SEM10: Soc verandering Flashcards

1
Q

soc verandering

A
  • moet objectief waarneembare => hebben voor cultuur en structuur
  • drachtische veranderingen (verschillende indicatoren veranderen op zelfde mom)
  • = neutrale term staat niet noodzakelijk voor soc vooruitgang
  • = mechanisme gericht op dynamiek (maatschappij is altijd in beweging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

theorie van Marx

A

conflict verandert soc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

theorie gumplowick

A

conflict= oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

theorie durkheim

A

evolutie mechanisme solidariteit -> organische

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

materialistische verklaring (ogburn)

A

ogburn: CULTURAL LAG:
rose: fasen maatschappelijke transformate –> uitvinding heeft effect op econo -> brengt verschil in arbeidsverdeling => soc structuur en cultuur passen zich aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

idealistische verklaring inglehart

A

post modernisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

idealistische verklaring beck

A

risicomaatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

idealistische verklaring culturele diffusietheorie

A

doorsijpelen cultuur naar ander gb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

idealistische theorie

A

vertrekt vanuit cultuur –> culturele evoluties zijn motor v verandering ((WEBER): ascetisch leven: hard werken en sober leven (kap))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

modernisme

A

°400 jaar geleden -> groei econo en industrialisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

2 processen modernisme:

A

1: structurele processen
2: culturele processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

structurele processen

A
  • v SL die: feodaal, agrarisch, gesloten

- naar SL die: kapitalistisch, industrieel en open is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

culturele processen

A
  • v SL gebaseerd op: gezagsverhoudingen gebaseerd op traditie, religieuze W&N, toegeschreven status
  • naar SL gebaseerd op: gezagsverhouding gebaseerd op rationaliteit, W&N gericht op prestatie en verworven status
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

post modernisme

A

° ‘60

  • maximalisatie levenskwal -> subjectieve welbevinden= motor
  • W: zelfverwezenlijking, zelfexpressie, levenskwal en burgerschap belangrijker dan presteren
  • niet alleen traditionele ook moderne, rationele gezagsverhoudingen in vraag gesteld => kritiek op wetgeving, pol, geneeskunde,…
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

risicomaatschappij

A

° ‘60 -> afbrokkeling IR => groei dienstensector => + middenklasse
- risico’s: niet verdeling bads (=nadelen) maar goods

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bads

A

= nadelen

  • modiale risico’s: onberekenbaar en niet verbonden met soc klassen en niet zichtbaar
    (vb. kernramp, echtscheiding, delocatie bedrijf (= bedrijf verlaat land)
17
Q

risico’s

A

gn nieuwe maar zelfgecreëerde risico’s met grote mondiale impact en zonder mogelijkh op verzekering

18
Q

soorten risico’s

A
  • ecolo r: massavernietigingswapens, verkeersonveiligh, dioxine uitstoot…
  • soc econo r: delokalisatie bedrijven, flexibiliteit arbeidsmarkt…
  • individualiserings r: partner keuze, carrière kezue, vrijetijdskeuze…
  • tijds r en migratie r
19
Q

op welke wijze zal welzijnswerk er anders uizien door ontw risico maatschappij? (antw bestaat uit 3delen)

A

1) welzijnswerk moet spanning tussen welvaart en welzijn ernstig nemen (toegenomen welvaart= niet toegenomen wzlzijn -> grote groep achterblijvers)
2) we moeten ons schuldig voelen (schuldmodel)
3) mensen instrumenten geven => k eigen rol bep (= empoweren)