SC H2: Welke waarden inspireren en sturen sc? Flashcards

1
Q

Sociaal werk definitie van de IFSW

A

Sociaal werk is een op de praktijk gebaseerde professie en een academische discipline die sociale verandering en ontwikkeling, sociale cohesie en empowerment en bevrijding van mensen promoot.

De fundamentele uitgangspunten
- sociale rechtvaardigheid,
- mensenrechten,
- collectieve verantwoordelijkheid
- en het respect voor diversiteiten,

staan centraal in het sociaal werk.

Onderbouwd door theorieën over
- sociaal werk,
- maatschappijwetenschappen,
- menswetenschappen,
- en door de oorspronkelijke kennis van de groepen waarmee je werkt,

zet het sociaal werk mensen en structuren ertoe aan om levensuitdagingen aan te pakken en welzijn te bevorderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De verzorgingsstaat nam 5 functies op:

A
  • Verzekeren (van inkomen bij sociale risico’s)
  • Verzorgen (mensen met een beperking)
  • Verbinden (sociale cohesie)
  • Verheffen (via onderwijs)
  • (her) Verdelen (solidariteitsmechanismen, sociale rechtvaardigheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Naar wat streefde ze tijdens de verzorgingsstaat?

A
  • een meer rechtvaardige herverdeling tussen rijken en armen
  • naar meer sociale integratie van burgers door het organiseren van openbare dienstverlening.
  • Er heerste een sterk geloof in de maakbaarheid van de samenleving.
  • Sociaal werk krijg in dit maatschappelijk model een belangrijke rol toebedeeld om deze beleidskeuzes in de praktijk uit te voeren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De activeringsstaat en de actieve welvaartsstaat

A

De samenleving bleek niet zo maakbaar als eerder gedacht. De overheid werd overbevraagd en/of trok te veel doelen en diensten naar zich toe en verloor haar sturend vermogen. Het gevolg was dat de nadruk van het institutionele niveau werd verschoven naar het interpersoonlijke.

Er wordt sterk gehamerd op de waarde ‘activering’ als een nieuwe vorm van solidariteit. Anderen daarentegen stellen dat activering veeleer een vorm van ‘disciplinering’ is van mensen die zich dreigen te nestelen in een afhankelijkheidscultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De activeringsstaat en de actieve welvaartsstaat: het concept van de actieve burger doet zijn intrede in het sociaal werk

A

Het concept van de actieve burger doet zijn intrede en het sociaal werk zal hieraan meewerken, onder meer door waarden ‘zelfverantwoordelijkheid’ en ‘medeverantwoordelijkheid’ bij burgers vast te leggen via contracten, door het stellen van voorwaarden aan het verkrijgen van rechten.

Naast rechten, vrijheid en autonomie van individuen komen nu ook waarden zoals veiligheid, duurzaamheid, plichten en sociale betrokkenheid voor in het lijstje van de sociaal werker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een gewijzigde maatschappelijke context

A

Begin 20ste eeuw: economische crisis, immigranten => armoede

Sociaal werk bestond uit liefdadigheid en paternalistische initiatieven via “Friendly visitors” (vrijwilligers). –> verzorgingsstaat

Amerika: Mary Richmond (grondlegger social casework). 1914
Van het motto “geen aalmoes, maar een vriend” naar het motto “ geen steun zonder onderzoek”.
Friendly visitors werden omgeschoold tot of vervangen door professionals. –> activeringsstaat, actieve welvaartstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Een gewijzigde maatschappelijke context: 2 uitgangspunten:

A

2 uitgangspunten:

  • Professional had steeds een persoonlijk contact met de hulpvrager.
  • De persoon diende steeds in de context van de omgeving te worden gezien: “person in environment”.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarden in het sociaal werk vroeger en nu

A
  • Veranderingen in de vraag.
  • Veranderingen aan de kant van het beleid.
  • Veranderingen aan de kant van de wetenschappelijke fundering van sociaal werk.
  • Veranderingen aan de kant van de hulpverlener.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarden in het sociaal werk vroeger en nu: Veranderingen in de vraag.

A

Cliënten, burgers worden mondiger

Ze stellen pertinente vragen en verwachten een hulp op maat. Onder meer via internet zijn ze beter geïnformeerd en verwachten ze vooral van de hulpverlener een bevestiging van de internetinformatie of vertaalhulp bij wat ze op scherm hebben gelezen.

Hulpvragers willen toegankelijke dienstverlening die inspraak toelaat en aanmoedigt (Hermans, 2009). Soms zal de zeggenschap van de cliënt de ruimte van de professionele autonomie van de sociaal werker aantasten of beperken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarden in het sociaal werk vroeger en nu: Veranderingen aan de kant van het beleid.

A

Hulpverlening dient effectief en efficiënt te zijn: management denken. Meer zakelijkheid, no-nonsenshulpverlening, kortere processen rond afgebakende problemen met meetbare, zichtbare resultaten. Politici houden van snelle processen met aantoonbare effecten.

Sociaal werk is vooral bezig met trage processen waarvan de effecten niet meteen of altijd zichtbaar zijn.

De overheid spreekt burgers aan op hun verantwoordelijkheid. Professionals moeten vooral aandacht hebben voor burgers die geen ondersteuning uit hun netwerk krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarden in het sociaal werk vroeger en nu: Veranderingen aan de kant van de wetenschappelijke fundering van sociaal werk. 2 manieren van werken

A
  • Evidence Based Practice (EBP)
  • Practiced Based Evidence (PBE)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Evidence Based Practice (EBP)

A
  • Praktijken waarvan empirisch aantoonbaar is dat ze een grote(re) kans hebben op effect
  • Wetenschappelijk, empirisch gefundeerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Practiced Based Evidence (PBE)

A
  • Niet alleen wetenschap maar ook dagelijkse praktijkervaringen leveren het bewijs van effectiviteit.
  • De waarde van de interventie wordt niet bepaalt op basis van de methode, van het technische aspect maar ook op de wijze waarop de professional de interventie toepast, inzet, belichaamd. De manier waarop de interventie door de sociaal werker wordt toegepast geeft meer kans op een gunstig effect.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarden in het sociaal werk vroeger en nu: Veranderingen aan de kant van de hulpverlener.

A

Accent op bemiddeling i.p.v. problem solving en begeleiding van cliënten. Bv. herstelbemiddeling, schuldbemiddeling, echtscheidingsbemiddeling. Betrokkenen activeren om met elkaar tot een haalbaar, leefbaar compromis te komen.

Inzet op preventie en vroegdetectie van problemen. Via de signaalfunctie, proactieve werking, outreachend en aanklampende hulpverlening gaat de sociaal werker vooral de aandacht richten op burgers die nauwelijks of geen netwerk hebben.

In elk vraagstuk staat het sociaal werk voor een waardenkeuze of waardenconflict: individu of samenleving? Autonomie & vrijheid en solidariteit & wederkerigheid….

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarden in het sociaal werk

A
  • Zorg als centrale waarde
  • Respect en dialoog.
  • Empowerment
  • Evidentie van spanningsvelden
  • Ethiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarden in het sociaal werk: zorg als centrale waarde

A

Bij het zorgen voor is het ook belangrijk zich te kunnen inleven in de positie van de zorgvrager. Wat zijn diens noden?

4 dimensies van zorg:
1. “Caring about” of het zorg hebben voor iets, betrokken zijn bij iets vanuit “attentiveness” of aandacht
2. “Taking care of”: betekent dat men voor iets of iemand zorg opneemt vanuit een verantwoordelijkheid
3. “Care giving”: het feitelijk voorzien in een behoefte aan zorg vanuit competentie.
4. “Care receiving”: verwijst naar het vermogen om zich te verplaatsen in de positie van de ander, de zorgvrager vanuit wederkerigheid.

17
Q

Waarden in het sociaal werk: Respect en dialoog

A

SW vertrekt vanuit respect. SW’ers moeten niet enkel in dialoog gaan met hun cliënten, maar ook met
* beleidsmakers
* directies
* samenwerkingspartners
* omgeving van de cliënt.

Transparantie is hierbij belangrijk: verschillende visies zijn mogelijk, maar op basis waarvan worden er beslissingen genomen?

Bv een multidisciplinair overleg rond een cliënt die opgenomen is in de psychiatrie: de sociale dienst van de psychiatrie vindt het aangewezen dat de cliënt nog een maand verder opgenomen blijft. Ze gaan rond de tafel zitten, samen met de cliënt, de behandelende psychiater, het CGGZ en gaan in transparant overleg rond de verdere opname, met goedkeuring van de cliënt.

18
Q

Waarden in het sociaal werk: Empowerment

A

= “Een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en gemeenschappen greep krijgen op de eigen situatie en hun omgeving en dit via het verwerven van controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en het stimuleren van participatie”.

  • Empowermentparadigma: autonomie in verbondenheid.
  • De mens staat centraal niet de pathologie.
  • Relatie met de cliënt staat centraal.
  • Is niet gelijk aan de DIY visie!

Bv verschil met de medische wereld, waar men op zoek gaat naar de ziekte, de pathologie, en waarbij de relatie met de patiënt minder belangrijk is.

19
Q

Waarden in het sociaal werk: Evidentie van spanningsvelden.

A

Bv het evenwicht vinden tussen outreachend werken en disciplinering.

Concurrerende waarden: Autonomie – onafhankelijkheid

Het is een blijvend vraagstuk die telkens grondige reflectie vraagt.

Recente methodiekenontwikkelingen zoals bv. het aanklampend en outreachend werken zullen vaak balanceren op de grens van het toelaatbare. Soms dreigen ze ten onrechte de privéwereld van burgers binnen te gaan, een fenomeen dat Van Der Laan (1990) benoemt als disciplinering. Anderzijds kunnen ze (te) veel schroom hebben om bij zorgmijders of zorgmissers aan te kloppen en “achter de voordeur” te gaan. In dit geval is er sprake van nalatigheid.

20
Q

Waarden in het sociaal werk: Ethiek

A

Handboeken over ethiek ordenen waarden vooral in 4 containerbegrippen:
1. Respect
2. Integriteit
3. Verantwoordelijkheid
4. Deskundigheid

Codes vertalen deze waarden per beroepsgroep in gedragsregels of aanbevelingen. -> nooit zo concreet dat ze automatisch inzetbaar of toepasbaar zijn.

Geen Vlaamse of Belgische code voor sociaal werk. Wel voor sommige sectoren, zoals een maatschappelijk werker van het OCMW

Reflectie, weging, zorgvuldig en nauwkeurig opsporen van objectieve feiten, subjectieve beleving en normatieve aspecten maken deel uit van élk professioneel handelen.