Random 1 Flashcards

1
Q

Hoe schat je de moeilijkheid van cricothyrotomie in?

A

S - Surgery

M - Mass (abscess / hematoma)

A - Acces / anatomy (obesity / edema)

R - Radiation

T - Tumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveelste HZ is de n. abducens en wat is zijn functie?

A

HZ 6 - abductie oog (m. rectus lateralis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de symptomen van een ICH?

A
  1. Hoofdpijn
  2. Vomitus
  3. Sterk verhoogde tensie
  4. Focale neurologische uitval
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Omschrijf de Mallampati

A
  1. Zachte gehemelte, uvula en tonsillen
  2. Zachte gehemelte en uvula
  3. Zachte gehemelte en basis van de uvula
  4. Harde gehemelte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent een ipsilaterale blepharoptosis, miosis en faciale anhidrosis?

A

Het syndroom van Horner.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

PSA-dosering ketamine

A

0,5 - 1,0 mg/kg​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke vorm van afasie wanneer patiënt je niet

begrijpt?

A

Wernicke.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt het kalium gereguleerd?

A
  1. Interne K+ shift: insuline, catecholamines, zuur-base evenwicht
  2. Eliminatie: nieren (95%), darmen (5%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Analgesie dosering ketamine

A

0,2 - 0,4 mg/kg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat verwacht je bij een ACA iCVA en welk gebieden verzorgt het?

A
  • Contralaterale paralyse + hypesthesie been - been >> arm
  • Frontaal: inzicht#, grijp- en zuig reflexen, incontinentie
  • Apraxie, klunzigheid
  • Amaurosis fugax

→ verzorgt basale en mediale delen hemisferen, anterieure 2/3 deel pariëtaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Omschrijf de M van de EMV-score

A
  1. Geen reactie
  2. Strekken
  3. Pathologisch buigen
  4. Buigen / terugtrekken
  5. Lokaliseren
  6. Voert opdrachten uit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de combinatie van een RBTB, LAFB en LPFB?

A

Een bifasciculair blok.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de EMV-score (M) van iemand die strekt

op een pijnprikkel?

A

M2.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Inductie - Midazolam

  • Dosering
  • Bijwerkingen
  • Contra-indicaties
A
  • 0,2 - 0,3 mg/kg (ca. 25mg)
  • d_inotroop
  • CI: myasthenia gravis, niet bij erytromycine (of andere CYP34)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke en de hoeveelste HZ verzorgt het slikken,

de wurgreflex en spraak?

A

N. glossopharyngeaus (9) EN de n. vagus (10)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe schat je de moeilijkheid van directe laryngoscopie in?

A

L - Look externally

E - Evaluate 3 - 3 - 2 regel

M - Mallampati

O - Obstruction / obesity

N - Neck mobility

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

De hoeveelste HZ is de n. facialis en wat is zijn functie?

A

HZ 7 - motoriek gelaat (fronsen, ogen dicht, tanden laten

zien, wenkbrauwen omhoog, blazen, lachen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke en de hoeveelste HZ verzorgt de m. trapezius en m. sternocleidomasteoïdeus?

A

N. accessorius (11)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke leads voor lateraal infarct?

A

STE: I, aVL, V5-6

STD: III, aVF, V1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de combinatie van een 1e graads AV-blok,

RBTB, LAFB en LPFB?

A

Een trifasciculair blok.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de oorzaken van een delier?

A

I WATCH DEATH

Infection Deficiency

Withdrawal Environmental

Acute metabolic Acute Vascular

Trauma Toxins/drugs

CNS Heavy metals

Hypoxia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de EMV-score (M) van iemand die lokaliseert

op een pijnprikkel?

A

M5.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke en hoeveelste HZ verzorgt de sensibiliteit gelaat, kracht kauwspieren, corneareflex

A

N. trigeminus (5)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Relaxatie - Rocuronium

  • Dosering (incl. aantal ml)
  • Bijwerkingen
  • Contra-indicaties
A
  • 1,0 mg / kg
  • Niet-depolariserend! Bij RSI 60sec wachten!
  • Geen duidelijk contra-indicaties; werkt wat langer dan Succinylcholine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke leads voor RV infarct?

