Methodical Skills Flashcards
Welke uitspraak over het prestatieplan is niet correct?
a) Het prestatieplan is een beschrijving van de te leveren prestaties - inclusief bewijslast in
de vorm van producten - in de context van een specifieke opdracht.
b) In het prestatieplan van het afstuderen staan in ieder geval de prestatie indicatoren pi5,
pi6, pi7 & pi10.
c) Het prestatieplan is een beschrijving van de te leveren prestaties - inclusief bewijslast in
de vorm van producten - in de context van een niet-specifieke opdracht.
d) In het prestatieplan staan de korte opdrachtomschrijving, de aanleiding en de
doelstelling beschreven.
c) Het prestatieplan is een beschrijving van de te leveren prestaties - inclusief bewijslast in
de vorm van producten - in de context van een niet-specifieke opdracht.
Bij welke prestatie indicator hoort de uitspraak die in onderstaand kader staat?
De student is in staat in de context van de opdracht en de omgeving, de
juiste (tussen)resultaten ( rapporten, modellen, ontwerpen, software,
hardware, gegevens) te bereiken en op te leveren.
a) Pi5
b) Pi7
c) Pi6
d) Pi8
c) Pi6
Welke uitspraak over het afnemen van een interview is correct?
a) Een interview bestaat uit 5 fasen.
b) Interviewen is een manier om bij de opdrachtgever te achterhalen wat er daadwerkelijk
aan de hand is.
c) Interviewen wordt niet gebruikt om informatie te valideren.
d) Een interview afnemen tijdens een project doe je alleen als je zelf niets weet over een
onderwerp.
b) Interviewen is een manier om bij de opdrachtgever te achterhalen wat er daadwerkelijk
aan de hand is.
Wat is een nadeel van een gestandaardiseerd interview?
a) De interviewer kan zich niet goed voorbereiden op het interview.
b) Het gesprek kan goed in de hand gehouden worden door de interviewer.
c) De interviewer kan zich goed voorbereiden op het interview
d) De vragen liggen vast waardoor er belangrijke informatie gemist kan worden
d) De vragen liggen vast waardoor er belangrijke informatie gemist kan worden
Bij een interview afnemen gelden een aantal voorschriften. Een daarvan is om
regelmatig in het gesprek door te vragen. Geef aan welke bewering daarover niet klopt.
a) Als je goed doorvraagt, motiveer je de geïnterviewde om door te praten.
b) Met doorvragen toon je aan dat je geïnteresseerd bent in het verhaal van de
geïnterviewde.
c) Doorvragen doe je aan de hand van signaalwoorden.
d) Als je goed doorvraagt hoef je niet veel samen te vatten tussendoor
d) Als je goed doorvraagt hoef je niet veel samen te vatten tussendoor.
Wat is het verschil tussen een waardeoordeel en een veronderstelling?
a) Bij een waardeoordeel geef je een compliment aan de geïnterviewde en bij een
veronderstelling leg je de geïnterviewde woorden in de mond.
b) Er is geen verschil, een waardeoordeel is hetzelfde als een veronderstelling.
c) Bij een waardeoordeel wijs je af of keur je goed wat de geïnterviewde zegt en bij een veronderstelling keur je dat alleen goed.
d) Bij een waardeoordeel keur je goed of af wat de geïnterviewde zegt en bij een veronderstelling leg je de geïnterviewde woorden in de mond.
d) Bij een waardeoordeel keur je goed of af wat de geïnterviewde zegt en bij een
veronderstelling leg je de geïnterviewde woorden in de mond.
Welke uitspraak over desk research is correct?
a) Desk research is hetzelfde als literatuuronderzoek.
b) Desk research is het verzamelen van gegevens door het raadplegen van bestaande
gegevens.
c) Bij desk research mag je alleen gegevens verzamelen die ‘peer reviewed’ zijn (en dus
wetenschappelijk van aard).
d) Overheidsbronnen vallen niet onder desk research.
b) Desk research is het verzamelen van gegevens door het raadplegen van bestaande
gegevens.
