Racisme Flashcards

1
Q

Wat is het etnocentrisme? Noem een aantal kenmerken

A

De houding of opvatting dat de eigen etnische groep uniek en zelfs beter is dan andere etnische groepen. Dit word dan de goede norm waar andere groepen op beoordeeld worden

  • onvermogen van onderzoekers om zich te verplaatsen in een andere groep.
  • de eigen houding is tolerant. (slim is sluw bij andere groepen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen etnisch vooroordelen en etnocentrisme.

A

Het denken bij etnisch vooroordelen gaat niet over de wij groep maar op de negatieve houding tegen een bepaalde etnische groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen raciaal en etnisch?

A

ras is een sociale constructie. De indeling van mensen in groepen met een bepaald typisch uiterlijk en eigenschappen

etnisch: niet alleen ras (uiterlijk) is belangrijk maar maar ook de culturele kenmerken (geschiedenis, taal, religie) zijn belangrijk. Etnisch zijn mensen niet gelijk te herkennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent racisme?

A

Het definitief toeschrijven van inferioriteit aan een bepaalde raciaal/etnische groep en het gebruik van dit minderwaardigheidsprincipe om de ongelijkwaardige behandeling van die groep te propageren en te rechtvaardigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke types racisme zijn er?

A

Cultureel racisme is de de stap van het wij-denken (etnocentrisme) naar het kwalificeren van zwarte culturen, gebruiken en waarden van verschillende volken van kleur als inherent minderwaardig.

institutioneel racisme: is het systematisch uitsluiten, marginaliseren en discrimineren van bevolkingsgroepen door formele of informele regels vanuit instituties. Instituties zijn organisaties en structuren binnen de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Er word ook wel gesproken er directe en indirecte raciale/etnische discriminatie. Leg het verschil uit

A

Directe discriminatie is het ongelijk behandelen in gelijke omstandigheden.
Indirecte discriminatie: gelijke toepassing van vaststaande procedures of regels zijn ongunstig voor mensen van specifiek raciaal/etnische afkomst (kinderbijslag word minder als kinderen in buitenland wonen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mensen van kleur hebben geWaringe kans op verticale mobiliteit. Wat word hier mee bedoeld?

A

Kans om een baan te krijgen die hoger op de sociale ladder staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ook bij de handhavers van de wet is er racisme. Er word een onderscheid gemaakt in discriminatoire formele functie uitoefening en informele functie uitoefening

A

Een zoveelste paspoortcheck van een zwarte man met een dure een auto is discriminatoire formele functie uitoefening. Het informele is hoe de agent deze man vervolgens aanspreek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is het begrip van individueel racisme enigszins verwarrend

A

omdat recasime per definitie een groepsprobleem is. individueel racisme gaat over de meningen en houdingen individuele mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het probleem van collectief racisme ten opzichte van de andere soorten racismes.

A

De grove en openlijke georganiseerde vorm van dit racisme heeft er toe geleid dat deze vorm andere uitingsvormen van racisme letterlijk heeft overschaduwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de samenhang tussen vooroordeel en discriminatie. Geef een voorbeeld

A

Een lerares geeft weinig aandacht aan een zwarte leerling omdat hij/zij vooroordeel heeft dat de leerling dom is. Dit zorgt ervoor dat de leerling slechte prestaties krijgt. Dit zorgt voor het discriminerende: ze zijn dom idee. Een selffulfilling prophecy’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het begrip ras is een mythe. Waarom?

A

het is een sociale constructie. er kan hoogstens worden gesproken van raciale typen:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom kan je over Duitsers niet zeggen dat het etnische minderheden zijn

A

qua aantal vormen ze wel een minderheid, meer sociaal-economisch zijn ze geen onderdrukte groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom is het spreken over etnische groepen onjuist als het gaat om het terminologie?

A

Nederlanders vormen in strikte zin ook een etnische groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is alledaags racisme

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

In welke mate draagt het positief discrimineren van witte mensen bij aan de onderdrukking van etnische groepen

A

Hoe meer witte mensen elkaar begunstigen hoe meer zwarten onderdrukt worden

17
Q

Een berucht voorbeeld van impliciet racisme is het spreidingsbeleid. Wat word hier mee bedoeld? Noem een voorbeeld.

A

Dit gaat om huisvesting. Er werd een percentage vastgesteld hoeveel mensen van kleur in een bepaalde wijk gingen wonen. Dit zorgt voor langere wachttijd.

18
Q

Noem een voorbeeld van een sociale beweging?

