Samenvatting week 1 Flashcards

1
Q

Bevoegdheden eigendom

A

Gebruiksrecht beschikkingsbevoegdheid, revindicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Natrekking

A

Roerende zaak 3:3? Hoofdzaak 3:4? Depex en Prorail. Hoofdzaak 5:14 waardeverschil en verkeersopvattingen
Geen hoofdzaak? Mede-eigendom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vermenging

A

Stappenplan natrekking want 5:14 ook toepasbaar door 5:15 dus 5:15 jo 5:14

Zalco: geen hoofdzaak dan mede-eigendom van nieuwe zaak, pandrecht aandeel in de nieuwe zaak.

Hoofdzaak: waardeverschil/verkeersopvattingen 5:14 lid 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zaaksvorming

A

Nieuwe identiteit en gevormd door menselijk handelen

Is er sprake van dat vormen/doen vormen dan 5:16 lid 2 of lid 1 jo. 5:14

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Natrekking onroerende zaken

A

Onroerend 3:3?
Grond trekt in beginsel alles na 5:20 lid 1 sub e

Portacabin: Duurzaam met de grond verenigd als dat zo bestemd is en naar buiten toe kenbaar
verkeersopvattingen kunnen alleen een aanwijzing geven maar niet bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Opstalrecht

A

Onroerende zaak, eeuwigdurend, genot en gebruik odig voor volle genot opstalrecht, retributie als vergoeding en eigenaar van bouwwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Erfpacht

A

Onroerende zaak, eeuwigdurend, zelfde genot als eigenaar, canon
= vergoeding, niet eigenaar van bouwwerken maar wel behoudens afhankelijk opstalrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vruchtgebruik

A

Goederen, levensduur, gebruiken en vruchten genieten, vergoeding, niet eigenaar bouwwerken behoudens afhankelijk opstalrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Erfpacht

A

Genotsrecht, 5:85 - 5:100 BW, Erfpachter is bevoegd een onroerende zaak van een ander te behouden en te gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Optstalrecht

A

Genotsrecht, 5:101-5:105 BW, Recht om te bouwen op eigendom van een ander, onroerende zaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Erfdienstbaarheid

A

Genotsrecht, 5:70-5:83 BW, last op het dienende erf ten behoeve van het heersende erf, onroerende zaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vruchtgebruik

A

Genotsrecht, 3:201-3:225 BW, goederen van een ander gebruiken en de vruchten genieten, kan op roerende/onroerende zaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Pandrecht

A

Zekerheidsrecht, specifiek 3:236 BW of 3:227 BW en verder
Zekerheid ter voldoening van een bepaald vorderingsrecht, alleen op registergoederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hypotheekrecht

A

Zekerheidsrecht, specifiek 3:260 BW of 2:227 BW en verder.
Zekerheid ter voldoening van een bepaald vorderingsrecht op registergoederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly