Samenvatting week 3 Flashcards
Vereisten voor levering onroerende zaken en registergoederen
3:89 BW
Tussen partijen opgemaakte notariële akte (lid 1)
Akte moet nauwkeurig de titel van de overdracht vermelden (lid 2)
Inschrijving in de openbare registers (lid 1 jo 3:19 BW)
Mogelijke problemen tussen opmaken akte en inschrijving
Vervreemding/bezwaring
Faillissement
Beslag
Levering vorderingsrechten
Vorderingsrecht is recht op naam 3:94 BW
Op 2 manieren:
- openbare cessie 3:94 lid 1
- stille cessie 3:94 lid 3
Levering openbare cessie
3:94 lid 1 + akte 156-157 Rv + Mededeling aan schuldenaar 3:37 lid 1
Levering stille cessie
3:94 lid 3, authentieke of geregistreerde onderhandse akte zonder mededeling
Alleen mogelijk uit bestaande/voortvloeisel reeds bestaande rechtsverhouding!
Levering bij voorbaat artikelen
3:97 BW toekomstige goederen
3:90 roerende zaken
3:94 vorderingen op naam
Levering bij voorbaat stappenplan
Artikel 3:97/3:90/3:94
Verkoop altijd mogelijk, levering soms, overdracht nooit.
Levering kan door: geanticipeerde CP/BM/LM
Gevolgen: overdracht vindt van rechtswege plaats zodra vervreemder het goed verkrijgt
Bij geanticipeerde CP-levering 3:115 BW gaan bezit en eigendom bij verkrijging door vervreemder ook van rechtswege over op verkrijger.
Speciale regel dubbele levering bij voorbaat roerende zaken
Bij dubbele levering bij voorbaat kan jonger recht ingeroepen worden tegen oudere indien de zaak alsnog in handen is gekomen 3: 97 lid 2 laatste zin
Levering bij voorbaat vorderingsrechten artikelen en vereisten
Openbare cessie: 3:94 lid 1 jo 3:97 BW indien schuldenaar bekend
Stille cessie: 3:94 lid 3 jo 3:97 BW mits het een bestaande vordering is of een die rechtstreeks wordt verkregen uit bestaande rechtsverhouding
Wanneer is een vordering toekomstig?
Als het afhankelijk is van een toekomstige, onzekere omstandigheid, zie Onex-arrest
Wat is absoluut/relatief toekomstig?
Absoluut toekomstig is als de rechtsverhouding nog ontbreekt
Relatief toekomstig is als de rechtsverhouding al bestaat
Vorderingen die toekomstig lijken maar dat niet zijn
vordering onder opschortende voorwaarde, tijdsbepaling en vaststaande periodieke betalingen
Overdracht onder voorwaarde
artikel 3:84 lid 4 BW
Opschortende voorwaarde
Ontbindende voorwaarde