Regelmatige werkwoorden vervoegen (-er) : Chanter Flashcards
1
Q
ik zing
A
je chante
2
Q
jij zingt
A
tu chantes
3
Q
hij zingt
A
il chante
4
Q
zij zingt
A
elle chante
5
Q
men zingt
A
on chante
6
Q
wij zingen
A
nous chantons
7
Q
u zingt
A
vous chantez
8
Q
jullie zingen
A
vous chantez
9
Q
zij zingen
A
ils/elles chantent