Productiekosten En Prijzen Flashcards
Inkoopkosten
De producent koopt een product of grondstoffen in om ze vervolgens tot een eindproduct te maken. De kosten hiervoor zijn inkoopkosten
Brutowinstmarge
Het verschil tussen de ( netto ) verkoopprijs en de inkoopprijs van een product. De brutowinstmarge is uitgedrukt als percentage van de verkoopprijs of van de inkoopprijs
Consumentenprijs ( verkoopprijs inclusief btw )
Dit is de prijs die je in de winkel betaald
Afzet
Het aantal producten dat wordt verkocht.
Omzet
De totale opbrengst van de verkochte producten in een bepaalde periode
Hoe bereken je de omzet
Omzet = verkoopprijs exclusief btw x afzet
Marktaandeel
Marktaandeel van een bedrijf is de afzet van dat bedrijf uitgedrukt in een percentage van de totale afzet in een markt.
Vaste kosten
Veranderen niet als er meer of minder wordt geproduceerd. Denk bijvoorbeeld aan huur
Variabele kosten
Veranderen als er meer of minder wordt geproduceerd. Denk aan loon. Hoe meer uren iemand werkt hoe meer loon diegene krijgt
Bedrijfskosten
De vaste en variabele kosten zijn bij elkaar opgeteld
Voorbeelden van bedrijfskosten
- huisvestingskosten
- loonkosten
- in- en verkoopkosten
- leveringskosten
- afschrijvingskosten
Huisvestingskosten
Dit zijn alle kosten die samenhangen met de huisvesting, zoals huur van een pand
Loonkosten
Dit zijn alle kosten voor de arbeid van medewerkers
In- en verkoopkosten
Dit zijn alle kosten die te maken hebben met de inkoop en de verkoop van het product, zoals marketingkosten
Leveringskosten
Om het product in de winkel of bij de klant te krijgen zullen er bijvoorbeeld transportkosten bijkomen