scope of application brussel I: ratione personae + international impact of regulation Flashcards
brussel I applicable in 3 cases (vroeger )
1) defendant was domiciled in MS- nationality of defendant and plaintiff is irrelevant+ irrelevant is domicile van plaintiff
2) when court had exclusive jurisdiction – whatever domicile of parties
3) at least one of the parties (can plaintiff zijn ) moet domiciled in MS+ valid choice of forum clause!
veranderd op 2 manieren
voor protected categoeris van consumer en employees is neit meer vereist zoals in voorwaarde 1 dat defendant is domiciled in MS– wel nog voor insurance OK
+ in laatste voorwaarde wanneer een valid choice of forum clause is gemaakt moet geen van beide partijen meer domiciled zijn !
wat is domicile?
natuurlijk persoon artikel 62 (internal/national law)
Rechtspersoon artikel 63
vaak opgeroepen voor nat personen om van domicile meer een feitelijk woonplaats te geven en verbinden aan bepaalde tijd dat men daar effecteif wootn – maar nog geen stappen naar dit concept gezet
Lindner– had geen know place of residence– beslist jurisdiction van last known domicile
voor legal person zijn er dre opties aangezien ze een autonomous interpretation wilde geven : geeft aanleiding tot forum shopping. – waarbij we gaan zien dat de plaintif dan naar alle waarschijnlijkheid gaat kiezen voor waar bij de enforcement van de judgment against the assets of the defendant is the easiest!
1uitz op artikel 63 en autonomous interpretation voor legal persons namelijk daa waar een court exclusive jurisdiction hefet op grond va 24 (2) the SEAT van de company is determined in accordance with PIL of taht forum.
intressant application of domicile van corporat earticle 63 was in arrest Anglo American gwn define van wat is central administration
international impact of the regulation article 4 +6
in principe ied met woonplaats in MS ongeacht nationaliteit is van toepassing gaat zelfs zo ver dat wanneer niet woonplaats op MS toch! onder toep als valt onder specifieke regelingen van consumers/employees/ forum clause en exclusive jurisdiction
former brussel I regualation had 4 main weaknessess with respect to its external impact
1) protection (trough recog. en enforcement) of judgments given under MS residual jurisdiction without any accoount for thirs countreis intrests
2) lack of provisions (lis alibi pendens rule) in the vent of jurisdiction excersised under regulation with parallell proceedings in third state
3) along similar lines, excersise of jurisdiction under regulation where subject matter is strongly connected to thirs state= REFLEXIVE APPLICATION
4) forum clauses in favour of thirs states
ultieme doel van regulation is protection van defendant! wil voorkomen dat defendant zomaar zware claims op hem vallen zolang defendant domicile in MS (uitz protected categories)
artikel 5 benadrukt hierbij dat enkel gronden in regultion tegen hem kunnen worden ingeroepen – geen nationale regels! voor defendants domiciled in MS! is bescherming tegen exorbitante claims- vroeger zelfs lijst opgenomen met claims die te exorbitant zijn
artikel 5(2) bepald dat deze residual rules/claims niet kunnen ingebracht worden tegen defendants met domicile binnen EU maar artikel 6(2) zegt dan weer dat dat deze regels WEL ingeroepen kunnen worden tegen defendants not domiciled in EU
maar judgments genomen op national grounds door bv artikel 6 geneten wel van recognition &enforecement provisions of regulation
commissions amendment- each defendant+plaintiff in EU should have EQUAL access to the ocurts – specific additional jurisdicional grounds
1) proposel to extend regulations special jurisdictional rules to thirs countries defendants – would have the most impact in case of contracts
2) proposed that the protective jurisdiction rules available for consumers and employees and insured apply also f defandant is domiciled OUTSIDE EU
3) proposal of further harmonisasion in the so-calles ‘residual’ jurisdiction rules– waarbi artikel 6 volledig laten verdwijnenen en nieuwe fora oprichten op issues met derdelanders op te lossen
the proposal provided that non -EU defendant could be sued at the place where moveable assets beloning to him were located+ courts of MS would have been able to exeercise jurisdiciton if no other forum guaranteeing the right to a fair trial+ dispute had sufficient connection with MS (forum necessitas)
conclusie wat heeft council’s general approach doc of june 2012 gedaan voor external impact
1) extended the regulations special jurisdiction rules to third countries defendants
2) made protective jurisdiction rules available for consumers, employees and insured also applicable if the defendant is domiciled out EU
2) further harmonisation the so called residual jurisdiction rules with introduction of two additional fora and the abolition of article 4
maar reinstated the domicile condition for special jurisdictional rules + domicile condition for protective jurisdictional rules with respect to insurance
nieuwe brussel I verordening : belangrijke gevolgen voor internationale procespraktijk
1) wijzeging van litispendentieregeling voor gevallen dat partijen een exclusieve bevoegde rehcter hebben aangewezen
2) verduidelijking en versterking van de uitsluiting van arbitrageoevreenkomsten
3) verruiming van werkingssfeer en nieuwe regels in gevallen van niet EU
4) afschaffing van exequaturprocedure
1) aanpassing van lis alibi pendens regeling – tegengaan van italiaanse torpedo’s nu met nieuwe regeling moet de rechter van het exclusieve beding altijd EERS uitspreken over zijn bveogdheid! maaktniet uit if iemand eerder werd aangespojen
wel nog bv in zwitserland ouder regeling toepassen want daar geldt enkel ooude lias alibi pendens regel artikel 31 lid 2
2) probleem van arbitrage recital 12 maakt duidelijk wat nu onder arbitrage valt – lost probleem op dat was ontstaan na west tankers
het Europese Hof van Justitie 1) dat het de Engelse rechter niet was toegestaan om een anti-suit injunction uit te vaardigen om de arbitrageovereenkomst te beschermen (rov. 28)[1] en 2) dat de vraag ter zake van de toepasselijkheid van de arbitrageovereenkomst en meer specifiek de geldigheid daarvan, onderwerpen betroffen die binnen de werkingssfeer van de Brussel I Verordening vielen
Deze uitspraak maakte het voor een partij die niet wilde arbitreren, maar liever bij de overheidsrechter wilde procederen, mogelijk de werking van een arbitrageovereenkomst te ondermijnen.
want engeland vaardigd net anti suit injunctions uit om de arbitragOk te beschermen!
Deze partij kon – om onder een arbitrageovereenkomst uit te komen – een procedure starten bij een gerecht van een andere lidstaat dan die van de plaats van arbitrage. Wanneer het gerecht van die andere lidstaat vervolgens een uitspraak deed over de geldigheid van de arbitrage diende deze uitspraak op grond van de Brussel I Verordening erkend en tenuitvoergelegd te worden, wat tot gevolg had dat de gerechten van de lidstaat van de plaats van arbitrage een arbitraal vonnis naast zich neer moesten leggen. Deze gang van zaken ondermijnde niet alleen de bevoegdheden van deze gerechten in het kader van de executie van beslissingen, maar ook de werking van het Verdrag van New York.
oplossing is recital 12! Uit deze overweging volgt dat de uitspraak van een gerecht van een lidstaat dat een arbitrageovereenkomst niet bindend is juist niet voor erkenning vatbaar is onder de verordening. Het gevolg is dat een gerecht van een andere lidstaat wél zelfstandig tot het oordeel kan komen dat de arbitrageovereenkomst geldig is en dat de arbitrageprocedure doorgang dient te vinden.
