Probleem 1: Van nature goed of slecht? Flashcards

1
Q

humanisme

A

hoge waardering van de mens en zijn capaciteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

homo universalis

A

ideaal van een brede, algemene geleerdheid naar het voorbeeld van de griekse opvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

reformatie

A

god bepaalt het lot van een persoon, menselijke ziel belast met erfzonde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

theocentrisme

A

god is de kern van ons wereldbeeld. dit denkbeeld was vooral aanwezig aan het begin van het humanisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

antropocentrisme

A

de mens is de kern van ons wereldbeeld. dit denkbeeld was vooral later in het humanisme aanwezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

empirisme

A

alle kennis bevestigen door zintuigelijke waarneming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

rationalisme

A

de rede was de meest betrouwbare vorm van kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verlichting

A

kennis en rede moesten zegevieren over onwetendheid, bijgeloof en armoede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

deisme

A

de leer die stelt dat god wel de wereld heeft geschapen, waar niet meer rechtsstreeks ingrijpt. alleen natuurwetten hebben invloed op de wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

pietisme

A

leven in eenvoudige vroomheid is belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

sociaal contract

A

verlichting

de natie werd gezien als een verzameling van individuele burgers die met elkaar een contract aangingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

predestinatieleer

A

het idee dat vooraf bestemd zoou zijn wie na het leven naar de hemel en hel zou gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

sociale verantwoordelijkheid erasmus

A

erasmus verwachtte van de rijken dat zij talentvolle arme kinderen de kans geven op goed onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

negatieve opvoeding

A

het kind wordt weggehouden van de maatschappij. de opvoeding moest de oorspronkelijke toestand zoveel mogelijk herstellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

filantropijnen

A

duitse pedagogen die zich inzetten voor onderwijsvernieuwing. zij proberen de ideeen van rousseau in praktijk te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly