uitwijken. Als je tegenligger bijna geen uitwijkruimte heft, moet jij extra ruim uitwijken.

Stop zonodig in de berm met uitwijken als de berm gevaarlijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een rijbaanversmalling?

A

Bij een rijbaanversmalling regelen de verkeersborden meestal wie als eerste mag. Als je in de richting van de rode pijl rijdt, moet je stoppen.
Rijd je in de richting van de witte pijl, dan moeten de tegemoetkomende bestuurders stoppen. Deze borden gelden alleen voor bestuurders onderling.

Wanneer je voetgangers nadert in een nauwe doorgang moet je ze dus ALTIJD VOOR LATEN GAAN.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Je kan bij een rijbaanversmalling ook een waarschuwingsbord tegenkomen. Wanneer moet jij voorrang geven?

A

Als de versmalling aan jouw kan van de weg zit, moet je stoppen voor een tegenligger.
Als de versmalling aan beide kanten van de weg zit, moeten jij en je tegenligger samen een oplossing zoeken. Het is dan sociaal als je vrachtauto’s en bussen voor laat gaan.

Hetzelfde geldt voor obstakels (parkerende auto op de weg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een eenrichtingsweg?

A

Een weg die je maar van een kant mag inrijden. Je mag daar niet achteruitrijden! En je mag ook niet keren. Wel mag je achterwaarts inparkeren.

Vaak gelden op eenrichtingswegen uitzonderingen voor fietsers, snorfietsers en bromfietsers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer kom je in aanraking met fietsers, snorfietsers en bromfietsers op de weg?

A

Geen gescheiden pad betekent fietsers / snorfietsers / bromfietsers op de rijbaan
Gescheiden fietspad betekent fietsers / snorfietsers op het fietspad en bromfietsers op de rijbaan
Gescheiden fiets-/bromfietspad betekent fietsers / snorfietsers / bromfietsers op het fiets-/bromfietspad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar moet je op letten met fietsers / snorfietsers / bromfietsers op de rijbaan?

A

Fietsers en snorfietsers mogen je rechts inhalen op de rijbaan!

Bromfietsers mogen dat niet, maar doen dat vaak wel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk bord zegt dat fietsers en snorfietsers op het fietspad moeten rijden? En bromfietsers op de rijbaan.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk bord zegt dat fietsers, snorfietsers en bromfietsers op het fiets- en bromfietspad moeten rijden?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Als het verplichte fiets-/bromfietspad eindigt, moeten bromfietsers op de rijbaan gaan rijden. Welke borden zie je dan?

A

Dit ronde bord en daarnaast een vierkant bord met een rode bromfiets en een pijl die naar de weg wijst op een witte achtergrond met een rode rand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een fietsstrook?

A

Een door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan warop afbeeldingen van een fiets zijn aangebracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Regels fietsstrook doorgetrokken streep

A

Hier mag je met de auto NIET op rijden. Hier mag je ook NIET op voorsorteren. Je mag deze WEL kruisen om bijvoorbeeld een inrit in te rijden.

Hetzelfde geldt voor een busstrook!

Let op, fietsers, snorfietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen voelen zich veilig in deze strook en letten minder goed op het verkeer om zich heen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Regels fietsstrook onderbroken streep

A

Hier mag je NIET op rijden. Hier mag je WEL op voorsorteren als dit geen gevaar of doorstromingsproblemen veroorzaakt. Deze mag je WEL kruisen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn (fiets)suggestiestroken?

A

Deze zien eruit als fietsstroken, maar de afbeelding van een fiets ontbreekt op het wegdek.
Ze hebben geen juridische status en je mag er dus strikt genomen gewoon op rijden.
Toch is dat niet altijd de bedoeling. Gebruik een suggestiestrook alleen als dat beter is voor de veiligheid en doorstroming. Bijvoorbeeld bij een tegenligger of een onoverzichtelijke bocht.

Bij het naar rechts gaan mag je voorsorteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn fietsstraten?

A

Fietsstraten zijn speciaal bedoeld voor fietsers. Bestuurders moeten zoveel mogelijk rekening houden met fietsers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar moet je op letten bij enkelbaanswegen?

A

Pas op voor een scherpe rijbaankant en/of lager liggende berm op smalle enkelbaanswegen buiten de bebouwde kom.
Als je met je rechterwielen van de weg raakt, raak je snel controle kwijt.
Dit gevaar dreigt vooral als je rechts moet uitwijken om een tegenligger te laten passeren.
Je moet dan tijdig snelheid verminderen en desnoods stoppen op het passeren veilig te laten verlopen.
Bomen vormen ook een groter risico.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het gevaar van bomen langs de weg?

A
  • je kunt minder uitwijken en tegenliggers ook niet
  • zie je bestuurders uit zijwegen niet goed aankomen en zij jou niet
  • belemmerren de bomen je zicht in bochten
  • er minder daglicht binnenkomt, schakel desnoods dimlicht aan
  • zonlicht door de bladeren kan zorgen voor een flitslicht effect
  • in het najaar is er een verhoogd slipgevaar door natte bladeren op het wegdek
  • in de winter is de weg eerder glad en langer glad omdat het in de schaduw ligt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waar moet je nog meer op letten op landelijke wegen?

A

Reken op fietsers en ruiters op de rijbaan. Stem je rijgedrag af en haal ze alleen in als er voldoende ruimte is.
Houd ook rekening met landbouwverkeer en een vervuild wegdek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn wegen met gescheiden rijbanen?

A

Wanneer een weg in twee is verdeeld, bijvoorbeeld door een middenberm of groenvoorziening. Een bord wijst je dan aan welke weg je moet nemen.
Staan er geen borden, hou dan rechts aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een ventweg?

A

Naast de hoofdrijbaan, vooral op belangrijke doorgaande wegen, kan een ventweg worden aangelegd. Ook wel parallelweg.
De hoofdweg is bedoeld voor het snelle en doorgaande verkeer, de ventweg voor het langzame en lokale verkeer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe rijd je veilig door een bocht?

A

Met aangepaste snelheid en een goede stuur- en kijktechniek.
Het gevaar neemt toe als de bocht scherp is, wanneer er kort achter elkaar meerdere bochten liggen en als het zicht wordt belemmerd. Vaak wordt je hiervoor gewaarschuwt met een bord.

  • Schat tijdig het verloop van de bocht in
  • Kies de juiste versnelling en pas je snelheid aan
  • Beoordeel de rijbaanbreedte, de toestand van het wegdek en de wegverkanting
  • Wees alert op tegenliggers, maar ook op langzame voorliggers
  • Houd rekening met de rijeigenschappen van je voertuig, bijvoorbeeld als je zwaar beladen bent

Een positieve wegverkantering ligt de buitenbocht hoger dan de binnenbocht.
Bij negatieve wegverkantering is de kans groter om uit de bocht te vliegen.

21
Q

Wat is centrifugaalkracht?

A

De kracht die je duwt naar de buitenkant van de bocht in de auto. Hoe sneller je een kleinere bocht neemt, hoe groter die kracht.

22
Q

Waar is hoeklicht goed voor?

A

Dan heb je tijdens het afslaan ‘s avonds beter zicht op de situatie schuin voor en naast je auto

23
Q

Wat zijn nadelen van dijkwegen?

A
  • bochtig en minder overzichtelijk dan ze lijken
  • ze hebben omhoogkomende in- en uitritten en zijwegen
  • ze hebben een smalle rijbaan en schuiaflopende bermen
  • het wegdek staat vaak enigszins bol en is vaak slecht
  • inhalen is vaak niet mogelijk
  • voertuigen en zijwegen komen schuin omhoog en hebben slecht zicht op de weg
  • je kunt vaak niet veilig uitwijken, de bermen zijn er niet geschikt voor
24
Q

Belangrijke aandachtspunten bergen:

A
  • rijd niet in een te hoge versnelling de berg op, rijd in snelle/hoge toeren
  • neem afdalingen in dezelfde versnelling als de beklimmingen, maak gebruik van de remwerking van de motor (rijd niet met slepende remmen)
  • klimmend verkeer moet voorrang krijgen op dalend verkeer
  • haal alleen zeer voorzichtig in, op stijgende wegen kost dit veel meer tijd
  • wees alert op water, modder, stenen etc.
25
Q

Wat voor voertuigen mogen op een autoweg?

A

Alleen motorvoertuigen die minimaal 50 km/u kunnen en mogen rijden

26
Q

De maximumsnelheid op een autoweg is, en welk bord zie je?

A

Buiten de bebouwde kom: standaard 100 km/u
Binnen de bebouwde kom: standaard 50 km/u

Een afwijkende snelheid kan worden aangegeven onder het bord.

27
Q

Welke voertuigen mogen komen op een autosnelweg?

A

Alleen motorvoertuigen die ten minste 60 km/u kunnen en mogen rijden.

28
Q

Wanneer is er links vaak ook een vluchtstrook op een snelweg?

A

Als er meer dan drie rijstroken zijn.

29
Q

Maximumsnelheid op de autosnelweg en welk bord?

A

Overdag tussen 6 uur en 19 uur 100 km/u

‘s avonds en ‘s nachts 100, 120 of 130 km/u

30
Q

Wat is verboden op een autoweg of autosnelweg?

A

Achteruitrijden
Keren
Je auto laten stilstaan op de rijbaan
Met je auto gebruikmaken van de vluchtstrook, vluchthaven of de berm (behalve in een noodgeval)
Te voet gebruikmaken van de vluchtstrook, vluchthaven of de berm (behalve in een noodgeval)

31
Q

Op autosnelwegen is het verboden voor:

A

Vrachtauto’s en,
voertuigen met aanhangwagen die samen langer zijn dan 7 meter om de derde en volgende rijstroken te gebruiken (behalve om voor te sorteren)

32
Q

Waar moet je rijden op de autosnelweg?

