Schadebehandeling Flashcards

1
Q

Wat zijn de verplichtingen van de verzekeraar bij schaderegeling?

A

1) Snel uitbetaling;

2) Uitleggen afwijzing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de verplichtingen van een verzekerde bij schaderegeling?

A

1) Schade snel melden;
2) Alle informatie geven;
3) Schade zoveel mogelijk voorkomen of beperken;
4) Medewerking verlenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de sancties op niet-nakoming polisverplichtingen bij schade?

A

1) Er kan extra schade ontstaan;
2) Gevolg; verlies van recht op uitkering.
3) Artikel 6:248 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar ligt de bewijslast bij schade?

A

Bij verzekerde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat moet verzekerde aantonen bij schade?

A

1) Bestaan van verzekeringsovereenkomst;
2) Belang;
3) Dekking voor gebeurtenis;
4) Het causaal verband tussen voorval en schade;
5) Grootte van de schade.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt er opgesteld als er een expert en contra wordt benoemd?

A

Akte van benoeming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een akte van taxatie?

A

Wordt na de schadevaststelling opgemaakt. Waarde voor en na de gebeurtenis + herstelkosten en event. waardevermindering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een akte van disakkoord?

A

Wanneer expert en contra het oneens zijn en er een arbiter wordt ingeschakeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de rectificatiebepaling?

A

Is voor zaken die naar taxatiewaarde zijn verzekerd. Waarde van voor en na de gebeurtenis moet worden meegenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de formule voor de rectificatiebepaling?

A

Restanten x verzekerd bedrag / werkelijke waarde.

Verzekerd bedrag - waarde na gebeurtenis = schadebedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Uit welke twee keuzes kan een verzekeraar bij schade net na taxatie kiezen?

A

1) Uitkeren op basis van herstelkosten;

2) Uitkeren op basis van taxatiewaarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zegt artikel 7:958 BW over waardevermindering?

A

Wanneer voorwaarden niet regelen dat waardevermindering ondanks herstel niet is uitgesloten, is het dus gedekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat verplicht artikel 7:958 lid 4 BW indien een verzekeraar verzekerd tegen vervangingswaarde, herbouwwaarde of nieuwwaarde?

A

1) vergoeding op basis van waarde van de beschadigde zaak - verkoopwaarde van de restanten;
2) herstelkosten + waardevermindering ondanks herstel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe worden volgens de beursvoorwaarden de bereddingskosten uitbetaald?

A

Op basis van premier-risque (zonder apart verzekerd bedrag is evenredigheidsbepaling wel van kracht).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat geldt er voor opruimingskosten? (4x)

A

1) Geen evenredigheidsbepaling;
2) Niet geregeld in de wet, wel in de voorwaarden;
3) Op basis van premier-risque (beursvoorwaarden);
4) max. 10% van verzekerd bedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is verbrugging?

A

1) Gebruik van overschotten van te hoog verzekerde zaken voor tekorten op de te laag verzekerde zaken.
2) Kan alleen binnen 1 polis en alleen als meer zaken worden genoemd met afzonderlijk verzekerde bedragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat wordt er bedoeld met vrijvallen van verzekerde bedragen?

A

Indien zaken niet meer aanwezig zijn worden de vrijvallende sommen aangewend voor vervangende zaken. Overschot mag gebruikt worden voor de herberekening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is er in de beursvoorwaarden afgesproken betreffende de herberekening van de verzekerde sommen?

A

Wanneer na herberekening het totaal van de originele premiebedragen gelijk of groter is dan het totaal van de herberekende premiebedragen wordt de evenredigheidsregel niet toegepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is er in de beursvoorwaarden afgesproken indien de herberekende premie hoger is dan de betaalde premie?

A

Verzekerde bedragen worden herleid in verhouding waarin de tekorten staan tot het totale overschot aan premie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe wordt de berekening gemaakt in een pool?

A

Samenloopregeling.
Verzekerde som per verzekeraar delen door schadebedrag. Dit van alle verzekeraars bij elkaar optellen.
Deel per verzekeraar / totaal aangesproken bedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is er met de afwikkeling van een schade betreffende de hypotheek?

A

Hypotheeknemer heeft recht op de schade-uitkering, daardoor zekerheid voor herstel.
Wanneer verzekeraar aan verzekerde uitkeert ipv hypotheeknemer, kans op dubbele uitkering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Vanaf wel bedrag moet schade uitgekeerd worden aan geldverstrekker?

A

€ 25.000.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wie betaalt kosten registeronderzoek (welke hypotheekverstrekker)?

A

Betaalt de geldverstrekker. Bij geen hypotheek betaalt de verzekeraar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welke twee uitzonderingen gelden er betreffende schade-uitkering en hypotheek?

A

1) Bij schade hoger dan € 12.500 en beslag door derden op uitkering, dan onderzoek naar hypotheekverstrekker.
2) Geldverstrekker houdt altijd recht op pandrecht wanneer er schade is ontstaan maar nog geen uitkering of wanneer verzekerde failliet is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wanneer heeft een verzekeraar geen verplichting tot uitkering?

A

Bij opzet, verwijtbaarheid of verjaring.

26
Q

Aan welke eisen moet een verzekeraar voldoen bij een afwijzing?

A

Op basis van feiten om omstandigheden.

27
Q

Welke twee schuldgradaties zijn er?

A

1) opzet;

2) roekeloosheid.

28
Q

Wat is schuld?

A

Handelen of nalaten in strijd met wat redelijkerwijs verwacht mag worden (dus verwijtbaar).

29
Q

Wat is opzet?

A

Van plan zijn om, willens en wetens handelen.

30
Q

Wat is roekeloosheid?

A

Grove schuld. Ook als verzekerde zich niet bewust is van de schade die dit gedrag met zich mee kan brengen.

31
Q

Kan een verzekeraar verhalen bij opzet of roekeloosheid?

A

Ja, op verzekerde.

32
Q

Bij wie ligt de bewijslast qua opzet/roekeloosheid?

A

Bij de verzekeraar.

33
Q

Wanneer verjaart een schade?

A

Na 3 jaren.

34
Q

Wanneer houdt de verjaringstermijn op?

A

Na een schriftelijke mededeling waaruit aanspraak op een uitkering blijkt.

35
Q

Wanneer begint een nieuwe verjaringstermijn?

A

Wanneer verzekeraar de aanspraak erkent of afwijst.

36
Q

Mag een verzekeraar afwijken van de termijn van 3 jaar?

A

Nee niet in nadeel van de verzekeringnemer of uitkeringsgerechtigde.

37
Q

Wat is er in artikel 7:961 BW geregeld wbt de samenloop?

A

1) Verzekerde mag kiezen op welke verzekering er wordt geclaimd;
2) Gekozen verzekeraar krijgt verhaalsrecht op andere verzekeraar;
3) Er wordt gekeken naar de verhouding tussen de schadebedragen en het verzekerde bedrag.

• Polis A zonder ER: € 60.000
• Polis B met ER € 250: € 40.000
• Werkelijke waarde verzekerde zaak: € 60.000
• Schade bedraagt: € 12.000
o Polis A wordt aangesproken:
€ 12.000 vergoed.
o Polis B: 40/60 x € 12.000 = € 8000 – ER = € 7.750.
o Totaal wat er geclaimd kan worden: € 12.000 + € 7.750 = € 19.750.
o Verhaal op B:
 Max. schadeverplichting B / max schadeverplichting A+B x totale schade.
 € 7.750 / € 19.750 x € 12.000 = € 4.709.

38
Q

Voor welke verzekeraars geldt de overeenkomst samenloop?

A

Alleen voor die zijn aangesloten bij het Verbond.

39
Q

Welke eisen nog meer voor overeenkomst samenloop?

A

1) Brand of EUG-dekking voor inboedel;
2) Een met name genoemde speciale verzekering;
3) Alleen wanneer BEIDE verzekeraars zijn aangesloten.

40
Q

Wat houdt de na-u-clausule in?

A

Verzekeraars mogen in voorwaarden afwijken van de wettelijke samenloopregeling.

41
Q

Hoe heet de na-u-clausule ook?

A

Non-contribution clause.

42
Q

Welke twee na-u-clausules zijn er?

A

1) Zachte;

2) Harde.

43
Q

Wat is de zachte na-u-clausule?

A

Biedt geen dekking wanneer de andere verzekering dekking biedt.

44
Q

Wat is de harde na-u-clausule?

A

Biedt geen dekking wanneer een andere verzekering dekking biedt als degene met de harde clausule niet zou bestaan.

45
Q

Wanneer vallen de harde/zachte na-u-clausule weg tegen elkaar?

A

1) Twee harde;

2) Twee zachte.

46
Q

Wat is subrogatie?

A

In rechten treden van.

47
Q

Wat kan er door subrogatie ontstaan?

A

Regresrecht.

48
Q

Wie gaat er voor als beide (verzekeraar en verzekerde) de veroorzaker aanspreken?

A

Verzekerde gaat voor, dwingend recht.

49
Q

Kan een coulance betaling verhaald worden?

A

Ja.

50
Q

In welk artikel wordt het regresrecht beperkt?

A

Artikel 7:962 BW lid 3.

51
Q

Op welke personen kan je wel/geen verhaal plegen?

A

1) Familieleden of personen die tot de werkkring behoren (ouders, grootouders, werkgevers).
2) Wel op broer/zus.

52
Q

Welke schades kunnen volgens de Bedr.regeling brandregres 2014 worden verhaald?

A

Van € 0,- tot oneindig.

53
Q

Welke redenen waren er om de Bbr 2000 te veranderen?

A

1) Niet alle schades konden worden verhaald, bedrijven werden niet genoeg geprikkeld om preventieve maatregelen te nemen.
2) Bbr 2014 betaalt dat de schade volledig valt naar degene die onzorgvuldig heeft gehandeld.
3) Verzekeraars die aangesloten zijn ondervonden nadeel tov niet-aangesloten verzekeraars.

54
Q

Kan er verhaal worden gepleegd op een particulier?

A

Nee, alleen bij opzet en strafrechtelijke veroordeling.

55
Q

Welke schades worden wel verhaald op een particulier?

A

Aanrijding, aanvaring of door luchtvaartuigen.

56
Q

Waar wordt nog meer geen verhaal op gepleegd?

A

Zakelijke huurder, pachter, lessee, bruiklener en bewaarnemer.

57
Q

Waarmee kan een verzekeraar nog meer subrogatie plegen als recht van subrogatie niet geldt?

A

Met bijvoorbeeld een AvC.

58
Q

Wat is revindicatie?

A

Het terugvorderen van zaken waarvan verzekeraar eigenaar is geworden.

59
Q

Wat is de verjaringstermijn van revindicatie?

A

20 jaar.

60
Q

Hoelang kunnen eigenaren van roerende zaken dingen terugvorderen?

A

3 jaar.

61
Q

Hoelang kunnen eigenaren van onroerende zaken dingen terugvorderen?

A

10 jaar.