Provinciale polisvoorwaarden Flashcards

1
Q

Wat is volgens de polisvoorwaarden het begrip gebouw?

A

Woonhuis, voor particuliere bewoning dienende gedeelte van een gebouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is volgens de polisvoorwaarden het begrip inboedel?

A

Roerende zaken, behorend tot de particuliere huishouding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is volgens de polisvoorwaarden max. dekking voor geld/geldwaardig papier?

A

Meestal dekking max. € 1250,-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is volgens de polisvoorwaarden het begrip kostbaarheden?

A

Antiek, kunst, verzamelingen, muziekinstrumenten, juwelen en sieraden.

Lijfsieraden vaak standaard tot € 2500,- gedekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is volgens de polisvoorwaarden het begrip huurdersbelang?

A

Waarde van de verbetering of toevoeging aan het gehuurde gebouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat valt er onder de dekking boven het verzekerde bedrag?

A

1) Bereddingskosten;
2) Expertisekosten;
3) Tuinaanleg;
4) Noodvoorzieningen;
5) Extra kosten voor herstel op last van overheid;
6) Huurderving;
7) Extra hotel- en pensionkosten;
8) Vervoer en opslag van verzekerde zaken;
9) Huurdersbelang;
10) Glasdekking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de verplichtingen van een verzekerde bij schade?

A

1) aangifte bij diefstal, inbraak en beroving;

2) aannemelijk maken van de gebeurtenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de formule voor onderverzekering?

A

Verzekerde som / werkelijke waarde x schadebedrag = uitkering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer moet een wijziging in risico plaatsvinden?

A

Bij verhuizing, leegstand, kraken en wijziging bouwaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly