recht deel 4 Flashcards
Gevolg van een hypotheek:
- De schuldeiser heeft een sterker recht, omdat hij het goed kan verkopen indien nodig
- De schuldeiser heeft een voorrangsrecht bij de verdeling van de opbrengst
- Beperking voor de eigenaar
- Inpandgeving
Als de schuldenaar zijn schuld niet betaalt, kan de schuldeiser het roerende goed gebruiken om zijn vordering te verhalen. Het biedt een zekerheid.
De pandhouder mag het goed houden en gebruiken totdat de schuld volledig is voldaan. Eventuele vruchten of interesten, mogen geïnd worden, maar moeten worden verrekend met de schuld.
Voorrechten
Voorrechten zijn wettelijke rechten die bepaalde schuldeisers een voorrangspositie geven bij de verdeling van opbrengsten uit een faillissement of bij de verkoop van goederen van een schuldenaar. Ze kunnen algemeen zijn of bijzonder
- Algemeen voorrecht
Betrekking op alle goederen van de schuldenaar, zowel roerende als onroerende. Denk bijvoorbeeld aan fiscus (belastingen hebben een algemeen voorrecht) of werknemers. Algemeen voorrecht geeft bescherming aan schuldeisers met een maatschappelijke prioriteit.
- Bijzonder voorrecht
Betrekking op de opbrengst van een specifiek goed, het is beperkt tot één goed. Denk bijvoorbeeld aan verhuurder (heeft een voorrecht op de inboedel van het gehuurde pand) of leveranciers (hebben een voorrecht op de door hun geleverde goederen).
Rangregeling bij samenloop van schuldeisers. Dit gebeurd wanneer een schuldenaar meerdere schuldeisers heeft, maar niet genoeg middelen om iedereen volledig terug te betalen.
volgorde van betaling
- Voorrechten
Schuldeisers met een voorrecht worden eerst betaald - Volgorde binnen voorrechten
Bijzondere gaan voor algemene voorrechten - Gewone schuldeisers
- Pro rata verdeling
Als er onvoldoende middelen zijn voor schuldeisers in dezelfde rang, worden de beschikbare middelen naar rato verdeeld.
De contractuele aansprakelijkheid
Dit betekent dat de ondernemer verantwoordelijk wordt vanaf het moment dat een contract wordt afgesloten. Die verantwoordelijkheid geldt alleen tegenover de partijen waarmee hij een contract heeft afgesloten. Dit kunnen klanten, leveranciers, banken, verzekeringsmaatschappijen, etc. zijn. Door deze contracten verbindt de hotelhouder zich ertoe bepaalde afspraken na te komen, zoals het leveren van diensten of het betalen van facturen.
De Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Wanneer de hotelhouder strafrechtelijk vervolgbare feiten pleegt, zoals niet naleving van boekhoudkundige voorschriften of geluidshinder realiseert of hij beschikt niet over de geijkte milieuvergunningen, zullen deze kunnen vervolgd worden en het slachtoffer dient eventueel vergoed moeten worden. De strafrechtelijke aansprakelijkheid volgt uit een overtreding van wetten en reglementen. Ze is van openbare orde en elke inbreuk heeft een sanctie tot gevolg.
3.1.2.1 Overtreding
minst ernstige strafbare feiten, zoals een verkeersovertreding of het opzettelijk kapotmaken van spullen in een café. De straf hiervoor is een gevangenisstraf van minder dan 8 dagen of een geldboete
3.1.2.2 Wanbedrijf
Denk hierbij aan fiscale fraude, druggeralateerde delicten of valsheid in geschrifte. De straf kan een celstraf van minimaal 8 dagen tot max 5 jaar zijn of geldboetes
3.1.2.3 Misdaad
Denk hierbij aan een gewapende overval. De straf is een gevingenisstraf van meer dan 5 jaar.
3.1.2.4 Schadevergoeding
Als iemand veroordeeld wordt voor een strafbaar feit, moet het slachtoffer een schadevergoeding krijgen. Dit is een compensatie voor de gelden schade
3.1.3 Burgerlijke aansprakelijkheid of quasi-delictuele aansprakelijkheid
In tegenstelling tot de strafrechtelijke aansprakelijkheid is de burgerlijke aansprakelijkheid niet van openbare orde. Men kan zijn verantwoordelijkheid beperken.
