recht deel 4 Flashcards

1
Q

Gevolg van een hypotheek:

A
  • De schuldeiser heeft een sterker recht, omdat hij het goed kan verkopen indien nodig
  • De schuldeiser heeft een voorrangsrecht bij de verdeling van de opbrengst
  • Beperking voor de eigenaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • Inpandgeving
A

Als de schuldenaar zijn schuld niet betaalt, kan de schuldeiser het roerende goed gebruiken om zijn vordering te verhalen. Het biedt een zekerheid.
De pandhouder mag het goed houden en gebruiken totdat de schuld volledig is voldaan. Eventuele vruchten of interesten, mogen geïnd worden, maar moeten worden verrekend met de schuld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voorrechten

A

Voorrechten zijn wettelijke rechten die bepaalde schuldeisers een voorrangspositie geven bij de verdeling van opbrengsten uit een faillissement of bij de verkoop van goederen van een schuldenaar. Ze kunnen algemeen zijn of bijzonder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  • Algemeen voorrecht
A

Betrekking op alle goederen van de schuldenaar, zowel roerende als onroerende. Denk bijvoorbeeld aan fiscus (belastingen hebben een algemeen voorrecht) of werknemers. Algemeen voorrecht geeft bescherming aan schuldeisers met een maatschappelijke prioriteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • Bijzonder voorrecht
A

Betrekking op de opbrengst van een specifiek goed, het is beperkt tot één goed. Denk bijvoorbeeld aan verhuurder (heeft een voorrecht op de inboedel van het gehuurde pand) of leveranciers (hebben een voorrecht op de door hun geleverde goederen).
Rangregeling bij samenloop van schuldeisers. Dit gebeurd wanneer een schuldenaar meerdere schuldeisers heeft, maar niet genoeg middelen om iedereen volledig terug te betalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

volgorde van betaling

A
  1. Voorrechten
    Schuldeisers met een voorrecht worden eerst betaald
  2. Volgorde binnen voorrechten
    Bijzondere gaan voor algemene voorrechten
  3. Gewone schuldeisers
  4. Pro rata verdeling
    Als er onvoldoende middelen zijn voor schuldeisers in dezelfde rang, worden de beschikbare middelen naar rato verdeeld.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De contractuele aansprakelijkheid

A

Dit betekent dat de ondernemer verantwoordelijk wordt vanaf het moment dat een contract wordt afgesloten. Die verantwoordelijkheid geldt alleen tegenover de partijen waarmee hij een contract heeft afgesloten. Dit kunnen klanten, leveranciers, banken, verzekeringsmaatschappijen, etc. zijn. Door deze contracten verbindt de hotelhouder zich ertoe bepaalde afspraken na te komen, zoals het leveren van diensten of het betalen van facturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De Strafrechtelijke aansprakelijkheid

A

Wanneer de hotelhouder strafrechtelijk vervolgbare feiten pleegt, zoals niet naleving van boekhoudkundige voorschriften of geluidshinder realiseert of hij beschikt niet over de geijkte milieuvergunningen, zullen deze kunnen vervolgd worden en het slachtoffer dient eventueel vergoed moeten worden. De strafrechtelijke aansprakelijkheid volgt uit een overtreding van wetten en reglementen. Ze is van openbare orde en elke inbreuk heeft een sanctie tot gevolg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

3.1.2.1 Overtreding

A

minst ernstige strafbare feiten, zoals een verkeersovertreding of het opzettelijk kapotmaken van spullen in een café. De straf hiervoor is een gevangenisstraf van minder dan 8 dagen of een geldboete

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

3.1.2.2 Wanbedrijf

A

Denk hierbij aan fiscale fraude, druggeralateerde delicten of valsheid in geschrifte. De straf kan een celstraf van minimaal 8 dagen tot max 5 jaar zijn of geldboetes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

3.1.2.3 Misdaad

A

Denk hierbij aan een gewapende overval. De straf is een gevingenisstraf van meer dan 5 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3.1.2.4 Schadevergoeding

A

Als iemand veroordeeld wordt voor een strafbaar feit, moet het slachtoffer een schadevergoeding krijgen. Dit is een compensatie voor de gelden schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3.1.3 Burgerlijke aansprakelijkheid of quasi-delictuele aansprakelijkheid

A

In tegenstelling tot de strafrechtelijke aansprakelijkheid is de burgerlijke aansprakelijkheid niet van openbare orde. Men kan zijn verantwoordelijkheid beperken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

3.1.3.1 Fout

A

Een fout is een overtreding van een wet of reglement. Je rijdt met een auto over een kruidpunt en er komt van rechts iemand aangereden en er is botsing. Je hebt een fout aangegaan want rechts heeft voorrang. Degene die schade heeft gehad is degene die van rechts kwam. Er is dus schade gekomen door de fout die je hebt gedaan en die schade moet je dan vergoeden. Maar degene die van rechts komt heeft ook een fout begaan want die had op tijd moeten kunnen stoppen en zich hadden moet aanpassen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

3.1.3.2 Nalatigheid/ onvoorzichtigheid

A

Dit is bewezen wanneer een andere als referentie in identieke omstandigheden niet dezelfde handeling zou stellen. Als iemand dus komt werken na een nacht door te halen en dan valt dan is dit ook onvoorzichtig of nalatigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

3.1.3.3 Schade

A

Je hebt materiële schade en morele schade. Materiële schade is schade die meetbaar is in geld, denk aan medische kosten, paramedische kosten, tijdelijke werkonbekwaamheid en blijvende werkonbekwaamheid. Morele schade is emotioneel of psychologisch en moeilijker in geld uit te drukken, je hebt directe (de pijn/ verdriet die jij voelt) en indirecte (de pijn/ verdriet die familieleden voelen door jouw situatie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

3.1.3.4 Oorzakelijk verband

A

Dit verwijst naar de relatie tussen twee gebeurtenissen of situaties, waarbij de ene gebeurtenis direct leidt tot de andere. De fout of nalatigheid heeft geleid tot de schade.
Een schadegeval net een auto, de persoon wordt aangereden en stapt uit de auto en staat te wachten naast de weg. En die is volledig helder. En op het moment dat de ziekenauto komt heeft ze een hersenbloeding en overlijd ze. Is er een oorzakelijk verband tussen het ongeval en de dood van de mevrouw? Is de bloeding gekomen door het ongeluk of staat het er los van?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

3.1.4 Aansprakelijkheid voor anderen

A

Denk bijvoorbeeld aan ouders die verantwoordelijk zijn voor schade veroorzaakt door hun minderjarige kinderen. Of leerkrachten verantwoordelijk voor leerlingen tijdens de schooluren. Of werkgevers zijn aansprakelijk voor schade veroorzaakt door hun werknemers in de uitoefening van hun werkzaamheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

3.1.5 Aansprakelijkheid door zaken

A

Zonder enige fout te begaan kan de bewaarder of eigenaar van een goedaansprakelijk zijn voor de schade die de zaak aan richt aan derden op grond van ‘een gebrek in de zaak’
Als ondernemer is men verantwoordelijk. Dit geldt zowel voor voorwerpen (roerende goederen) als voor gebouwen (onroerende goederen). In het geval van onroerende goederen moet men niet eens eigenaar zijn van het gebouw. Het is al genoeg als men bewaarder is om aansprakelijk gesteld te worden. De fout moet (in dit geval) niet bewezen zijn. Men kan zich hierbij wel bevrijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

3.1.6 Productaansprakelijkheid

A

Gezien de hotelhouder ook producten levert (zeepjes, drank en voeding) zijn ze conform de Europese richtlijn ook verantwoordelijk voor een gebruikt product dat eventueel schade aanricht aan een klant of gebruiker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

3.1.7 De objectieve aansprakelijkheid van de hotelhouder

A

De aansprakelijkheid die een hotelhouder draagt voor schade die ontstaat aan een gast of dienst eigendommen, zelfs wanneer de hotelhouder zelf geen schuld heeft aan die schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Een rechtshandeling

A

Een rechtshandeling is een handeling van één of meer personen die erop gericht is de door het recht erkende rechtsgevolgen tot stand te doen komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Personen in het rechtsverkeer

A
  • Natuurlijke personen: mensen zoals jij en ik
  • Rechtspersonen: bedrijven, verenigingen of andere entiteiten met juridische persoonlijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wat is een Een overeenkomst

A

Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling waarbij twee of meer partijen een wilsovereenstemming bereiken met als doel juridische gevolgen te creëren. Een wilsovereenstemming betekent dat de partijen het eens moeten zijn over de inhoud van de overeenkomst. Een overeenkomst omvat onder andere contractuele afspraken maar ook overeenkomsten om verbintenissen te wijzigen, over te dragen of te beëindigen. Een contract is in feite een soort overeenkomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

welke overeenkomsten zijn er

A
  • Benoemde overeenkomsten
    Deze zijn specifieke overeenkomsten die door de wet worden erkend en geregeld.
  • Niet-benoemde overeenkomsten
    Afspraken tussen partijen die niet expliciet in de wet zijn geregeld
26
Q

5 manieren waar een verbintenis kan onstaan

A
  • Aansprakelijkheid op je nek te krijgen door bv schade
  • Misdrijf plegen
  • Zaakwaarnemening, het kan zijn dat de ramen van je buren herstelt terwijl ze op vakantie zijn, dan moet de buurman je jouw terug betalen.
  • Wet schrijft het voor, wanneer je bv ouder zijn van een kind meot je je kind onderhouden of als kind moet je je ouders ondersteunen indien nodig.
  • Overeenkomsten. Wanneer dat je je verbindt tot bepaalde afspraken dan moet je die volgen.
27
Q

wat is een verbintenis

A

Een verbintenis is een voorschrift dat de wetgever stelt in bepaalde omstandigheden moet u iets doen, mag u iets doen of mag u iets niet doen.

28
Q

waneer is een overeenkomst geldig. aan welke dingen moet deze voldoen

A
  • Wilsovereenstemming tussen partijen
    De partijen moeten het eens zijn over de essentie van de afspraak.
  • Veruiterlijking noodzakelijk: de wil moet duidelijk worden gemaakt door een uiting, zoals mondelinge afspraken of een handtekening
  • Wilsleer: de werkelijke wil primeert boven de wilsverklaring.
  • Wil voldoet aan kwalitatieve minimumvoorwaarden
    De wil moet vrij zijn van wilsgebreken, bv bedrog, dwang, benadeling, geweld en dwaling.
  • Handelingsbekwaamheid van partijen
    Alle partijen moeten juridisch in staat zijn om een overeenkomst aan te gaan (niet minderjarig of mentale beperking)
  • Een geldig voorwerp
    Je kan ook geen lucht verkopen.
  • Een rechtmatige oorzaak
    De oorzaak moet rechtmatig zijn en niet strijdig met de openbare orde
    Als een overeenkomst aan bovenstaande niet voldoet kan deze ongeldig (nietig) verklaard worden.
29
Q

waneer is een derde schuldeiser

A
  • Beding ten behoeve van derde
    De partijen in een overeenkomst spreken expliciet af dat een recht aan een derde gegeven wordt
  • Rechtstreekse vordering aan derden door de wet
    Soms is het in de wet toegestaan
  • Overdracht van vordering bij contract
    Dit betekent dat de oorspronkelijke schuldeiser zijn recht overdraagt aan een andere partij.
30
Q

wat is Tegenstelbaarheid

A

Tegenstelbaarheid betekent dat een derde een bestaande overeenkomst moet respecteren. Als een niet-concurrentiebeding is afgesproken in een contract, mag een derde de werknemer niet aanzetten tot het schenden hiervan. Doet de derde dit toch kan deze aansprakelijk worden gesteld voor derde-medeplichtigheid.

31
Q

manieren om een verbintenis te beeindigen.

A
  • Contractuele verbintenissen zijn nagekomen
    Alle partijen hebben hun verplichtingen nageleefd en voldaan
  • Ontbinding wegens wanprestatie
    Een partij komt zijn verplichtingen niet na en de andere partij laat de overeenkomst ontbinden.
  • Uitdoving van de overeenkomst door:
  • Overmacht: een situatie waarin een partij door onvoorziene en oncontroleerbare omstandigheden niet in staat is zijn verplichtingen na te komen
  • Verval: er is een bepaalde voorwaarde of termijn bereikt
  • Eenzijdige verbreking of opzeggen: alleen mogelijk als dit in contract staat
  • Wederzijdse verbreking of opzegging: beide partijen gaan akkoord
  • Overlijden bij intuitu personae overeenkomsten
    De persoon die is overleden was essentieel voor de uitvoering van het contract
  • Nietigheid
    De overeenkomst voldoet niet aan de voorwaarden of is strijdig met de wet of openbare orde.
32
Q

Algemene verkoopsvoorwaarden

A

Dit zijn standaardregels die door een hotel of bedrijf worden opgesteld om de rechten en verplichtingen van de partijen bij een overeenkomst te regelen. Deze maken integraal deel uit van de overeenkomst en gelden automatisch. Dit betekent dat zodra een klant of leverancier een overeenkomst aangaat met het hotel, deze voorwaarden automatisch van toepassing zijn. Deze voorwaarden kunnen alleen schriftelijk worden gewijzigd. Als de klant of leverancier zijn eigen algemene voorwaarden gebruikt, dan worden deze genegeerd als ze in strijd zijn met de algemene voorwaarden van het hotel.

33
Q

Wie zijn de contractpartijen

A
  • Degen die de kamer of accommodatie boekt
  • De hotelier
    Een persoon die daadwerkelijk in een hotel overnacht, is niet automatisch een contractpartij. Iemand anders kan ook voor die persoon geboekt hebben.
    Met klant bedoelt men de fysieke persoon die de bedoeling heeft te overnachten en met contractant bedoelt met degene die de boeking heeft gemaakt en het contract dus afsluit.
34
Q

Verplichtingen van de hotelhouder en contractant

A

In overeenstemming met het hotelcontract heeft het hotel verplichtingen ten aanzien van de klant, namelijk het verstrekken van logies en de gebruikelijke diensten. De contractant is verantwoordelijk voor het betalen van het bedrag dat is afgesproken in het hotelcontract.

35
Q

Vorm van het contract

A

In geval van een schriftelijk contract dient de hotelhouder de aankomst- en vertrekdatum van de klant te vermelden, de overeengekomen prijs, de omschrijving van de gevraagde diensten en de eventuele voorschotregeling.

36
Q

Beëindiging van de overeenkomst

A
  • Automatisch op de in het contract vermelde einddatum.
  • Indien er geen einddatum is, dan moet één van de partijen een opzegging geven
  • Annulering van de reservatie
  • Elke zware of herhaalde inbreuk op de contractuele verplichting geeft de schadelijdende partij het recht tot onmiddellijke beëindiging van het contract zonder vooropzeg
    Elke hotelhouder heeft de mogelijkheid tot bepaling (vaststelling) van de opzegtermijnen en de vergoedingen wegens contractbreuk die zullen vastgelegd worden tussen de partijen op het ogenblik van afsluiten van het contract.
37
Q

