ruimtelijke ordening hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

stadskern

A

het centrale gedeelte van een stad waar de meeste economische, culturele, administratieve en sociale activiteiten geconcentreerd zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

morfologie en functies stadskern

A

morfologie:
- hoge bevolkingsdichtheid
- aaneengesloten bebouwing
functies:
- handel, wonen, toerisme, bestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

19e -eeuwse uitbreiding

A

te veel landbouwers naar de stad om in fabrieken te werken
⮕uitbreiding buiten de muren
tussen middeleeuwse omwalling en de vestingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

morfologie en functies 19e eeuwse uitbreiding

A

morfologie
- hoge bevolkingsdichtheid
- aaneengesloten bebouwing
functies: wonen, diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

urbanisatie

A

plattelandsvlucht naar de kernstad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kernstad

A

stadskern + 19e eeuwse uitbreiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

na WOII

A
  • tijdperk: ‘koning auto’
  • kon in het groen rond de stad wonen
    ⮕naar werk pendelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

pendelen

A

het regelmatig reizen tussen de woonplaats en de werkplek/ school

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

suburbanisatie

A

plattelandsvlucht naar de kernstad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

stadsrand

A
  • gebied aan de rand van een stedelijk gebied
  • buiten de ring
  • post-industrieel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

morfologie en functies stadsrand

A

morfologie:
- hoge tot matige bevolkingsdichtheid
- aaneengesloten en halfopen bebouwing
functies: vooral wonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

agglomeratie

A

stadskern + 19e eeuwse uitbreiding+ stadsrand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

banlieue

A

de voorsteden of buitenwijken van grote steden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

morfologie en functies van banlieue

A

morfologie:
- matige bevolkingsdichtheid
- open bebouwing
functies: wonen, thuisbouw, handel,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

stadsgewest

A

agglomeratie + banlieue

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

rurbanisatie

A

verstedelijking van het platteland

17
Q

forensenwoonzone

A

een gebied waar mensen wonen die pendelen naar hun werk in een andere stad of regio

18
Q

morfologie en functies forensenwoonzone

A

morfologie:
- matige tot lage bevolkingsdichtheid
- open bebouwing
functies: vooral landbouw en wonen

19
Q

stedelijke leefcomplex

A

stadsgewest + forensenwoonzone

20
Q

ontvolking

A

afname van de bevolking in een bepaald gebied

21
Q

verkrotting

A

proces waarbij gebouwen, infrastructuur of hele wijken geleidelijk in een staat van verval of verwaarlozing terechtkomen

22
Q

stadsrenovatie

A

het verbeteren van bestaande stedelijke gebieden om de leefbaarheid, functionaliteit en aantrekkelijkheid ervan te vergroten

23
Q

gentrificatie

A

stad transformeren naar een woongebied voor de meer bemiddelde klasse

24
Q

re-urbanisatie

A

herwaardering van wonen in de stad

25
Q

ruimtelijke seggregatie

A

bevolkingsgroepen met verschillende achtergronden die in andere delen van de stad wonen

26
Q

mobiliteitsscore

A

maatstaf die de toegankelijkheid en efficiëntie van mobiliteit in een bepaald gebied beoordelen

27
Q

file

A

situatie waarbij het verkeer stilstaat of zeer langzaam beweegt als gevolg van congestie of ongeval

28
Q

salariswagen

A

voertuig dat door de werkgever aan de werknemer wordt verstrekt als onderdeel van het arbeidswoordenpakket