Door deze gang van zaken lijkt het juist weer mogelijk om de werking van de Brussel I Verordening te ondermijnen in die zin dat de rechter van een andere lidstaat, de executierechter, zich in de merites van zaak mengt, terwijl zijn buitenlandse collega dat al heeft gedaan. Artikel 73 lid 2 van de nieuwe verordening bepaalt – in overeenstemming met de strekking van overweging 12 – echter dat het Verdrag van New York prevaleert boven de Brussel I Verordening.
brussel I vo en niet -eu situaties : Uitbreiding van de werkingssfeer van de verordening bij forumkeuzes
De huidige verordening is in beginsel van toepassing indien de verweerder zijn woonplaats heeft dan wel gevestigd is in een van de lidstaten. Een uitzondering op deze hoofdregel vormt het huidige artikel 23. Op grond van deze bepaling is de Brussel I Verordening van toepassing indien tenminste één van de partijen bij een exclusieve forumkeuze overeenkomst – dus ongeacht of dit de eiser of de gedaagde is – haar woonplaats heeft of gevestigd is op het grondgebied van een van de lidstaten
Artikel 25 van de nieuwe verordening gaat echter nog een stap verder en bepaalt dat de verordening ook van toepassing is in het geval géén van beide partijen haar woonplaats heeft of gevestigd is op het grondgebied van een van de lidstaten. De verordening is echter nog steeds niet van toepassing indien partijen – ongeacht of een of meerdere partijen bij de desbetreffende forumkeuze overeenkomst al dan niet in de EU zijn gevestigd – een gerecht van een niet-lidstaat hebben aangewezen als exclusief bevoegde rechter. (gerecht an een niet-LS)
Als gevolg van het niet van toepassing zijn van de verordening ingeval van een exclusieve forumkeuze overeenkomst waarin een niet-EU gerecht is aangewezen als bevoegde rechter bestaat de mogelijkheid dat een partij in weerwil van de gemaakte forumkeuze een procedure start bij het gerecht van de lidstaat waarin de gedaagde partij is gevestigd. Dit gerecht is in beginsel op grond van artikel 2 van de huidige verordening bevoegd kennis te nemen van het geschil. Nu de tussen partijen geldende forumkeuze niet binnen de werkingssfeer van de verordening valt en de verordening geen specifieke grondslag kent voor het EU gerecht om zich onbevoegd te verklaren, kunnen er problemen ontstaan.
Deze problemen kunnen echter worden geadresseerd door het gerecht van de lidstaat door gebruik te maken van zijn nieuw verkregen discretionaire bevoegdheid om de procedure aan te houden indien een zaak aanhangig is bij een niet-EU gerecht (zie ook overweging 24). Deze bevoegdheid bestaat overigens in zijn algemeenheid als de zaak bij een niet-EU gerecht aanhangig is. Het is geen criterium dat dit op grond van een exclusieve forumkeuze overeenkomst is. Het EU gerecht dient in zijn beslissing alle omstandigheden van het geval te wegen. Relevante omstandigheden kunnen de volgende zijn:
de feiten en de verhouding tussen partijen en de niet-EU lidstaat;
de fase waarin de niet-EU procedure zich bevindt op het moment dat de EU procedure wordt gestart; en
de verwachting of het niet-EU gerecht binnen een redelijke termijn een uitspraak zal doen.
Artikel 34 lid 2 van de nieuwe verordening bepaalt dat het gerecht van de lidstaat het geding op elk moment kan voortzetten indien:
het het gerecht van de lidstaat blijkt dat het risico op onverenigbare beslissingen zich niet langer voordoet;
de procedure bij het gerecht van het derde land zelf wordt aangehouden of beëindigd;
het volgens het gerecht van de lidstaat niet waarschijnlijk is dat de procedure bij het gerecht van het derde land binnen een redelijke termijn zal worden afgerond; of
de voortzetting van de procedure vereist is voor een goede rechtsbedeling.
Het gerecht van de lidstaat beëindigt het geding indien de procedure bij het niet-EU gerecht is afgerond en heeft geleid tot een beslissing die kan worden erkend en, in voorkomend geval, ten uitvoer gelegd in die lidstaat (artikel 34 lid 3 van de nieuwe verordening).