secretie pancreassap 2 Flashcards

1
Q

functie exocriene pancreas

A

synthese en secretie van enzymen en HCO3- productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

twee typen weefsels

A
  1. acinus = betrokken bij secretie van eiwit en enzymen (gereguleerd door CCK, vagale stimulatie en gastrine)
  2. ductus = zorgt voor NaHCO3 rijke vloeistof via secretine regulatie (in ductus CFTR kanaal, dat Cl- kan uitscheiden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

secretine

A

stimuleert via fosforylering en second messenger de CFRT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

somatostatine

A

remmend effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

guanyline

A

maakt cGMP aan wat zorgt voor CFRT stimulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zymogenen

A

worden in inactieve pro-vorm aangemaakt met uitzondering van lipase en alpha-amylase, verpakt in granulae. Hierin zit trypsin inhibitor TI. Dit voorkomt dat enzymen de pancreas zelf afbreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

cystische fibrose

A

secretie van HCO3- door pancreas defect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

DM

A

ontstaat door dysfunctie van insuline synthetiserende bèta-cellen door fibrosevorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly