Seinen Flashcards
1
Q
-
A
stuurboord
2
Q
- -
A
bakboord
3
Q
A
achteruit
4
Q
A
kan niet manoeuvreren
5
Q
—
A
attentie
6
Q
— - (-)
A
keren stuurboord (bakboord)
7
Q
— — - (-)
A
inhalen stuurboord (bakboord)
8
Q
— — —
A
oversteken
9
Q
— — — - (-)
A
in-/uitvaren stuurboord (bakboord)
10
Q
— - —
A
bediening brug/sluis
11
Q
reeks: —
A
noodsein
12
Q
reeks: -
A
gevaar aanvaring
13
Q
reeks: - —
A
blijf weg