SEM7: afwijkend G Flashcards
afwijkend of…
deviant
afwijkend G=
gedrag dat normatieve regels groepering overtreedt
omgekeerde deviant
conform
deviant = relatief omdat
normen verschillen v posi
normen wijzigen in tijd
normen verschillen v groep tot groep
soc controle vs afwijkend G
socio is onlosmakelijk verbonden met soc controle
soc contole =
mechanisme gericht op doen dom W&N
manier soc controle toep: 7 gordels v elchardus:
routine zelfcontrole velden v gesanctioneerde verwachtingen buffer uitlaatkleppen informele sancties politie en gerecht
leg uit: routine
aanvaarde, gestandaardiseerde gedragspatronen
leg uit: zelfcontrole
geweten, voorzichtigh, angst…
leg uit: velden v gesanctioneerde
vrees voor sanctie pers in omgeving
leg uit: buffer
AG w opgevangen door omgeving
leg uit: uitlaatkleppen
afgebakende tijd/ ruimte WI AG mag
leg uit: informele sancties
correcties vanuit omgeving op AG
leg uit: politie en gerecht
strafrechtelijke gevolgen AG
manier soc controle toep. ROSS (2niveaus)
1) informele niveau/ ethische orde
gordel 1 t e m 6 sterk aanwezig in SL et gelijkh in vorm v publieke opinie, religie en kunstvorm
2) formele niveau/ pol orde
gordel 7= sterk ontw in SL met veel ongelijkh in vorm v recht, leger, politie
functionele benadering verklaring over AG
heeft gn theoretische verklaring voor AG. biedt wel methodologische benadering om zicht krijgen op fenomeen: AG analyseren
functionele gevolgen AG
functie voor algemeen belang, sign functie, verduidelijkt N, uitlaatklep, integrerend effect
dysfunctionele gevolgen AG
leidt tot desorganisatie SL, werkt aanstekelijk, vertrouwens klim w geschaad
verschillende theorieën verklaren AG
- biolo en psych: bep “soort” mensen
- km groepering
- ele eigen aan soc strat
in socio onderscheidt tussen verklaringstheorieën:
- anomietheorie DURKHEIM
- anomietheorie MERTON
- differentiële associatietheorie SUTHERLAND
- delinquente subcultuur theorie COHEN
- soc controle theorie HIRSCHI
- labelling/ etiketteertheorie BECKER
anomietheorie DURKHEIM
anomie toestand normatieve onzkrh die:
destabiliserend effect heeft
kans AG verhoogd
indiciduen beschikken in bep omstandigheden niet meer over regels over hoe handelen => AG
oorzaak: wijze WO SL soc lagen ordent-> afbrokkeling soc orde = oorzaak anomie MAW. berswijnen scherpe grenzen in soc lagen (door toename soc mobiliteit SL veroorzaakt anomie) afbrokkeling door IR (arbeidsverdeling en specialisatie en eco o hoogconjuctuur en crisis
anomietheorie MERTON
anomie= eigen soc orde. soc strat => anomie.
als doel niet strookt met beschikbare mid => AG (geïnstitutionaliseerde mid zijn oneerlijk verdeeld)
anomie= afzwakken verbondenh individu met:
- culturele doelstellingen (aspiraties die je stelt vanuit eigen cultureel syst)
- geïnstitutionaliseerde mid (mid om met normen die er zijn doel te bereiken)
differentiële associatietheorie SUTHERLAND
de associatie= de betekenis die je geeft aan G bep je G.
invloeden primaire groepen zorgen voor verschillende/ differentiële betekenis AG. verklaring alleen toep op crimineel G
delinquente theorie COHEN
bouwt verder op MERTON. beperkt zich tot jeugddelinquentie: km zich:
- ontbreken v zinnig doel
- minder gepland en minder gespecialiseerd
iedereen wil respect (hangt samen met doel) omgeving -> ongelijke verdeling mid => statusfrustratie -> rea statusfrustratie => leiden tot delinquent G
3 mogelijk rea jongeren:
- college boy
- corner boy
- delinquent gang
soc controle theorie HIRSCHI
“wrm iemand regels niet overtreedt?” zoekt verklaring naar conform G.
bindingstheorie= vertrekpunt
band pers en gemeenschap => geloven in W&N en die opvolgen -> variatie binding => geloof in W&N -> hoe zwakker binding hoe meer kans op AG
4 strengen correleren:
1) afhankelijkh (geweten)
2) toewijding= publieke conformiteit (vrees voor sancties)
3) betrokkenh (te druk met confrom G)
4) overtuiging = private conrofmiteit (geïnternaliseerde N)
labelling/ etiketteertheorie BECKER
“verzorgingsstaat zorgde voor verdeling WIJ en ZIJ”:
- wij: die geen zorg nodig hebben
- zij: die zorg vragen
-> basis v etikettering (individuen w in hokjes gezet => marginalisering)
vertrekt vanuit interactie pers en omgeving bep gedrag w door omgeving gezien als deviant
corner boy
hangjongere, balanceert tussen niet- delinquent en delinquent
delinquent gang
= collectieve opl voor gemeenschappelijke prob adolecenten lagere soc klasse
referentiekader w verandert => subcultuur ontstaat.
4 strengen correleren (HIRSCHI):
1) afhankelijkh (geweten)
2) toewijding= publieke conformiteit (vrees voor sancties)
3) betrokkenh (te druk met confrom G)
4) overtuiging = private conrofmiteit (geïnternaliseerde N)
link HIRSCHI en DURKHEIM
hoe zwakker groepscohesie hoe minder individu terugvalt op private behoeften
labelling/ etikettering => secundaire deviantie
leg primaire en secundaire deviantie uit
- primaire: lichte deviantie => sanctie (rea maatschappij)
- secundaire: maatschappelijke rea => pers ziet zichzelf als deviant en w dat ook (self fulfulling profecy)