Ruggenmerg, hersenzenuwen en pupilreacties Flashcards

HC2 NAF

1
Q

Wat is een Hippus?

A

Een trillend oog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De mens heeft 31 paar spinale zenuwen, noem de groepen in paren

A
  • 8 paar cervicaal
  • 12 paar thoracaal
  • 5 paar lumbaal
  • 5 paar sacraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een Isocoor?

A

de pupillen zijn even groot en reageren in gelijke mate op licht door te vernauwen(of op donker door te verwijden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is Anisocorie?

A

de pupillen zijn ongelijk qua grootte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de mogelijke oorzaken van een verwijde pupil?

A
  • Beschadiging van de pupilkringspier
  • Uitval van de N.III (Oculomotorius)
  • Syndroom van Adie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de mogelijke oorzaken van een vernauwde pupil?

A
  • Iritis
  • Argyll Robertson- pupil
  • Syndroom van Horner
  • Fysiologisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een Retinoblastoom?

A

Tumor van de retina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de meeste voorkomende pupilafwijking?

A

RAPD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar staat RAPD voor?

A

Relatief Afferente PupilDefect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De N.III is een afferente/efferente baan?

A

Afferente (afvoerend)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De N. Opticus is een afferente/efferente baan?

A

efferente (aanvoerend)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een Parese?

A

Gedeeltelijke verlamming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een Paralyse?

A

Volledige verlamming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een plegie?

A

Volledige verlamming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een Quadriplegie?

A

Volledige verlamming vanaf de nek naar beneden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een Tetraplegie?

A

Volledige verlamming vanaf de nek naar beneden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een hemiplegie?

A

Een kant van het lichaam is verlamd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een Quadriparese?

A

Spierfuncties en gevoelswaarwording zijn aangetast maar niet geheel verloren gegaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een Paraplegie?

A

de benen zijn verlamd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke test voer je uit om de rode reflex te zien?

A

Bruckner test

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is cornea pathologie?

A

de iris of de pupil zijn niet zichtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is retina pathologie?

A

Er zit een ophoping in het oog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is een Directe pupilreflex?

A

Reactie van het oog dat wordt verlicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is Indirecte pupilreflex?

A

Reactie van het oog dat niet wordt verlicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is de reactie van het oog op nabij?

A
  • pupillen worden kleiner
  • ogen convergeren
  • de lens wordt boller
26
Q

Wat zijn de afwijkende pupilreacties?

A
  • RAPD
  • N.III parese
  • Syndroom van Adie
  • Marcus Gunn Jaw Winking syndroom
  • Hippus
  • Argyll-Robertson syndroom
27
Q

Wat is een Chirurgische N.III parese?

A

parese door chirurgische oorzaak

  • aneurysma
  • tumor
28
Q

Wat is een Interne N.III parese

A

parese door internistische oorzaak

  • diabetes
  • hypertensie
29
Q

Welk van de volgende parese kan vanzelf over gaan? Chirurgische N.III parese/Internistische N.III parese

A

Internistische N.III parese

30
Q

Wat zie je bij een N.III parese door aneurysma?

A

Gezichtsuitval defecten

31
Q

Wat zie je bij N.III parese door verlamming?

A

Down and out

32
Q

Parasympatische innervatie is kapot is de pupil hierdoor altijd groot/klein?

A

Groot

33
Q

Wat is zijn kenmerken van een Adie pupil?

A
  • Trage reactie op licht
  • sterkte maar langzame constrictie die lang aanhoud
  • slechte accommodatie
34
Q

Kan je een Adie pupil behandelen?

A

Nee, alleen leesbril voorschrijven

35
Q

Wat is zijn kenmerken van een Marcus Gunn Pupil?

A
  • traag en compact
  • aangedane oog is verziend
  • kan amblyoop worden
36
Q

Wat is een kenmerk van Agryll-Robertson ?

A

geen pupilconstrictie als reactie op licht, wel pupilconstrictie als reactie op accommoderen

37
Q

Noem twee redenen waarop een pupil kan reageren

A
  • reflex op licht

- reflex op acccommodatie

38
Q

Wat staat er met elkaar in verbinding bij het Marcus Gunn jaw winking syndroom?

A

N. Mandibulairs en de N. Trigeminus

39
Q

Wat gebeurt er bij het Marcus Gunn jaw winking syndroom?

A

bij eten/drinken/slikken knippert een oog

40
Q

Wat zijn oorzaken van verlamming aan de N.III?

A
  • ongeval
  • ontsteking/infectie
  • afwijking aan de hersenen/vliezen
  • gezwellen
  • zenuwaandoening(MS)
  • aangeboren stoornissen
41
Q

Waaruit bestaat het CZS?

A

ruggenmerg en de hersenen

42
Q

Wat is de functie meningen?

A
  • geven fysieke stabiliteit

- absorberen schokken

43
Q

Uit welke drie lagen bestaat het hersenvlies?

A
  • duramater
  • arachnoïdea
  • piamater
44
Q

Uit hoeveel lagen bestaat de duramater?

A

2 vezelige lagen

45
Q

Waardoor zijn de lagen van de duramater gescheiden?

A

door weefselvloeistof en bloedvaten

46
Q

De binnenste laag van de …. loopt op sommige plekken plooien, welke plooien zijn dit?

A

duramater en durale plooien

47
Q

Welke ruimte ligt tussen de duramater en de wervelkanalen?

A

epidurale ruimte

48
Q

Wat bevat de epidurale ruimte?

A

bindweefsel, bloedvaten en vetweefsel

49
Q

Waaruit bestaat de arachnoïdea?

A

parveiselepitheel

50
Q

Wat is de subarachnoïdael ruimte

A

web van collagene en elastische vezels

51
Q

Waarmee is de subarachnoïdale ruimte gevuld?

A

met cerebrospinale vloeistof

52
Q

Wat bevat de cerebrospinale vloeistof?

A

opgeloste gassen, voedingsstoffen ,chemische signaalstoffen en afvalstoffen

53
Q

Wat scheid de subarachnoïdale ruimte?

A

de arachnoïdea en de piamater

54
Q

Hersen hebben een hoge/lage stofwisseling?

A

hoge

55
Q

Hoeveel cervicaal zenuwen heeft de mens?

A

8 paar

56
Q

Hoeveel thoracaal zenuwen heeft de mens?

A

12 paar

57
Q

Hoeveel lumbaal zenuwen heeft de mens?

A

5 paar

58
Q

Hoeveel sacraal zenuwen heeft de mens?

A

5 paar

59
Q

Hoeveel paar spinale zenuwen heeft de mens?

A

31 paar

60
Q

Welke stof bevat stijgende en dalende banen?

A

witte stof