Samenvatting week 7 Flashcards

1
Q

Volgorde voorrangsrechten

A

Pand- / hypotheekrecht
Bijzondere voorrechten
Algemene voorrechten
Andere wettelijke grond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Retentierecht, artikelen?

A

3:290 jo 6:52 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vereisten retentierecht?

A

vordering in de zin van 6:52 BW
retentor moet het in zijn macht hebben 3:290
Voldoende samenhang om opschorting te rechtvaardigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Retentierecht tegen jonger recht?

A

3:291 lid 1 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Retentierecht tegen jonger recht, artikel?

A

3:291 lid 1 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Retentierecht tegen ouder recht, artikel?

A

3:291 lid 2 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan een retentierecht eindigen? 7 manieren

A
  1. Betaling van schuld
  2. Zekerheid stellen 6:55
  3. Nakoming onmogelijk 6:54
  4. Retentor in schuldeisersverzuim 6:58 jo 6:54 BW
  5. verrekening of afstand
  6. Zaak in de macht van de schuldenaar 3:294
  7. Tenietgaan van de zaak.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Door welk artikel kan retentor van een derde de macht terug eisen?

A

3:295 en 3:294

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Van der Wal/Duinstra

A

Goede trouw wordt niet verondersteld aanwezig te zijn bij een houder 3:118 lid 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rabobank/Fleuren

A

Retentierecht kan ook op onroerende zaken maar moet wel worden ontruimd om macht te verschaffen. Duidelijk aangeven met bordje. Niet tegenover derden met ouder recht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly