Q7. Belichaamd, gesitueerd en uitgebreid Flashcards
Brein-centrische opvattingen
MBIT, functionalisme en connectionisme focussen alleen op het brein
- de superveniëntiebasis is alleen het brein
Frankestein hypothese
Als je iemands hersenen overzet in een ander lichaam, blijft die persoon de zelfde geest en uiting houden
- ook brein-in-het-vat experiment
Belichaamde cognitie
De cognitieve toestanden van een wezen worden bepaald of minstens sterk beïnvloed door het type lichaam dat het wezen heeft
- bijv. orientatie –> bol lichaam met overal ogen
belichaamd bewustzijn
De bewuste toestanden van een wezen worden bepaald of minstens sterk beïnvloed door het type lichaam dat het wezen heeft
- bijv. Shawcross –> verstoorde hormonen leidt tot moord
Gesitueerde cognitie
De cognitieve toestanden van een wezen worden bepaald of minstens sterk beïnvloed door het type omgeving waarin het wezen leeft
- bijv. nestbouw termieten —> volgen feromonen
–> cognitie zonder intentionaliteit
Gesitueerd bewustzijn
De bewuste toestanden van een wezen worden bepaald of minstens sterk beïnvloed door het type omgeving waarin het wezen leeft
- kleurervaring –> omgeving verander kleurperceptie
Uitgebreide geest
Menselijke gedachte maakt gebruik van hulpmiddelen
–> Clark en Chalmers; alleen cognitie, want Chalmers gelooft in zombies en die hebben geen bewustzijn
- het gebruiken van hulpmiddelen is niet problematisch
Internalisme
De geest stopt waar het lichaam/ de brein stopt
Actief externalisme
De omgeving is deel van het cognitieve proces
Extended Mind Hypothese EMH
Cognitieve geest gaat verder dan brein, de wereld in –> je wordt buiten je lichaam overtuigd?
Checklist EMH
- Gelijkheid/parity
- Voorhanden
- Betrouwbaarheid
- Gemakkelijkeheid
Argumenten voor EMH
Otto en Memento voldoen beide aan de checklist
Argumenten tegen EMH
Memento toch niet want de tattoages zijn niet betrouwbaar
Google Maps in EMH
voorwaarden:
- herinneringen zijn nodig
- geen nieuwe informatie