De gedragingen van de klant

A

De klant dient zich te gedragen naar de gebruiken en het reglement van het hotel waar hij verblijft en dit reglement ligt ter inzage voor de klant. Elke zware of herhaalde inbreuk op de contractuele verplichting geeft de schadelijdende partij het recht tot onmiddellijke beëindiging van het contract zonder vooropzeg

38
Q

De verantwoordelijkheid van de klant/ contractant

A

De klant en de contractant zijn solidair verantwoordelijk ten aanzien van de hotelhouder voor elke schade veroorzaakt aan personen, het gebouw, het meubilair of de uitrusting van het hotel en de plaatsen dewelke toegankelijk zijn voor het publiek

39
Q

Hotelbewaargeving

A

De hotelhouder is verplicht waardepapieren, geld of waardevolle zaken in bewaring te nemen. Hij mag dit weigeren in geval van buitensporige handelswaarde of goederen die overlast veroorzaken.

40
Q

De hotelhouder is niet aansprakelijk voor zover de beschadiging, vernieling of ontvreemding te wijten is aan

A
  • De gast of een persoon die hem vergezelt, bij hem in dienst is of hem bezoekt
  • Overmacht
  • Gewapenderhand gepleegde diefstal
  • De aard of het gebrek van de zaak
41
Q

Brouwerijcontract

A

Dit is een overeenkomst tussen brouwerij en een caféhouder voor een afname van bier en andere producten tegen bepaalde voorwaarden die gepaard gaan met een handelshuur of lening.

42
Q

clausules in de contracten worden per definitie verboden.
brouwerijcontract

A

Zo mag de brouwer of drankenhandelaar geen verplichtingen meer opleggen betreffende openingsuren of –dagen (als de horecabestemming van het onroerend goed wordt nageleefd), private aankopen, toekomstige uitbatingen en verkoopprijzen

43
Q

De minimale afnameverplichtingen

A

blijven bestaan, maar moeten uitgaan van een realistische benadering rekening houdend met een correct rendement voor alle partijen. Ze zullen ook jaarlijks worden geëvalueerd. Daarnaast worden situaties van overmacht verplicht in rekening gebracht en zijn er in geval van verbreking afspraken over maximale vergoedingen.

44
Q

Zijn de prijzen in de horeca gereglementeerd

A

Dit is niet het geval. Ondernemers hebben de vrijheid om hun prijzen te bepalen rekening houdend met de marktomstandigheden en financieel-economische overwegingen.

45
Q

Wettelijke regeling over de prijsaanduiding in de horeca

A

Wie logies, maaltijden, gerechten of dranken aanbiedt moet de prijzen ondubbelzinnig, schriftelijk en op een van buiten goed zichtbare plaats bekendmaken. De consument moet de prijzen dus kunnen raadplegen voordat hij naar binnen komt. Logies mag hiervan afwijken, maar ze moeten alsnog bij de receptie of de ingang een prijslijst kunnen consulteren.
De prijzen mogen per categorie zijn. Binnen de verkoopruimte moet er wel een volledige prijslijst aanwezig zijn. De prijzen moeten inclusief btw, taksen en eventuele andere extra kosten zijn.

46
Q

wat is een handelshuur

A

Een handelshuur is een huurovereenkomst waarbij de houder van een goed een handelspand ter beschikking stelt aan een huurder. Een handelspand betreft een gebouw of een deel van een gebouw, hoofdzakelijk gebruikt door de huurder voor de detailhandel of voor de activiteit van een ambachtsman die in direct contact met het publiek staat.

47
Q

Privégebruik van een handelspand

A

Als het voor privégebruik is, kan een gedeelte van het pand ook worden gebruikt als verblijfplaats van de huurder.

48
Q

Ontstaan van de overeenkomst

A

De overeenkomst kan zowel schriftelijk als mondeling ontstaan, maar er moet wederzijdse consensuele overeenstemming zijn. Dus beide partijen moeten het eens zijn.

49
Q

Verplichtingen van partijen

A
  • De verhuurder dient te leveren en te vrijwaren en dient het genot te geven. Hij voorziet verder in het grote onderhoud
  • De huurder dient de prijs te betalen en te onderhouden en had pand terug te geven na huur.
50
Q

De duur van een handelsovereenkomst

A

De duur van de handelshuur is 9 jaar en het is 3x te verlengen

51
Q

waneer dient een verlengingsaanvraag te gebeuren bij een handelsovereenkomst

A

De huurder kan tussen de 18e en 15e maand vóór het einde van de eerste, tweede of derde 9-jarige periode een verlengingsaanvraag sturen, aangetekend en met bepaalde inhoud.

52
Q

Het eindigen van de huurovereenkomst

A
  • Opzegging door verhuurder bv door wanbetaling, niet naleven van voorwaarden,…
  • Opzegging door de huurder
  • Wederzijdse overeenstemming
  • Verlenging geweigerd
  • Vrederechte
  • Einde van periode (9 jaar
53
Q

Politiefiche

A

Een politiefiche is dat je van elke gast een registratie moet maken. Dit bevat jouw ondernemingsnummer, een volgnummer, de datum van aankomst en de identificatiegegevens van de gast. Deze moesten vroeger elke 24 uur afgegeven worden, tegenwoordig niet meer. Je moet dit nog wel 7 jaar na vertrek van de gast bewaren.

54
Q

Btw-tarieven

A
  • Logies valt onder de 6%, ook bijpassende diensten zoals tv, parking, strijken, etc. Als ontbijt incl de kamerprijs is dan is het 6%, is het excl dan is het 12%.
  • Take-away eten en niet-alcoholische dranken is 12%. Alcoholische dranken bij take-away is 21%.
  • Alle ter plaatse te gebruiken eten en drinken is 21%.
55
Q

geregistreerd kassasysteem

A

Het GKS is het geregistreerd kassasysteem en geldt voor iedereen met een omzet van 25000 of meer.

56
Q

Toegankelijkheid

A

Wie een publiek toegankelijk gebouw wil bouwen of verbouwen moet bij de aanvraag tot omgevingsvergunningen ook aandacht hebben voor de toegankelijkheid van personen met een beperking. Denk aan vrije doorgangshoogte, looppad, niveauverschillen, trappen, deuropeningen, parkeerplaatsen, toiletten, etc.

57
Q

Arbeidsovereenkomst

A

Een arbeidsovereenkomst is een overeenkomst waarbij een werknemer zich ertoe verbindt om tegen loon en onder gezag van een werkgever arbeid te verrichten. Dit kan voor onbepaalde duur, bepaalde duur, deeltijd of student zijn.

58
Q

tewerkstellingsmaatregelen

A

De tewerkstellingsmaatregelen is door de overheid om de uitbaters aan te moedigen om werknemers aan te werven.

59
Q

wat is een decreet

A

Een decreet is een wetgevend besluit dat wordt uitgevaardigd door een parlement van een deelstaat van België. Het heeft dezelfde juridische kracht als een wet op federaal niveau, maar is beperkt tot de bevoegdheden van de deelstaat. Een decreet is bindend binnen het grondgebied van de betreffende deelstaat en voor alle personen, bedrijven of instellingen die daar actief zijn

60
Q

GDPR

A

Is een vorm van regelgeving die is opgelegd door Europa. Data wordt hierdoor beschermd en ook de onrechtstreekse privacy. Elk data die wordt bijgehouden van de gasten mag je verzamelen. De data worden hier bijgehouden, voor zolang en voor deze redenen. Op het moment dat de gasten de data willen zien, wil wijzigen of verwijderen, dan moet die het recht hiertoe krijgen. Je bent verplicht om dit bij te houden. Het komt erop neer dat het hotel transparanter moet handelen en de gasten meer inzicht krijgt.