A

STE: V1 (+2) + III > II, aVF (inferior)

→ V4R (3-6)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Noem de 4 T’s

A
  • Tensie pneumothorax
  • Tamponade
  • Thrombo-embolie (LE / STEMI)
  • Toxiciteit van medicatie en/of drugs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Thiamine

A

250mg i.v./i.m. (cave hypomagnesiëmie!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wanneer behandel je een hypertensie bij een iCVA?

Hoe behandel je het?

A
  1. Systole >220, diastole >120 of MAP >130
  2. Indicatie voor rtPA en systole >185 of diastole >110
  3. Acute myocardinfarct
  4. Aorta dissectie
  5. Hypertensieve encephalopathie
  6. Ernstig linkerventrikelfalen

⇒ Labetolol of Nicardipine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Anafylaxie bij volwassenen

A
  • Trendelenburg, O2, fluid challenge
  • Adrenaline max. 0,5mg i.m. (0,01 mg/kg), z.n. na 5-10min hh of i.v.
  • Salbutamol 5mg inh.
  • Clemastine 2mg i.v.
  • Hydrocortison 200mg / Prednison 50mg i.v.
  • Ranitidine 150mg i.v.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is de EMV-score (E) van iemand die zijn ogen

opent op een pijnprikkel?

A

E2.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is een trifasciculair blok?

A

Een 1e graads AV-blok met een bifasciculair blok (een RBTB, LAFB en LPFB).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

De hoeveelste HZ is de n. glossopharyngeus

en wat is zijn functie?

A

HZ 9 - slikken, wurgreflex en spraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Noem de 4 H’s

A
  • Hypoxie
  • Hypovolemie
  • Hypo-/hyperkaliëmie (en Mg)
  • Hypothermie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Ketamine - bijwerkingen

A
  • Bronchodilatator, mogelijk i_ICP.
  • Geeft release van catecholamines,
  • Tegen nachtmerries: Lorazepam 0,05 mg/kg of Midazolam 0,1 mg/kg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat is de EMV-score (V) van iemand die spreekt en georiënteerd in trias is?

A

V5.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Contra-indicaties van Propofol

A

Soja en kippeneiwit allergie, hypotensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Wat zijn de mechanismen van behandeling van hyperkaliëmie?

A
  1. Cardiale membraan stabilisatie: calcium, NaCl 3%
  2. Kalium redistributie: insuline (0,6 K+ daling), bèta-agonisten (1.0 K+ daling)
  3. Verhoogde kalium eliminatie: NaHCO3-, lis diuretica, Resonium, dialyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Hoe schat je de moeilijkheid van BMV in?

A

M - Mask seal

O - Obstruction / obesity

A - Age >55 years

N - No teeth

S - Stiffness thorax (asthma, COPD)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Analgesie - Morfine

  • Dosering
  • Contra-indicaties
A
  • 2 mg i.v.
  • i_ICP
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Wat kan je als postintubatie medicatie gebruiken?

A

Sedatie:

  1. Propofol 5-50 mcg/kg/min – niet bij d_BP of bloeding, voorkeur bij neuro!
  2. Midazolam 0,1-0,2 mg/kg

Analgesie:

  1. Morfine 0,2-0,3 mg/kg
  2. Fentanyl 3-5 mcg/kg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Wat zijn vroege tekenen van een iCVA op CT-scan?

A
  • Hypodens weefsel
  • Obscuratie nucleus lentiformis
  • ‘Insular ribbon sign’
  • Dense a. cerebri medialis
  • Verlies van sulcus structuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Hoeveelste HZ is de n. trochlearis en wat is zijn functie?

A

HZ 4 - oogbeweging inferior-nasaal (m. obliquus superior)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Wat is de EMV-score (M) van iemand

die opdrachten uitvoert?

A

M6.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Wat geef je bij een insult?

A
  • Diazepam (Valium) 10mg i.v.
  • Óf Clonazepam (Rivotril) 1mg i.v.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Relaxatie - Succinylcholine

  • Dosering
  • Bijwerkingen
  • Contra-indicaties
A
  • 1 - 1,5 mg/kg, na 3min over op pomp
  • Maligne hyperthermie (Dantroleen) – Depolariserend! Bij RSI 45sec wachten!
  • CI: hyperkaliemie (brandwonden, crushletsel, CVA, SCI, MS, ALS, MD, abdominale sepsis) M
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Benoem alle hersenzenuwen.

A
  1. Olfactorius 7. Facialis
  2. Opticus 8. Vestibulocochlearis
  3. Oculomotorius 9. Glosspharyngeus
  4. Trochlearis 10. Vagus
  5. Trigeminus 11. Accessorius
  6. Abducens 12. Hypoglossus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Wat is een PR-interval >200ms?

A

Een eerstegraads AV-blok.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Wat zijn de complicaties van een hyperkaliëmie?

A
  1. Cardiaal: spitse T-toppen, verlengd PR, verlengd QRS, verlies van P-top, sinus golf, Vfib
  2. Neuromusculair: parasthesieën, zwakte
  3. Metabool: milde hyperchloremische metabole acidose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Welke en hoeveelste HZ verzorgt de motoriek

van het gelaat?

A

N. facialis (7)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Hoe behandel je een TCA-intoxicatie?

A
  • Spoelen tot 4u na inname
  • Norit en laxeren elke 6u
  • Ritmestoornissen (ventriculair):
    • Lage pH: NaHCO3 (streef pH 7,45 - 7,55)
    • Fenytoïne: oplaad 10 mg/kg – 0,25 mg/kg/u
  • Verbreding QRS: NaHCO3
  • Convulsies: Diazepam / Clonazepam
  • Indien inotropie nodig: Noradrenaline > Dopamine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

De hoeveelste HZ is de n. vestibulocochlearis

en wat is zijn functie?

A

HZ 8 - gehoor (Rinne, Weber), evenwicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Welke vormen van afasie zijn er?

A
  1. Wernicke: receptief
  2. Broca: expressief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Hoeveelste HZ is de n. opticus en wat is zijn functie?

A

HZ 2 - visus, gezichtsvelden, fundus,

waarnemen van licht

54
Q

Medicatie bij RSI voor i_ICP?

A

Geen MAP verlaging!

Pretreatment:

  • Lidocaïne 1,5 mg/kg
  • Fentanyl 3 mcg/kg (langzaam)

Paralysis and induction:

  • Etomidate 0,3 mg/kg
  • Rocuronium 1,0 mg/kg
55
Q

Welke regio presenteren II, III, aVF?

A

Inferior

56
Q

Wat moet je altijd vóór het geven van glucose doen?

A

Thiamine 250mg iv / im

Cave hypomagnesiëmie (thiamine resistentie)

57
Q

Wat is een bifasciculair blok?

A

Een RBTB, LAFB en LPFB.

58
Q

Benoem de stappen bij RSI, incl. tijdsindicatie (in min.)

A
  1. Preparation (t = -10): moeilijkheid, checklist
  2. Preoxygenation (t = -5): gedurende 3min, of 8x VC teugen
  3. Pretreatment (t = -3): tegen RSLR, i_ICP en bronchospasmen
  4. Paralysis and induction (t = 0)
  5. Positioning (t = +0,75): geen BMV tenzij SpO2
  6. Placement of tube (t = +1)
  7. Postintubation management (t = +2)
59
Q

Welke en hoeveelste HZ verzorgt de oogbewegingen (verticaal, nasaal), pupilreactie en het ooglid?

A

N. oculomotorius (3)

60
Q

Wat zijn indicaties voor intubatie?

A
  1. Falende luchtweg: AMS, foneren, slikken
  2. Falende ventilatie / oxygenatie: klinisch!
  3. Bij verwacht slecht beloop: multitrauma
61
Q

Welke regio presenteren I, aVL, V5-6?

A

Lateraal

62
Q

Ketamine - contra-indicaties

A

TBI.

63
Q

Wat is de EMV-score (V) van iemand die geen enkel

geluid op een pijnprikkel maakt?

A

V1.

64
Q

Welke regio presenteren V1-4?

A

Anterior

65
Q

Welke leads voor anterior infarct?

A

STE: V1-4

STD: II, III, aVF

66
Q

Inductiedosering ketamine

A

1 - 2 mg/kg (1,5 mg/kg)​

67
Q

De hoeveelste HZ is de n. hypoglossus en

wat is zijn functie?

A

HZ 12 - (beweging tong) lippen aflikken

en fasciculaties

68
Q

Bij welk type infarct moet je vullen?

A

Bij een RV infarct (verhoging preload)

69
Q

Contra-indicaties van Etomidate

A

Myoclonieën

70
Q

Wat zijn de oorzaken van een hyperkaliëmie?

A
  1. Pseudo-hyperkaliëmie
  2. Nierinsufficiëntie
  3. Acidose (DKA)
  4. Medicatie: ACE + ARB, BB, K-sparend diureticum, NSAID’s, COX-2inh
  5. Cel dood (tumorlyse, rhabdomyolyse, brandwonden, hemolyse)
71
Q

PSA - Etomidate

  • Dosering (incl. aantal ml)
  • Aanpassen dosis
A

  • 0,1 mg/kg 1 ampul = 10 ml = 20 mg = 2 mg/ml
    • Aantal ml = mg / 2
  • Lager doseren bij lever#, hoge leeftijd en d_LVF
72
Q

Wat is de EMV-score (E) van iemand die zijn ogen

spontaan geopend heeft?

A

E4.

73
Q

Welke en hoeveelste HZ verzorgt de reuk?

A

N. olfactorius (1)

74
Q

Wat is de EMV-score (M) van iemand die pathologisch

buigt op een pijnprikkel?

A

M3.

75
Q

Wat is de EMV-score (V) van iemand die spreekt,

maar wel verward is?

A

V4.

76
Q

Omschrijf de E van de EMV-score

A
  1. Opent ogen niet
  2. Opent ogen op pijnprikkel
  3. Opent ogen bij aanspreken
  4. Opent de ogen spontaan
77
Q

Waar is sprake van bij de volgende bevindingen?

  1. Linkerasdeviatie (-45º)
  2. qR in I en een rS in III
  3. (rS in II of aVF)
A

Een LAFB.

78
Q

Wat zijn de criteria voor een LPFB?

A
  1. Rechter asdeviatie (90-180º)
  2. qR in III en rS in I
  3. Geen tekenen van rechter atriumoverbelasting of rechter ventrikelhypertrofie
  4. N.B. kan lijken op een S1Q3T3 bij een longembolie!
79
Q

Hoeveelste HZ is de n. trigeminus en wat is zijn functie?

A

HZ 5 - sensibiliteit gelaat, kracht kauwspieren, corneareflex; heeft drie takken: ophtalmicus, maxillaris, mandibularis

80
Q

Base Excess berekenen

A

Na - Cl - 38 - lactaat - ((albumine - 42) . 0.25)

81
Q

Inductie - Propofol

  • Dosering (incl. aantal ml)
  • Aanpassen dosis
A

  • 2 mg/kg 1 ampul = 20 ml = 200mg = 10 mg/ml
    • Aantal ml = mg / 10
  • Kinderen en alcoholisten hogere dosering, ouderen en bij hypotensie lagere dosering
82
Q

Welke regio presenteren STE V<strong>1 (+2</strong>)?

A

RV → V4R (3-6)

83
Q

Bijwerkingen van Propofol

A

d_ICP, d_BP (vasodilatatie en d_inotroop)

84
Q

Pleuracatheter

A
  1. Positie (subaxillair) en alcoholdepje
  2. 10cc lido (sc) en 10cc bupi (pleuraal)
  3. Incisie (pinkgrootte, tot op ribben), rip palperen
  4. Va. de rib naar caudaal aanprikken met punt naar boven (2cm) > vocht aspiratie
  5. Drain angulerend opvoeren > naald terug, controleren
  6. Hechten - 3x knopen/draaien/knopen
  7. 2x splitgaas en 4x plakkers
85
Q

Wat is een progressief verlengend PR-interval tot er

een P-top niet voortgeleid wordt?

A

Een tweedegraads AV-blok Mobitz type I / Wenkebach.

86
Q

Analgesie - Fentanyl

  • Dosering
  • Aanpassen dosis
  • Contra-indicaties
A
  • 1 mcg/kg
  • Lager doseren bij ouderen, lever en nier#, hypothyreoidie, alcoholisme
  • MAO-remmers (serotonine syndroom), niet rondom partus
87
Q

Hoe herken je een tweedegraads AV-blok Mobitz type I / Wenkebach?

A

Een progressief verlengend PR-interval tot er een P-top niet voortgeleid wordt. Je ziet een irregulair RR-interval.

88
Q

Hoe behandel je een ICH?

A
  1. Verlagen van tensie
  2. Drainage / ontlasting hematoom
  3. Anticoagulantia couperen
  4. Hemostatica
  5. Medicamenteus: Mannitol, hypertoon NaCl, hyperventilatie
89
Q

Hoeveelste HZ is de n. olfactorius en wat is zijn functie?

