Radioactiviteit Flashcards
Atoomopbouw
Kern bevat protonen en neutronen. Om de kern bewegen elektronen
Ion
Een positieve atoom, deze heeft een elektron afgestaan waardoor hij positief is
Nucleonen
Protonen en neutronen samen
Isotopen
Atomen met dezelde atoomnummers maar verschillende massagetallen
Radioactiviteit
Stoffen die straling uitzenden (kernstraling, radio is gewoon een ander woord voor straling) Radioactive atomen zenden inioserende straling uit
a-straling
Alfa straling, 4/2 He, heeft een positieve lading en bestaat uit heliumkernen. Laag doordringend vermogen en hoog ioniserend vermogen
B-straling
Beta-straling, 0/-1 e, bestaat uit elektronen en heeft een negatieve lading. Gemiddeld doordringend vermogen en gemiddeld ioniserend vermogen
Y-straling
Gamma-straling, soortgelijk met rontgenstraling, sinds het een golflengte heeft. Bestaat uit fotonen en heeft geen lading: 0/0 Y. Hoog doordringend vermogen en een laag ioniserend vermogen
Doordringend vermogen
Straling die stoffen kan doordringen
Ioniserend vermogen
Straling dat in staat is een elektron weg te kaatsen van de stof waar het doorheen dringt
Achtergrondstraling
Straling dat altijd aanwezig is
Komische straling
De straling die we op aarde ontvangen vanuit het heelal, oftewel natuurlijke straling dat niet door de mens wordt gemaakt
Notatie proton
1/1 p (Atoomnummer is 1 en massagetal is 1)
Notatie neutron
1/0 n (Atoomnummer is 0 en massagetal is 1)
Notatie elektron
0/-1 e (Atoomnummer is -1 en massagetal is 0)
Halveringstijd
Tijd die aangeeft hoelang het duurt voordat de helft van de atoomkernen is vervallen (Binas 25A)
Vervalkromme
Diagram die de tijd tegen vervalling uitzet. Je kan zo de halveringstijd aflezen
Halveringsdikte
Dikte die een materiaal moet hebben om de stralingsintensiteit met de helft te laten afnemen.
Stralingsintensitiet na hindernis
Te bereken met de formule: I = Io x (1/2)^n
I is intensiteit in procent, Io is intensiteit van de straling die de stralingsbron uitzendt in procent. n is het aantal halveringsdikten waar hij doorheen is gegaan
Aantal halveringsdikten
n = d/(d1/2) n = aantal halveringsdikten waar de straling doorheen is gegaan d = dikte hindernis d1/2 = halveringsdikte
Bestraling
Wanneer er straling op het lichaam terecht komt
Besmetting
Wanneer een radioactieve stof in het lichaam binnen komt (je wordt zelf ook radioactief dan)
Stralingsdosis D
Hoeveelheid energie die een kg lichaamsmassa uit de straling absorbeert.
D= E/m
D is de stralingsdosis in Joule per kg. E= geabsorbeerde straling in J. m is massa in kg
Stralingsweegfactor (wr)
Schade die de soorten stralingen brengen. a-straling: wr = 20. B-straling en Y-straling: wr = 1
Dosisequivalent
Soort straling waaruit energie wordt geabsorbeerd.
H= wr x D
H is de dosisequivalent in joule per kg en D is stralingsdosis in joule per kg (wr heeft geen eenheid)
Dosimeter
Meet hoeveel dosisequivalent er is opgelopen
Dosislimiet
De maximale effectieve totale lichaamsdosis die je als gevolg van kunstmatige bestraling mag oplopen
Effectieve dosis
De effectieve dosisequivalenten van alle lichaamsdelen bij elkaar opgeteld x orgaanweegfactor (in principe dosis van hele lichaam?)
Activiteit
Dit heeft het tempo van hoeveel atoomkernen er vervallen per seconde
Vervallen
Een stof zendt straling uit waardoor het een nieuwe stof wordt. Bij een vervalreeks gebeurt dit meerdere keren achter elkaar aan