Project Management Skills Flashcards
Tussen routinematig werken en improvisatie ligt projectmatig werken. Welke
eigenschap van de manieren van werken hoort niet bij ‘projectmatig werken’?
a. Vooraf doordacht
b. Redelijk zeker eindresultaat
c. Werken volgens een vaste procedure
d. Nieuw
c. Werken volgens een vaste procedure
Tussen routinematig werken en improvisatie ligt projectmatig werken. Geef
aan welke van onderstaande eigenschappen niet bij ‘routinematig werken’
hoort.
a. Herhalend
b. Plotseling
c. Nauwelijks vrijheid
d. Nieuw
d. Nieuw
Er doet zich een plotselinge gebeurtenis voor en een snelle reactie is gewenst.
Welke aanpak kies je dan?
a. Improvisatie
b. Routinematig werken
c. Projectmatig werken
d. Plan van Aanpak
a. Improvisatie
Welke werkzaamheden zijn niet geschikt voor een projectmatige aanpak?
a. Het uitvoeren van een kwaliteitscontrole van een systeem volgens een
vaste procedure.
b. Het bouwen van een nieuwe brug in een gemeente.
c. Het fuseren van twee academies van Zuyd Hogeschool.
d. Het ontwikkelen van een nieuw softwarepakket voor Zuyd Hogeschool
a. Het uitvoeren van een kwaliteitscontrole van een systeem volgens een
vaste procedure
Wat is geen belangrijk aandachtspunt bij projectmatig werken als je het
project gaat opzetten?
a. Rekening houden met de tijd die besluitvorming in een project kan kosten.
b. Top-down werken en nog niet direct ingaan op de details.
c. Rekening houden met de voorbereidingstijd bij de opdrachtgever.
d. Het schrijven van een plan van aanpak.
d. Het schrijven van een plan van aanpak.
Welk projectkenmerk hoort niet in onderstaand rijtje thuis?
a. Uniek
b. Multidisciplinair
c. Vaste planning
d. Tijdelijk
c. Vaste planning
Hoe kun je ervoor zorgen dat je een project met het gewenste resultaat
afrondt?
a. Achteraf aan de opdrachtgever vragen of het resultaat naar wens is.
b. Het project goed beheersen.
c. Het projectresultaat concreet (SMART) beschrijven.
d. Het project opdelen in verschillende fasen
c. Het projectresultaat concreet (SMART) beschrijven.
. Welke uitspraak over een project is niet waar?
a. Een project heeft een eigen projectorganisatie.
b. De projectleider maakt in overleg met de opdrachtgever een plan van
aanpak.
c. Er is sprake van zekerheid over het te behalen projectresultaat.
d. De opdrachtgever stelt een projectleider aan met voldoende
bevoegdheden en bekwaamheden om het project vorm te geven.
c. Er is sprake van zekerheid over het te behalen projectresultaat
. Hoe worden technische projecten ook wel genoemd?
a. Harde projecten
b. Moeilijke projecten
c. Zachte projecten
d. Complexe projecten
a. Harde projecten
Hoe definieer je een project?
a. “Een langdurige samenwerking tussen mensen vanuit verschillende
disciplines die winst moeten maken met hun afdeling.”
b. “Een tijdelijke samenwerking van een aantal mensen uit één vakgebied
binnen een vastgestelde tijd met een vastgesteld budget.”
c. “Een tijdelijke samenwerking tussen mensen vanuit verschillende
disciplines die aan een vooraf vastgesteld projectresultaat werken binnen
een vastgestelde tijd met een vastgesteld budget.”
d. “Een groep mensen die samenwerken aan een projectresultaat voor een
langere tijd.”
c. “Een tijdelijke samenwerking tussen mensen vanuit verschillende
disciplines die aan een vooraf vastgesteld projectresultaat werken binnen
een vastgestelde tijd met een vastgesteld budget.”
Bij projectmatig werken wordt gesproken over iteratief en lineair. Wat is het
verschil?
a. Bij een lineaire aanpak volgen de fases elkaar op, bij een iteratieve aanpak is sprake van herhaling van stappen.
b. Er is geen verschil in beide aanpakken.
c. Iteratief betekent dat de fases parallel aan elkaar uitgevoerd worden en lineair betekent dat de fases steeds herhaald worden.
d. Bij een iteratieve aanpak volgen de fases elkaar op, bij een lineaire aanpak
is sprake van herhaling van stappen.
a. Bij een lineaire aanpak volgen de fases elkaar op, bij een iteratieve aanpak
is sprake van herhaling van stappen.
In welke volgorde wordt projectfasering globaal toegepast?
a. Definitiefase – Initiatieffase – Ontwerpfase –
Realisatiefase – Nazorg
b. Initiatieffase – Definitiefase – Ontwerpfase – Realisatiefase - Nazorg
c. Ontwerpfase - Realisatiefase – Nazorg – Definitiefase – Initiatieffase
d. Ontwerpfase – Initiatieffase – Definitiefase – Realisatiefase – Nazorg
b. Initiatieffase – Definitiefase – Ontwerpfase – Realisatiefase - Nazorg
Welke vraag stelt men in de ontwerpfase?
a. De waarom-vraag
b. De hoe-vraag
c. De wat-vraag
d. De óf-vraag
b. De hoe-vraag
Wat is het doel van de nazorgfase?
a. Het in stand houden van het projectresultaat.
b. Het implementeren van het projectresultaat.
c. Het begeleiden van medewerkers bij het terugkeren naar de eigen
afdeling.
d. Het presenteren van het projectresultaat
a. Het in stand houden van het projectresultaat.
Tijdens de bouw blijkt dat de planningen niet kloppen. Er zijn bepaalde
medewerkers ingepland in weken waarin ze feitelijk niet beschikbaar zijn. In
welke fase had dit ondervangen moeten worden?
a. Ontwerpfase
b. Initiatieffase
c. Voorbereidingsfase
d. Definitiefase
d. Definitiefase
Op welke manier(en) kunnen de fases van een project voorkomen?
a. Alleen lineair
b. Iteratief en lineair
c. Iteratief en parallel
d. Lineair, iteratief en parallel
d. Lineair, iteratief en paralle
.Een project dient beheerst te worden. Welke van de volgende aspecten is geen beheersaspect? a. Geld b. Organisatie c. Kennis d. Informatie
c. Kennis
Een projectleider kan na een goede start van het project verschillende
bedreigingen tegen komen. Tijdens het project blijkt dat de besluitvorming te
onduidelijk of traag is. Met welk beheersaspect zou de projectleider dit
kunnen oplossen?
a. Organisatie
b. Geld
c. Kwaliteit
d. Kennis
a. Organisatie