A

Civil Rights movement 1955-1968

19
Q

Wat bedoelen we met de Amerikaanse reconstructie

A

Na de beëindiging van de Amerikaanse Burgeroorlog in 1865 kondigde de federale overheid een periode van Reconstructie (proberen tot afscheiding) af. Een aantal Zuidelijke Staten introduceerde hierop wetten, die te boek staan als de Black Codes. Deze wetgeving beperkte de burgerrechten van Afro-Amerikanen, met name van voormalige slaven

20
Q

Waarvoor zorgden de Jim Crow wetten

A

Het was voor het zuiden niet meer toegestaan om openlijk racistisch te zien zolang de staten maar zorgden voor gelijkwaardige faciliteiten onder de noemer separate but equal (gescheiden maar gelijk).[1] Voorzieningen voor zwarte Amerikanen waren in de praktijk duidelijk van een lagere kwaliteit en meestal ondergefinancierd, vergeleken met die voor hun blanke medeburgers;[2] soms waren er zelfs helemaal geen voorzieningen.

21
Q

Wat is de NAACP

A

De National Association for the Advancement of Colored People (NAACP) is een van de oudste burgerrechten-bewegingen in de Verenigde Staten en een drijvende kracht in de bredere Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging. De organisatie werd in 1909 opgericht ten behoeve van Afro-Amerikaanse burgers.

22
Q

Hoe konden vroege civil rights mouvement groeien

A

Door verstedelijking en stijging welvaart, the great migration

23
Q

Op welke manieren voerde burgerrechten bewegingen actie?

A

Via rechtbankanken > doel gelijkstelling

Via geweldloos protest > doel maatschappelijke gelijkstelling

Economische boycots > doel maatschappelijke en wettelijke gelijkstelling

24
Q

Wanneer kreeg de civil rights movement voor het eerst echt steun van de rechtelijke macht

A

Brown v. Board of Education was een rechtszaak die werd uitgevochten voor het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten in 1954; de rechters beslisten uiteindelijk dat de wettelijk vastgelegde rassenscheiding op openbare scholen niet mocht worden toegepast, omdat er geen sprake van kon zijn dat zwarten onderwijs van hetzelfde niveau zouden krijgen als de blanken wanneer zij naar speciale ‘zwarte’ scholen moesten.

25
Q

Wat verstaan we onder de busboycot van Rosa Parks

A

e Montgomery-busboycot was een politiek protest in 1955 in Montgomery, Alabama bedoeld als protest tegen de racistische scheiding in het openbaar vervoer in de stad. De boycot leidde uiteindelijk tot een beslissing van het Amerikaanse Hooggerechtshof, dat in 1956 de rassenscheiding in bussen in Alabama ongrondwettelijk verklaarde.

26
Q

Hoe kunnen we het succes van de civil rights movements verklaren

A

Economisch: boycots en mobilisatie
Ideologisch: cruciale rol zwarte kerk.

27
Q

Wanneer werd de civil rights moment een nationwide beweging

A

Birmingham campagne in 1963. Poltie reageerde vol geweld op een vreedzaam protest. Werd op tv uitgezonden.

28
Q

Wie waren de activisten?

A

Vooral jonge mannen en studenten (zwart en wit)

29
Q

Wat verstaan we onder de de Great society?

A

Great Society was de naam voor het sociale plan van de Amerikaanse Democratische president Lyndon B. Johnson in 1964–65. Het sociale plan bevatte een aantal programma’s die als hoofddoel het beëindigen van de armoede en de raciale onrecht hadden.

30
Q

Hans Righhart heeft het over de emotionalisering van politiek

A

Nadruk op persoonlijke beleving en engagement (Hans Righart)

Het persoonlijke is politiek

31
Q

Noem een voorbeeld van een wet die de homobeweging bewerkstelligde

A

wettelijk: uit wetboek van strafrecht en uit handboek voor psychiatrie

32
Q

Hoe konden sociale bewegingen weer verdwijnen in de jaren ‘80. Leg het schema uit:

A
  • economische ontwikkelingen zorgen voor gevoelde ongelijkheid.
  • ontstaan sociale beweging
  • politieke vertaling in de vorm van wetgeving en partijen
  • aanpassen of verdwijnen van sociale bewegingen
33
Q

Waarom is het van belang om verschillende vormen van racisme te definiëren en onderzoeken?

A

Expliciet collectief racisme is slechts een klein deel van het racisme. Het onderzoeken en definiëren van verschillende andere vormen kan de mate van racisme in de samenleving beter meten.