Rotaties en latente variabelen Flashcards

1
Q

Waarom roteren

A

De initiele oplossing is een wiskundige oplossing, hierdoor vind je vaak geen eenvoudige structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar kun je zien wat voor rotatie er gebeurt is

A

Bij de voetnote van de tabel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

2 typen rotatie

A

Orthogonale rotatie
Oblieke rotatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Orthogonale rotatie

A

Na de rotatie hebben de assen dezelfde hoeken. De correlatie blijft dus hetzelfde, ze zijn ongecorreleerd
De gebruikte manier heet Varimax

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Varimax

A

Hoort bij orthogonale rotatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Oblieke rotatie

A

De assen draaien niet in een hoek van 90 graden, maar beiden zo zodat je de simpele structuur het best benaderd. Hierdoor ontstaat er een correlatie tussen de 2 PC’s
Oblimin hoort hierbij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Oblimin

A

Programma dat hij oblieke rotatie hoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zegt de pattern matrix

A

Deze geeft de ladingen aan. Deze gebruik je om te onderzoeken of er sprake is van een simpele structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zegt de structure matrix

A

De correlaties tussen items en PC’s. Hier kijk je in hoeverre afzonderlijke PC’s de items samenvatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zegt de component correlation matrix

A

De correlaties tussen de PC’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk type rotatie moet je kiezen?

A

Je begint altijd met de oblieke rotatie. Als de correlaties tussen de oblieke factoren zeer klein zijn (<0.1) mag je eventueel in een tweede stap orthogonale rotatie gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer is varimax valide

A

Als de correlatie in de populatie 0 is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Eigenschappen van ladingen in varimax

A
  • De correlatie tussen een item en een PC is gelijk aan de lading
  • Het kwadraat van de lading geeft weer hoeveel % van de itemvariantie door de betreffende PC wordt opgepakt
  • Wanneer je de som van de gekwadrateerde ladingen van de items bij een bepaalde component neemt krijg je de eigenwaarde van de geroteerde component
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Latente variabelen

A

Iets wat we niet direct kunnen zien of meten, zoals intelligentie of persoonlijkheid. Ze verklaren ook samenhangend gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Rotatie

A

zoek naar een oplossingen die de simpele structuur zo goed mogelijk benadert; dat is de oplossing die het
beste te interpreteren is.

kunnen we de assen draaien zodat de ladingen zoveel mogelijk langs één van de assen ligt (= hoge lading op de betreffende as, lage lading op de andere assen!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zegt de rotation sums of squares loadings tabel

A

Hoe de eigenwaardes en verklaarde variantie verdeeld zijn na de rotatie

17
Q

Veranderd de verklaarde variantie na roteren? varimax

A

Nee, de verklaarde variantie is alleen anders verdeeld over de componenten

18
Q

Hoe veranderen de communaliteiten na rotatie

19
Q

Specifieke eigenschappen voor de ladingen in een varimax oplossing

A
  • De correlatie tussen een item en een principale component (PC) is gelijk aan de lading
  • Het kwadraat van de lading geeft dus weer hoeveel % van de itemvariantie door de betreffende PC wordt
    opgepakt
  • De som van de gekwadrateerde ladingen van een item op alle componenten is de communality voor item 𝑖
  • En wanneer je de som van de gekwadrateerde ladingen van de items bij een bepaalde component neemt,
    krijg je de eigenwaarde van de geroteerde component
20
Q

Latente variabele modellen

A

Statistische modellen
voor verklaren van
correlaties tussen
indicatoren met behulp
van latente variabalen

21
Q

Doelen factoranalyse

A

Met behulp van factoranalyse onderzoeken we of we met een beperkt aantal onderliggende factoren
(latente variabelen) de associaties tussen de indicatoren van het beoogde psychologische construct
kunnen verklaren.

We gebruiken de resultaten van een factoranalyse om conclusies te trekken over de interne
structuur en/of dimensionaliteit van de test, en/of de betekenis van een construct, en/of hoe
constructen zich van elkaar onderscheiden.

Ook kunnen we op basis van de factoranalyse onderzoeken of het zinvol is om subschalen te
maken en zo ja welke items in welke subschaal vallen en welke inhoudelijke betekenis we aan de
subschalen kunnen toekennen.

Echter. factoranalyse geeft geen antwoord op de vraag of de schaalscores voldoende betrouwbaar
zijn! Hiervoor gebruiken we klassieke testtheorie (CTT) of itemresponstheorie