A

Gebruik zoveel mogelijk de rechterrijstrook.
De andere gebruik je alleen om in te halen of als je wilt voorsorteren.

Onnodig links en in het midden rijden mag alleen als er file is.

33
Q

Wat is een spitsstrook?

A

Een extra rijstrook die alleen tijdens drukke momenten open is verkeer

  • De vluchtstrook die rechts ligt wordt tijdelijk als rijstrook gebruikt
  • Een extra rijstrook / plusstrook die links ligt wordt tijdens drukke momenten opengesteld

Je moet deze zoveel mogelijk volgen, je moet zoveel mogelijk rechts houden
Moet je rekening houden dat er geen vluchtstrook is. Wel ligt er elke paar kilometer een vluchthaven, probeer die te bereiken met pech

34
Q

Wanneer worden spitsstroken geopend?

A

Tijdens drukke tijden en wanneer de vluchtstrook vrij is (wordt gecheckt met camera’s)

35
Q

Wat zijn doelgroepstroken?

A

Vooral op autosnelwegen worden soms speciale stroken voor vrachtauto en/of bussen aangelegd. Als automobilist mag je hier niet over rijden.

36
Q

Waar moet je op letten bij wegwerkzaamheden op autosnelwegen?

A

Pas tijdig je snelheid aan, haal niet meer in en laat anderen veilig invoegen. Vaak worden rijstroken afgesloten.

Let op:
Andere bestuurders die plotseling remmen of uitwijken
In- en uitvoegend bouwverkeer
Wegwerkers die op de rijbaan lopen
Tijdelijke smalle rijstroken waarbij er geen vluchtstrook is
Een lagere maximumsnelheid, boetes zijn bij wegwerkzaamheden extra hoog

37
Q

Welk bord geeft een splitsing van autosnelwegen aan?

A

Groen-witte splitsingbord. De wegen links en rechts zijn autosnelwegen. Hier moet je voorsorteren.

38
Q

Welke borden helpen met voorsorteren?

A
39
Q

Wat is een E-weg?

A

Een internationale Europese hoofdroute. Vaak een autosnelweg, maar dat hoeft niet.

40
Q

Wat is een A-weg?

A

Dit is een Nederlandse autosnelweg. Een A-weg is vaak ook onderdeel van een E-weg.

41
Q

Wat is een N-weg?

A

Dit is een Nederlandse hoofdverkeersweg die geen autosnelweg is.
Wordt aangegeven met een geel bord.

42
Q

Tegenwoordig kan je bij nieuwe wegen zien wat de maximumsnelheid is.

Wat is de maximumsnelheid bij in het midden van de rijbaan een dubbele doorgetrokken of onderbroken streep met een GROENE baan er tussen en aan iedere zijkant van de rijbaan een doorgetrokken streep?

A

100 km/u weg

Werkelijke snelheid wordt aangegeven met borden.

43
Q

Tegenwoordig kan je bij nieuwe wegen zien wat de maximumsnelheid is.

Wat is de maximumsnelheid bij in het midden van de rijbaan een dubbele doorgetrokken of onderbroken streep met een onderbroken streep aan de zijkant van de rijbaan?

A

80 km/u

Werkelijke snelheid wordt aangegeven met borden.

44
Q

Tegenwoordig kan je bij nieuwe wegen zien wat de maximumsnelheid is.

Wat is de maximumsnelheid bij in het midden van de rijbaan GEEN streep en een onderbroken streep + optioneel suggestiestrook aan iedere zijkant van de rijbaan?

A

60 km/u

Werkelijke snelheid wordt aangegeven met borden. Als er geen borden staan met 60km/u dan mag je daar 80 km/u.

45
Q

Binnen ‘duurzaam veilig’ zijn de wegen onderverdeeld in drie categorieën:

A
  • stroomwegen
  • gebiedsontsluitingswegen
  • erftoegangswegen
46
Q

Wat zijn stroomwegen?

A

Deze zijn bedoeld om het verkeer zo snel mogelijk te laten doorstromen. Autowegen en snelwegen meestal.
Een autoweg heeft ongelijkvloerse kruispunten.

47
Q

Wat zijn gebiedontsluitingswegen?

A

Wegen met gelijkvloerse kruisingen die bedoeld zijn om landelijk of stedelijk gebied te ontsluiten.
Binnen de bebouwde kom is de snelheid 50 km/u of 70 km/u en buiten de bebouwde kom is dat 80 km/u.

48
Q

Wat zijn erftoegangswegen?

A

Dit zijn wegen met gemengd langzaam verkeer en gemotoriseerd verkeer, zonder rijrichtingscheiding en meestal zonder gescheiden fietspaden.