Door het onderbouwen van de opdrachtomschrijving en de oplossingsrichting d.m.v.
desk research toon je aan de opdrachtgever aan dat je:
a) De aanpak onderbouwd is vanuit kennis en onderzoek.
b) Geen zin hebt om achter je bureau vandaan te komen.
c) Zelf geen kennis hebt, dus het is beter om hier niet teveel aandacht te besteden.
d) Goed kunt samenwerken.
a) De aanpak onderbouwd is vanuit kennis en onderzoek.
Hoe noemen we het als een letterlijke uitspraak of zin wordt overgenomen door
iemand anders in een stuk tekst volgens de APA-richtlijnen?
a) Citeren
b) Parafraseren
c) Plagiaat
d) Kopiëren
a) Citeren
Welke antwoordoptie beschrijft de correcte definitie van een management
samenvatting?
a) Een managementsamenvatting is een objectieve, zakelijke samenvatting van het
geleverde werk, waarbij hoofdzaken worden gescheiden van bijzaken.
b) Een managementsamenvatting is een samenvatting waarbij het belangrijk is dat de
informatie zoveel mogelijk geïnterpreteerd wordt.
c) Een managementsamenvatting is een subjectieve zakelijke samenvatting van het
geleverde werk, waarbij hoofdzaken worden gescheiden van bijzaken.
d) Een managementsamenvatting is een samenvatting die zowel ingaat op de details als
op de hoofdzaken.
a) Een managementsamenvatting is een objectieve, zakelijke samenvatting van het
geleverde werk, waarbij hoofdzaken worden gescheiden van bijzaken.
In welk hoofdstuk van een management samenvatting beschrijf je de context van de opdracht?
c) Inleiding
Bij productvergelijking is een van de stappen die gevolgd dienen te worden een
‘longlist van bestaande producten’. Wat wordt hieronder verstaan?
a) Criteria waaraan hoe dan ook voldaan moet worden, anders valt het product af.
b) Producten waarvan je weet dat ze op hoofdlijnen voldoen aan de doelen.
c) Criteria die een beschrijving geeft van een aantal producten
d) Producten die voldoen aan de knock-out criteria, waaruit de definitieve keuze
gemaakt wordt.
b) Producten waarvan je weet dat ze op hoofdlijnen voldoen aan de doelen.
Bij een productvergelijking hoort het maken van een vergelijkingsmatrix en hiervoor wordt een generieke aanpak gehanteerd. Bij welke antwoordoptie staan de 6 stappen in de juiste volgorde?
a) Longlist van bestaande producten, Knock-out criteria, Shortlist van bestaande
producten, Selectiecriteria en wegingsfactoren, Productonderzoek, Conclusie.
b) Longlist van bestaande producten, Shortlist van bestaande producten, Knock-out criteria, Selectiecriteria en wegingsfactoren, Productonderzoek, Conclusie.
c) Longlist van bestaande producten, Knock-out criteria, Shortlist van bestaande
producten, Productonderzoek, Selectiecriteria en wegingsfactoren, , Conclusie.
d) Longlist van bestaande producten, Selectiecriteria en wegingsfactoren, Knock-out
criteria, Productonderzoek, Shortlist van bestaande producten, , Conclusie.
a) Longlist van bestaande producten, Knock-out criteria, Shortlist van bestaande
producten, Selectiecriteria en wegingsfactoren, Productonderzoek, Conclusie.
Welke uitspraak over argumenteren is correct?
a) Met een argument maak je een bewering aannemelijk of een mening aanvaardbaar.
b) Een argument is een standpunt dat verdedigd moet worden.
c) Een bewering is een
normatieve uitspraak, een mening is een feitelijke uitspraak die
ter discussie staat.
d) Een argument is een uitspraak waarmee je een bewering aanvaardbaar maakt of een
mening aannemelijk
a) Met een argument maak je een bewering aannemelijk of een mening aanvaardbaar.
Van welke type argumenteren is de tekst in onderstaand kader een voorbeeld? :
k heb ervaring met werken in een groot, internationaal bedrijf door mijn
stage bij de multinational Shell.
a) Meervoudige afhankelijke argumentatie
b) Meervoudige onafhankelijke argumentatie
c) Enkelvoudige argumentatie
d) Meervoudige argumentatie
c) Enkelvoudige argumentatie