Elektrotechniek Flashcards

1
Q

Waar komt elektriciteit in de natuur voor?

A
  • Bliksem
  • Sidderaal
  • Zenuwen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voordelen elektriciteit gemaakt door de mens

A
  • Het is makkelijk te transporteren.
  • Je kan het in andere vormen van energie omzetten
    • Warmte
    • Licht
    • Beweging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

nadeel elektriciteit

A

Elektriciteit is duur en niet eenvoudig te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe veel soorten ladingen zijn er?

A
  • Positief

- negatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat doen gelijksoortige ladingen?

A

Die stoten elkaar af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doen verschillende soort ladingen ?

A

Die trekken elkaar aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

eigenschap stroom geleiders

A

Ladingen hebben grote mobiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke eigenschappen hebben isolatoren ?

A

Ladingen hebben geen tot weinig mobiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke eigenschappen hebben halfgeleiders ?

A

Ze kunnen werken als isolatoren en geleiders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar uit bestaat materie?

A

Materie bestaat uit atomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat betekent negatief laden ?

A

Elektronen toevoegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekent negatief geladen ?

A

Er zijn teveel elektronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk symbool heeft spanning ?

A

U

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk symbool heeft Stroomsterkte ?

A

I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk symbool heeft Weerstand ?

A

R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is energie ?

A

De mogelijkheid om arbeid te verrichten

17
Q

Wat is vermogen ?

A

De hoeveelheid energie die per seconde wordt opgenomen of afgegeven.

18
Q

Welk symbool heeft spanning ?

A

U

19
Q

Welksymbool heeft Stroom ?

A

I

20
Q

Wat is rendement?

A

Rendement geeft aan welk deel van de energie daadwerkelijk nuttig gebruikt word