Aarde en heelal Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Volgorde planeten

A

Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Omlooptijd

A

Hoelang het duurt voor een planeet om een baanstraal af te leggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Baanstraal

A

Afstand middelpunt zon en de baan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bereken afstand tussen planeten

A

Grootste afstand tot aan de zon - kleinere afstand tot aan de zon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geocentrisch wereldbeeld

A

Aarde is middelpunt, de planeten draaien om ons heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Heliocentrisch wereldbeeld

A

De planeten draaien om de zon heen (aarde ook)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Planeten

A

Hemellichamen die zich vooruit bewegen is lusvormige bewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Planetoide’s

A

Rots- of ijsblokken met een diameter van ongeveer 300/500 km

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kometen

A

Klompen van ijs, steen, metaal en stof die in een elliptische baan rond de zon draaien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Meteoroiden

A

Stukjes steen of ijs die in de ruimte zweven en ook een baan rond de zon beschrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Maanfasen

A

Nieuwe maan = zwart. (Nu van links naar rechts) eerste kwartier, volle maan een laatste kwartier en dan weer nieuwe maan. De maan heeft er in totaal 8.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Eenparige cirkelbeweging

A

Snelheid van een voorwerp die in een cirkel beweegt is constant. gelijke afstanden worden afgelegd in gelijke tijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Baansnelheid

A

V = (2 x pi x r) / T. V is de baansnelheid in meter. r is de straal van de cirkel in meter en t is de tijd van een cirkelbeweging in s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Omtrek van een cirkelbaan

A

O = 2 x pi x r

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De middelpuntzoekende kracht, Fmpz

A

De kracht die voorwerpen een eenparige cirkelbeweging laat volgen, die de hele tijd de richting verandert. Fmpz = (m x v^2) / r (F in Newton, massa in kg, v in m/s, r is meter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gravitatiekracht, Fg

A

Twee voorwerpen waarvan de zwaartepunten zich op afstand r bevinden, oefenen ze gravititatiekracht op elkaar uit. Fg = G x (m x M) / r^2 (G = 6,6… m is massa voorwerp 1. M is massa voorwerk 2 in kg. r is de afstand tussen de zwaartepunten van de voorwerpen in m)

17
Q

Fz en Fg

A

Zwaartekracht en gravitatiekracht zijn hetzelfde voor voorwerpen die zich op het aardoppervlak bevinden. Fz = Fg,

18
Q

Gravitatieversnelling ( Valversnelling g)

A

Wanneer Fz aan Fg gelijk wordt gesteld kan je het vereenvoudigen tot de formule
g= G x (M/R^2) Des te groter de massa van een planeet, des te groter g. Des te kleiner de straal, des te groter g.

19
Q

Gravitatiekracht planeet

A

Bij planeten zorgt dit voor de middelpuntzoekende kracht. Er geldt Fmpz = Fg. Dit herleid tot de formule v = Wortel (G x Mzon / r. Hiermee kan je de snelheid van een planeet berekenen

20
Q

Satelieten

A

R = Raarde + h (R is baanstraal, h is hoogte vanaf het aardoppervlak)
Voor de snelheid geldt: v = Wortel (G x Maarde) / R

21
Q

Geostationaire satelliet

A

Satelliet die boven hetzelfde stukje aarde moet blijven hangen. Deze moet dus meedraaien. Meestal op 3,6 x 10^4 hoogte

22
Q

Lichtjaar

A

De afstand dat licht aflegt in een jaar. Dat is ongeveer 9,461 x 10^15 m, want de snelheid is 2,99792458 x 10^15

23
Q

Sterrenstelsels

A

Planeten en sterren verzameld door onderlinge zwaartekracht. Wij liggen in de Melkwegstelsel. Ze worden bij elkaar gehouden door onderlinge gravitatiekracht.

24
Q

Sterrenclusters

A

Door onderlinge gravitatiekracht verzamelen sterren zich in groepen, clusters

25
Q

Planetenstelsel

A

Sterren waar andere planeten omheen bewegen. Die ontdekte planeten heten exoplaneten. De stelstels zelf worden benoemd naar de ster waar ze omheen draaien

26
Q

Roodverschuiving

A

Vind plaats in sterrenstelsels. Des te sneller de stelser zich van ons verwijdert, des te meer de kleur roder wordt

27
Q

Uitdijend heelal

A

Alle stelsel bewegen uit elkaar alsof er een oerknal was geweest

28
Q

Open heelal

A

Theorie gebaseerd op het uitdijend heelal. De massa dat zich in het heelal bevindt is te klein om de expansie te stoppen, het heelal dooft uit

29
Q

Gesloten heelal

A

Theorie gebaseerd op het uitdijend heelal. De massa dat zich in het heelal bevindt is genoeg om de expansie te stoppen, zelfs te laten krimpen wat een nieuwe oerknal veroorzaakt voor een nieuw tijdperk

30
Q

Kritisch heelal

A

Theorie gebaseerd op het uitdijend heelal. De massa dat zich in het heelal bevindt is genoeg om de expansie te stoppen, dit kan nieuwe sterren zich laten blijven vormen