Probleem 4: Wie heeft de broek aan?! Flashcards

1
Q

functionele samenwerking

A

man en vrouw werkte samen, vooral in het ambachtelijk bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vrouwenlisten

A

afbeeldingen waarop de vrouw haar man vernederd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

heilige anna

A

zij was een voorbeeld voor een goede moeder en huisvrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

emancipatie

A

het streven naar een volwaardige plaats in de samenleving vanuit een achtergestelde positie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

natuurlijk gezag

A

ouders leerden zelf vaardigheden aan hun kinderen aan voor later

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

copernicaanse omslag

A

ipv dat kinderen blindelings aan de normen van de volwassen gemeenschap moesten voldoen, werden kinderen gezien als autonome wezens die verzorgd en gestuurd moeten worden door ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

domestic ideology

A

het idee dat man en vrouw verschillende taken hadden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

patriarchische gezinnen

A

de man had meer gezag binnen het gezin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kinderwetje van van houten

A

kinderen onder de 12 mochten niet meer werken in de fabriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly