Samenvatting week 6 Flashcards

1
Q

Vestiging pandrecht op roerende zaak, niet-registergoed artikel?

A

3:227

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vestiging op vorderingsrecht, artikel?

A

3:227

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Overdraagbaarheid pandrecht, artikelen?

A

3:228 jo 3:98 jo 3:83 lid 1 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Coface/Intergamma

A

Goederenrechtelijke onoverdraagbaarheid moet ondubbelzinnig uit contract blijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vestigingshandeling pandrecht, 2 vormen:

A

Open/vuistpandrecht
en
Stil/bezitloos pandrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Open/vuist pandrecht artikel?

A

3:236 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stil/bezitloos pandrecht, artikel?

A

3:237 voor roerende zaak, 3:239 vorderingsrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Eisen bepaalbaarheid vordering via welk artikel en arrest?

A

3:231 lid 2 BW en Mulder/Rabobank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe bepaal je of een vordering bestaand of toekomstig is?

A

WUH/Emmerig (Onex) arrest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vestiging pandrecht op toekomstige vordering uit reeds bestaande rechtsverhouding, welk artikel?

A

3:239 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vestiging pandrecht bij voorbaat op toekomstige vordering, welke artikelen?

A

3:98 jo 3:84 jo. 3:239 lid 1 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vestiging vuistpandrecht, artikel?

A

3:236 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vereisten vuistpandrecht

A

In de macht van pandhouder/bevoegde derde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Derdenbescherming pandhouder, artikel

A

3:238 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vestiging pandrecht bij voorbaat op roerende zaken, welk artikel?

A

3:97 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vestiging vuistpandrecht bij voorbaat, artikelen?

A

3:236 jo 3:98 jo 3:97 BW

17
Q

Wanneer kan een vuistpandrecht niet gevestigd worden

A

Als het een toekomstige zaak is, want moet in de macht van pandhouder/derde gebracht worden

18
Q

Vestiging stilpandrecht bij voorbaat, welke artikelen?

A

3:237 jo 3:98 jo 3:97 BW

19
Q

Beschikkingsbevoegdheid bij een eigendomsvoorbehoud op het voorwaardelijk eigendomsrecht

A

RABOBANK/REUSER

20
Q

Is een pandrecht bij voorbaat faillissementsbestendig?

A

nee, art. 23 jo 35 lid 2 Fw

21
Q

Vestiging stilpandrecht op vordering op naam, artikel?

A

3:239

22
Q

Vereisten stilpandrecht op vordering

A
  1. Vordering op naam 3:227 BW
  2. Overdraagbaarheid 3:228 jo 3:98 jo 3:83 lid 2 BW en Coface/Intergamma
  3. Authentieke of geregistreerde akte 3:239 lid 1 BW, geen mededeling vereist
  4. Geldige titel en beschikkignsbevoegdheid 3:239 jo 3:98 jo 3:84 BW
23
Q

Vermenging pandrecht

A

HR Zalco

24
Q

Inning stilpandrecht, artikelen?

A

Kan omzetten in vuistpandrecht door afgifte te vorderen 3:237 lid 3 en 3:239 lid 3 BW

25
Q

Inning stilpandrecht op vordering door pandhouder, artikel?

A

3:246

26
Q

Tenietgaan pandrechten door?

A

betaling, afstand, verrekening
tenietgaan afgeleide recht
zaak in macht vuistpandgever
Mulder/CLBN bij betaling aan curator

27
Q

Mulder/CLBN

A

Bij stilpandrecht op een vordering gaat het pandrecht teniet, waardoor de pandhouder geen separistpositie heeft maar wel voorrang op het geïnde zolang hij meebetaald aan de faillissementskosten

28
Q

Pandrecht op vordering uitoefenen, artikelen?

A

3:246, 3:239 lid 3 BW, 3:246 lid 5

29
Q

Hypotheekrecht vereisten, artikelen?

A

3:98 jo 3:84

Oftewel, geldige titel, B EN vestigingshandeling 3:260

30
Q

Hypotheekrecht, vestigingshandeling, artikel?

A

3:260 lid 4 jo 3:98 jo 3:89

31
Q

Is een vestiging bij voorbaat mogelijk op een registergoed?

A

Nee, 3:97 BW

32
Q

Als schuldenaar toch geen hypotheek vestigt terwijl wel afgesproken, dwingen via artikel?

A

3:300

33
Q

Vestiging hypotheekrecht, artikelen?

A

3:227 registergoed
3:228 jo 3:98 jo 3:83 lid 1 BW overdraagbaar
3:260 inschrijving
3:231 vordering voldoende bepaalbaar
3:98 jo 3:84

34
Q

Meervoudige hypotheek

A

Prioriteitsregel

35
Q

Uitoefening hypotheekrecht

A

Recht tot parate executie 3:268

36
Q

Tegengaan uitoefening hypotheekrecht, hoe?

A

Het goed te lossen 3:269 BW

37
Q

Beperkte rechten na executoriale verkoop?

A

Teniet. 3:273 lid 1 BW

38
Q

Hoe kunnen hypotheekrechten tenietgaan? 3 manieren

A
  1. Voldoening hypothecaire vordering
  2. Zuivering
  3. Tenietgaan via 3:81 lid 2 BW