Proces Van Verkiezingen Flashcards

1
Q

Alle politieke partijen beginnen campagne te voeren om stemmen te krijgen…Wat doen ze in die campagne?

A

Ze proberen dan hun beste kant te laten zien en positief in de media te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar voor dient een campagne eigenlijk?

A

Om hun programma naar voren te brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een oproepingsbrief?

A

Een brief die elke stemgerechtigde Belg (boven de 18) krijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke informatie wordt gegeven in een oproepingsbrief?

A

Dat de burger moet stemmen, waar en wanneer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom gaan burgers naar een stembureau?

A

Om hun stem uit te brengen voor een bepaalde partij of een bepaalde persoon van een partij.
(Per instelling moet er apart gekozen worden.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt een opkomst plicht in?

A

Dat je verplicht bent om te gaan stemmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kan er gebeuren als je je plicht om te gaan stemmen niet na komt?

A

Dan kun je een straf of boete krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe verloopt een lijst-/ kopstem?

A

Dan kleur je een bolletje in.

> Hierbij geef je aan akkoord te gaan met de bestaande volgorde van de kandidaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een naam-/voorkeursstem?

A

Als je op een bepaalde kandidaat stemt.

Let op!
Een voorkeursstem op meerdere kandidaten telt nog steeds als één stem op die partij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoeveel naam-/ voorkeursstemmen kun je geven?

A

Je kunt binnen één lijst zoveel bolletjes kleuren als je wilt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is den lijsttrekker?

A

Dat is de hoogst geplaatste persoon op de kandidatenlijst van een politieke partij bij de verkiezingen.
= De politieke leider.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar kun je de lijsttrekker op de kandidatenlijst vinden?

A

Boven aan die lijst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar staat de lijstduwer op de lijsten?

A

Helemaal onderaan de kolom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een volmacht?

A

Dat is een functie die je geeft aan een ander persoon om voor jou te gaan stemmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Mag je een volmacht zomaar aan iemand geven?

A

Neen, je moet er een geldige reden voor hebben.

Vb. Reis, ziekte,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de kiesdrempel?

A

Dat partijen die minder dan 5% halen, niet mee tellen.

> Hun zetels worden dan ingenomen door andere partijen.

17
Q

Wat doet een informateur?

A

Hij moet bij de verschillende winnende partijen mogelijkheden zoeken om een nieuwe regeringssamenstelling te vormen.

18
Q

In opdracht van wie wordt een informateur aangesteld?

A

In opdracht van de Koning der Belgen

19
Q

Wanneer wordt een formateur aangesteld?

A

Als de informateur heeft laten weten dat die bepaalde partijen moeten samenwerken.

20
Q

Door wie wordt die formateur aangesteld? En wie is hij meestal?

A

Deze wordt aangesteld door de partijen zelf. En is vaak de toekomstige eerste minister.

21
Q

Wat is een coalitie/ coalitieregering?

A

Dat is een samenwerking van ministers en staatssecretarissen van twee of meer politieke partijen die op basis van een meerderheid aan zetels in het Parlement een regering vormen.

22
Q

Wie vormen de oppositie?

A

De andere leden van de regering.

> Deze partijen zijn tegen de uitvoerende macht gekant.

23
Q

Wat moet er gebeuren om een wet/ wetsvoorstel doorgestemd te krijgen?

A

Dan moet de meerderheid ervoor stemmen.

> Twee of meer partijen moeten daarvoor samenwerken.

24
Q

Wat wordt er in een regeerakkoord vastgesteld worden?

A

Welke partijen met elkaar samen regeren.

> Ze leggen vast welke partij bevoegd wordt voor welke afdeling, welke dingen ze willen veranderen,…

25
Q

Wat wordt er in het regeerakkoord gezegd qua ministers?

A

Hoeveel ministers een bepaalde partij mag aanleveren.

De partijen kiezen zelf de ministers.

26
Q

Op welk niveau situeert de macht van de koning vooral?

A

Op het federale niveau.

27
Q

Wat bepaald de grondwet ivm de koning en het parlement?

A

Dat de koning onschendbaar is en dat de ministers tegenover het parlement verantwoordelijk zijn voor alle regeringsdaden.