Goederenrecht Jurisprudentie Flashcards

1
Q

Texeira de Mattos

A

Eigenaar van een zaak is eigenaar van al haar bestanddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dépex/Curatoren van Bergel

A

Voor natrekking van roerende zaken verenigd met onroerende zaken moet er gekeken worden naar verkeersopvattingen 3:4 lid 1 en moet er een constructieve afstemming bestaan tussen hoofdzaak en bestanddeel en moet de hoofdzaak onvoltooid zijn zonder bestanddeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kuikenbroederij

A

Er ontstaat een nieuwe zaak als de zaak een zodanige gedaantewisseling heeft gedaan dat die naar erkeersopvattingen een eigen, van de oorspronkelijke zaak te onderscheiden identiteit heeft. Een verlengd eigendomsvoorbehoud op nieuwe gevormde zaken 5:16 BW is niet mogelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ontvanger/Rabobank (Portacabin)

A

Een gebouw is duurzaam met de grond verenigd als de bestemming om duurzaam daar te blijven naar buiten toe kenbaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Prorail/Rijswijk

A

Voor bepaling bestanddeel moet worden gekeken naar constructieve afstemming en onvoltooid zijn - als het een tijdelijke hulpfunctie heeft is dat vaak geen bestanddeel naar verkeersopvattingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zalco II

A

Bij bepalen of bestanddeel zonder schade van betekenis verwijderd kan worden moet gekeken worden naar schade voor het goed, niet de kosten of waarde achteraf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gielkens/Gielkens

A

Rechter kan de bewijslast opleggen aan de houder die wordt vermoed het goed te bezitten indien hij dat vermoed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zuidplaspolder

A

Door inbezitneming kan onroerend goed worden verkregen als het naar buiten toe kenbaar is wie de eigenaar lijkt te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Coface/Intergamma

A

De woorden ‘zullen’/’mogen’ hebben alleen verbintenisrechtelijke werking. Om een beding de goederenrechtelijke werking uit te laten sluiten moet het naar objectieve maatstaven dat doen, bijv. door ‘niet kan/kunnen’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gemeente Heusden/Verweerders

A

Voor bezitsverlies door verjaring hoeft de rechthebbende niet te weten dat zijn terrein wordt gebruikt, zolang het maar voor derden kenbaar is wie de eigenaar is/pretendeert te zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

WUH Emmerig q.q. (Onex)

A

Voortvloeisels uit onzekere toekomstige vorderingen ontvangen na faillissement belanden in de faillissementsboedel omdat de failliet niet beschikkingsbevoegd was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Centraal Beheer/Gritter

A

De onachtzaamheid van de bestolene brengt niet mee dat hij het recht op terugvordering verliest in de zin van 3:86 lid 3 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gestolen Caravan

A

Bij derdenbescherming mag de koper ervan uitgaan dat het niet om eendagshandel gaat als de verkoopruimte bestemd lijkt te zijn om daar duurzaam te verblijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Coppes/Van de Kolk

A

Bij overdraagbaarheid eigendomsvoorbehoud moet gekeken worden naar de overeenkomst waarbij het is gesloten EN je moet de autopapieren checken om te goeder trouw te zijn bij tweedehands auto’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De Mesdag

A

Het overschrijven van de grenzen van beschikkingsbevoegdheid om te verkopen gekregen uit een ovk leidt niet tot meer beschikkingsbevoegdheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Autopapieren II

A

Voor een geslaagd beroep op goede trouw bij het kopen van tweedehands auto’s is vereist dat degene die een tweedehands auto verkrijgt de autopapieren (deel II) heeft onderzocht

17
Q

Hoogovens/Matex

A

Indien goederen onder EVB worden geleverd en vervolgens doorverkocht, heeft de derde geen informatieplicht om beschikkingsbevoegdheid te onderzoeken indien geen feiten daar aanleiding toe geven. De verkrijger mag er dan vanuit gaan dat de doorverkoper beschikkingsbevoegd is.

18
Q

Love Love

A

Bij doorlevering bij EVB moet gekeken worden naar de ovk waarbij het is gemaakt. De bestemming om doorgeleverd te worden is onvoldoende.
Het casco van een schip is al een schip.

19
Q

Sogelease

A

Een sale-and-leaseback ovk is niet strijdig met het fiduciaverbod van 3:84 lid 1 BW omdat het meer dan zekerheid biedt, namelijk het gebruik.

20
Q

Rabobank/Reuser

A

De koper van een onder EVB geleverde zaak kan een geldig pandrecht vestigen op zijn voorwaardelijk eigendomsrecht. Dat recht kan na faillissement van de koper door betaling van de verkoper uitgroeien tot een vol eigendomsrecht, waardoor de zaken aan de pandhouder toekomen.

21
Q

Mulder q.q./Rabobank

A

Bij verpandingen van vorderingen op naam moeten de vorderingen in voldoende mate in de akte zijn bepaald, het is genoeg dat er een omschrijving is waarmee achter kan worden vastgesteld om welke vorderingen het gaat

22
Q

Mulder q.q./CLBN

A

De curator is bevoegd om betalingen van de verpande vordering in ontvangst te nemen zolang er geen mededeling van het pandrecht aan de schuldenaar heeft plaatsgevonden. Het pandrecht op het geïnde gaat teniet en de pandhouder verliest zijn separatist-positie maar behoudt wel zijn voorrangsrecht op het geïnde. Hij moet wel meebetalen aan de faillissementskosten.

23
Q

Glencore/Nationale Borg c.s. (Zalco)

A

Wanneer bij vermenging geen hoofdzaak kan worden aangemerkt ontstaat er een nieuwe zaak (5:14 lid 2). Indien er een pandrecht op de originele zaak rustte ontstaat er een nieuw pandrecht op een aandeel in de nieuwe zaak ten behoeve van degene die het pandrecht op de door vermenging tenietgegane zaak had gevestigd. Een faillissement van de eigenaar van die zaak maakt dit niet anders, nu het pandrecht van rechtswege onstaat.

24
Q

Van der Wal/Duinstra

A

De goede trouw van de houder (3:120 jo 3:124) moet niet op dezelfde wijze worden beoordeeld als de goede trouw van de bezitter (3:118 lid 1).

25
Q

Rabobank/Fleuren c.s.

A

Een schuldeiser kan slechts een retentierecht op een zaak uitoefenen indien hij houder van die zaak is, in dier voege dat afgifte nodig is om de zaak weer in macht van de schuldenaar of rechthebbende te brengen. Het houderschap van de schuldeiser eindigt niet zolang de zaak niet in de macht van de schuldenaar of rechthebbende komt.