A

HZ 1 - reuk

90
Q

Antidotum - Naloxon

A
  • Antidotum van opioïden
  • 0,4mg = 1 ampul = 1ml i.v. (evt i.m.)
  • FK: met 0,1 - 0,2mg beginnen
  • Z.n. 2-3x herhalen na 2min, duur 1-4 uur
91
Q

PSA - Propofol

  • Dosering (incl. aantal ml)
  • Aanpassen dosis
A

  • 0,5 - 1,0 mg/kg 1 ampul = 20 ml = 200 mg = 10 mg/ml
    • Aantal ml = mg / 10
  • Kinderen en alcoholisten hogere dosering nodig, ouderen en bij hypotensie lagere dosering
92
Q

Welke leads voor posterior infarct?

A

STD: V1-3

→ STE in V8+9

93
Q

De hoeveelste HZ is de n. accessorius en

wat is zijn functie?

A

HZ 11 - m. trapezius en m. sternocleidomasteoïdeus

94
Q

Hoe herken je een tweedegraads AV-blok

Mobitz type II?

A

Een P-top die niet voortgeleid wordt na een reeks normale complexen. PR-interval kan normaal zijn.

P.M. Irreversibel en altijd een PM-indicatie!

95
Q

De hoeveelste HZ is de n. vagus en wat is zijn functie?

A

HZ 10 - slikken, wurgreflex en spraak

96
Q

Welke regio presenteren STD V1-3?

A

Posterior → V8+9

97
Q

Hoe behandel je een hyperkaliëmie?

A
  1. 10ml Calciumgluconaat 10% in 1min, z.n. hh (niet bij Digoxine gebruik!)
  2. 200-500ml D10W (50ml D40W bij DC) + 12IE insuline (6 bij NF#) in 20min - 100ml D50W + 10IE insuline in 15min
  3. 500ml NaHCO3- 1,4% of 100ml NaHCO3- 8,4% in 30min
  4. Dialyse
  5. NaCl 3% - 50ml bolus (alleen bij ernstige hypernatriëmie)
  6. Resonium 15-30gr 4-6dd p.o./supp.
  7. Furosemide 40-80mg iv
  8. Salbutamol 0,5mg in 10ml D5W in 15min iv
98
Q

Waar is sprake van bij de volgende bevindingen?

  1. Rechter asdeviatie (90-180º)
  2. qR in III en rS in I
  3. Geen tekenen van rechter atriumoverbelasting of rechter ventrikelhypertrofie
A

Een LPFB (kan erg op een S1Q3T3 van longembolie lijken!)

99
Q

Wat verwacht je bij een PCA iCVA en welk gebieden verzorgt het?

A
  • Homonieme hemianopsie, gezichtsveld, diplopie, neglect
  • Agnosie, alexie, LOC, emesis, cognitie
  • Vertigo, syncope, zwakte, paralyse, nystagmus
  • Dysarthrie, dysphagie
  • Gekruisde focale uitval

→ HZ, cerebellum, neurosensore tracti, hersenstam, reticulair activeringssysteem, thalamus, oren, mediotemporaal, occipitaal visueel

100
Q

Wat is de EMV-score (E) van iemand die zijn ogen

opent op aanspreken?

A

E3.

101
Q

Medicatie bij RSI bij voorkomen RSLR?

A

Indicaties:

  • i_ICP, bCVA, SAB, Ao dissectie, Ao aneurysma, ACS

Pretreatment:

  • Fentanyl 3 mcg/kg (langzaam, evt na intubatie herhalen)
  • Esmolol
102
Q

Wat is de EMV-score (E) van iemand die zijn ogen

op geen enkele prikkel opent?

A

E1

103
Q

Omschrijf de V van de EMV-score

A
  1. Geen geluiden
  2. Kreunen
  3. Spreekt, geen conversatie mogelijk
  4. Spreekt, maar verward
  5. Spreekt en georiënteerd in tijd, plaats en persoon
104
Q

Wat is de EMV-score (V) van iemand die kreunt

bij een pijnprikkel?

A

V2.

105
Q

Welke leads voor septaal infarct?

A

STE: V1-2

106
Q

Hoe herken je een Horner?

A

Ipsilaterale:

  1. Blepharoptosis
  2. Miosis
  3. Faciale anhidrosis
107
Q

Wat verwacht je bij een MCA iCVA en welk gebieden verzorgt het?

A
  • Paralyse + hypesthesie contralaterale arm + gelaat >> been
  • Ipsilaterale hemianopsie
  • Agnosie, afasie
  • Dwangstand ogen náár de laesie toe

→ Putamen, capsula interna + externa, nucleus lentiformis, laterale deel van frontaal t/m posterior

108
Q

Wat is de EMV-score (V) van iemand

die losse woorden spreekt?

A

V3.

109
Q

Hoe bevestig je de ETT plaatsing?

A
  1. Visueel
  2. Beslaan van tube, thoraxexcursies
  3. VAG over longvelden, geen over epigastrium
  4. etCO2 terug na 6x beademen (soms FN bij OOHCA)
  5. CXR (alleen AP niet voldoende!)
  6. Echo van trachea
  7. Aspiratie (soms FP bij OOHCA)
  8. Fiberoptisch kijken
110
Q

Wat is de EMV-score (M) van iemand die geen enkele motorische reactie heeft?

A

M1.

111
Q

Wat is de EMV-score (M) van iemand die buigt of terugtrekt op een pijnprikkel?

A

M4.

112
Q

Inductie - Etomidate

  • Dosering (incl. aantal ml)
  • Aanpassen dosis
A

  • 0,2 - 0,3 mg/kg 1 ampul = 10 ml = 20 mg = 2 mg/ml
    • Aantal ml = mg / 2
  • Lager doseren bij lever#, hoge leeftijd en d_LVF
113
Q

Hoeveelste HZ is de n. oculomotorius en wat is zijn functie?

A

HZ 3 - verticale / nasale oogbewegingen (bij # dus

naar inferiolateraal), pupilreactie, ooglid

114
Q

Welke leads voor inferior infarct?

A

STE: II, III, aVF

STD: aVL, I & V2+3 > V1

115
Q

Bijwerkingen van Etomidate

A

d_ICP, n_CPP, fasciculaties, geen hemodynamische

effecten – mogelijk d_endogeen cortisol

116
Q

Hoe schat je de moeilijkheid van EGD in?

A

R - Restricted mouth opening

O - Obstruction / obesity

D - Distorted anatomy

S - Stiffness thorax

117
Q

Welke en hoeveelste HZ verzorgt de abductie oog?

A

N. abducents (6)

118
Q

Medicatie bij RSI van een status asthmaticus?

A

Pretreatment:

  • Salbutamol vernevelen
  • Lidocaïne 1,5 mg/kg

Paralysis and induction:

  • Ketamine 1,5 mg/kg
  • Rocuronium 1,0 mg/kg
119
Q

Welke en de hoeveelste HZ verzorgt de

beweging van de tong?

A

N. hypoglossus (12)

120
Q

Welke regio presenteren V1-2?

A

Septaal

121
Q

Welke en hoeveelste HZ verzorgt de oogbeweging naar inferior-nasaal?

A

N. trochlearis (4)

122
Q

Beschrijf de Cormack classificatie voor laryngoscopie.

A
  1. All of glottic apperture
  2. (Vocal cords) + arytenoid cartilages
  3. Epiglottis
  4. Not even the epiglottis
123
Q

Wat maakt intubatie bij kinderen moeilijker?

A
  1. Hoge larynx
  2. Hoge epiglottis
  3. Geen crico mogelijk
124
Q

Wat doe je bij een awake intubation?

A

Alleen sedatie en analgesie (soort PSA), geen NMBA!

125
Q

Op welk niveau zitten de peesreflexen?

A
  • BPR - C6
  • TPR - C7
  • RPR - C6
  • KPR - L4
  • APR - S1
126
Q

Wat zijn de criteria voor een LAFB?

A
  1. Linkerasdeviatie (-45º)(positief complex in I, negatief in II en aVF)
  2. qR in I en een rS in III
  3. Meestal een rS in II, soms in aVF
127
Q

Welke en hoeveelste HZ verzorgt de visus, gezichtsvelden. de fundus en het waarnemen van licht?

A

N. opticus (2)

128
Q

Welke en hoeveelste HZ verzorgt het gehoor

en het evenwicht?

A

N. vestibulocochlearis (8)

129
Q

Hoe herken je een eerstegraads AV-blok?

A

Een PR-interval >200ms.

130
Q

Welke afasie is het wanneer patiënt niet uit zijn

woorden komt?

A

Broca.