3.1.3.1 Fout
Een fout is een overtreding van een wet of reglement. Je rijdt met een auto over een kruidpunt en er komt van rechts iemand aangereden en er is botsing. Je hebt een fout aangegaan want rechts heeft voorrang. Degene die schade heeft gehad is degene die van rechts kwam. Er is dus schade gekomen door de fout die je hebt gedaan en die schade moet je dan vergoeden. Maar degene die van rechts komt heeft ook een fout begaan want die had op tijd moeten kunnen stoppen en zich hadden moet aanpassen.
3.1.3.2 Nalatigheid/ onvoorzichtigheid
Dit is bewezen wanneer een andere als referentie in identieke omstandigheden niet dezelfde handeling zou stellen. Als iemand dus komt werken na een nacht door te halen en dan valt dan is dit ook onvoorzichtig of nalatigheid
3.1.3.3 Schade
Je hebt materiële schade en morele schade. Materiële schade is schade die meetbaar is in geld, denk aan medische kosten, paramedische kosten, tijdelijke werkonbekwaamheid en blijvende werkonbekwaamheid. Morele schade is emotioneel of psychologisch en moeilijker in geld uit te drukken, je hebt directe (de pijn/ verdriet die jij voelt) en indirecte (de pijn/ verdriet die familieleden voelen door jouw situatie).
3.1.3.4 Oorzakelijk verband
Dit verwijst naar de relatie tussen twee gebeurtenissen of situaties, waarbij de ene gebeurtenis direct leidt tot de andere. De fout of nalatigheid heeft geleid tot de schade.
Een schadegeval net een auto, de persoon wordt aangereden en stapt uit de auto en staat te wachten naast de weg. En die is volledig helder. En op het moment dat de ziekenauto komt heeft ze een hersenbloeding en overlijd ze. Is er een oorzakelijk verband tussen het ongeval en de dood van de mevrouw? Is de bloeding gekomen door het ongeluk of staat het er los van?
3.1.4 Aansprakelijkheid voor anderen
Denk bijvoorbeeld aan ouders die verantwoordelijk zijn voor schade veroorzaakt door hun minderjarige kinderen. Of leerkrachten verantwoordelijk voor leerlingen tijdens de schooluren. Of werkgevers zijn aansprakelijk voor schade veroorzaakt door hun werknemers in de uitoefening van hun werkzaamheden
3.1.5 Aansprakelijkheid door zaken
Zonder enige fout te begaan kan de bewaarder of eigenaar van een goedaansprakelijk zijn voor de schade die de zaak aan richt aan derden op grond van ‘een gebrek in de zaak’
Als ondernemer is men verantwoordelijk. Dit geldt zowel voor voorwerpen (roerende goederen) als voor gebouwen (onroerende goederen). In het geval van onroerende goederen moet men niet eens eigenaar zijn van het gebouw. Het is al genoeg als men bewaarder is om aansprakelijk gesteld te worden. De fout moet (in dit geval) niet bewezen zijn. Men kan zich hierbij wel bevrijden.
3.1.6 Productaansprakelijkheid
Gezien de hotelhouder ook producten levert (zeepjes, drank en voeding) zijn ze conform de Europese richtlijn ook verantwoordelijk voor een gebruikt product dat eventueel schade aanricht aan een klant of gebruiker
3.1.7 De objectieve aansprakelijkheid van de hotelhouder
De aansprakelijkheid die een hotelhouder draagt voor schade die ontstaat aan een gast of dienst eigendommen, zelfs wanneer de hotelhouder zelf geen schuld heeft aan die schade
Een rechtshandeling
Een rechtshandeling is een handeling van één of meer personen die erop gericht is de door het recht erkende rechtsgevolgen tot stand te doen komen
Personen in het rechtsverkeer
- Natuurlijke personen: mensen zoals jij en ik
- Rechtspersonen: bedrijven, verenigingen of andere entiteiten met juridische persoonlijkheid
wat is een Een overeenkomst
Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling waarbij twee of meer partijen een wilsovereenstemming bereiken met als doel juridische gevolgen te creëren. Een wilsovereenstemming betekent dat de partijen het eens moeten zijn over de inhoud van de overeenkomst. Een overeenkomst omvat onder andere contractuele afspraken maar ook overeenkomsten om verbintenissen te wijzigen, over te dragen of te beëindigen. Een contract is in feite een soort overeenkomst.