Probleem 4 – Concepts Flashcards
Wat is een categorie?
Een set objecten die op de een of andere manier als gelijkwaardig kunnen worden behandeld. De meeste categorieën delen echter niet slechts één eigenschap,
maar veel eigenschappen
Bijvoorbeeld je weet dingen over een Toyota-auto, zelfs als je alleen andere automerken kent, omdat verschillende auto’s vergelijkbare kenmerken hebben
Wat zijn concepten?
De mentale representaties die we vormen van categorieën. Met concepten kunnen mensen wat ze hebben geleerd over een beperkt aantal objecten uitbreiden naar een oneindige reeks items
Bijvoorbeeld weten hoe je een stoel moet gebruiken, ongeacht hoe de stoel eruit ziet
Uit welke 2 delen bestaat een goed gedefinieerde categorie?
De noodzakelijke kenmerken voor het lidmaatschap van een categorie; wat moeten objecten hebben om bij de categorie te horen? Bijvoorbeeld: Een hond heeft vier poten, is een dier en blaft;
Die kenmerken moeten samen voldoende zijn voor lidmaatschap; als een object die kenmerken heeft, dan zit het in de categorie. Bijvoorbeeld: Een dier met vier poten dat. blaft, is een hond.
Wat zijn de voordelen van concepten in het dagelijkse leven?
Ze dienen als een soort mentale shortcut die snel en efficiënt begrip mogelijk maakt;
Ze stellen ons in staat verder te gaan dan het huidige moment en voorspellingen te doen (bv. “Ik ga naar een realityshow kijken” roept meteen ideeën op als “een show met echte mensen in plaats van acteurs”);
Ze ondersteunen nieuw leren (bijvoorbeeld het vormen van een nieuwe categorie”).
Ze zijn belangrijk voor de communicatie (bijvoorbeeld “restaurant koffie” en “echte koffie”).
Welke typen categorieën zijn er?
Natuurlijke categorieën
Atrefact categorieën
Ad-hoc categorieen
Wat houden natuurlijke categorieën in?
Categorieën die van nature in de wereld voorkomen; ze definièren in wezen zichzelf. Leden binnen dit soort categorieën lijken belangrijke kenmerken te delen. Bijvoorbeeld: Bloemen, dieren, bomen;
Wat houden artefact categorieën in?
Categorieën die objecten bevatten die door mensen zijn ontworpen of uitgevonden om bepaalde functies te vervullen. Leden binnen dit soort
categorieën lijken niet dezelfde soort basisfuncties te delen. Bijvoorbeeld: Gereedschap, sport, meubels;
Wat houden ad-hoc categorieën in?
Categorieën die gevormd zijn in dienst van een bepaald doel. De leden van de categorie hechten zich alleen aan hun relatie tot de betreffende context.
Deze categorieën worden ‘ad hoc’ genoemd omdat ze alleen voor een doel zijn gevormd.
Leden binnen dit soort categorieën lijken vrij laag te zijn in termen van hun gelijkenis. Bijvoorbeeld: Dingen die mensen meenemen op vakantie, emotionele gevangenissen (metaforisch concept).
Wat zijn fuzzy categorie grenzen?
Hampton ontdekte dat leden en niet-leden van een categorie een continuüm vormen, zonder duidelijke breuk in het lidmaatschap.
Ook hebben veel onderzoekers borderline-items gevonden: items die niet duidelijk binnen of duidelijk
buiten de categorie vallen. Dit zou te maken hebben met dat voor categorieën er geen duidelijke grenzen zijn;
Wat zijn typischeheid categorie grenzen?
Zelfs onder items die duidelijk in een categorie vallen, lijken sommige “betere” leden te zijn dan andere. Onder de vogels zijn bijvoorbeeld roodborstjes en mussen heel typerend. Struisvogels en pinguins daarentegen zijn erg atypisch. Het meest typische item in een categorie wordt het prototype genoemd.
Wat zijn borderline items?
Borderline-leden: Voorwerpen die niet duidelijk in of duidelijk uit de categorie vallen.
- Mensen veranderden van gedachten over borderline items - tot 22 procent van de tijd.
- Dus mensen zijn het dus niet alleen niet met elkaar oneens over borderline items, ze zijn het ook niet met zichzelf eens!
- Als gevolg hiervan zeggen onderzoekers vaak dat categorieën wazig zijn, dat wil zeggen dat ze onduidelijke grenzen hebben die in de loop van de tijd kunnen verschuiven.
Wat is het verschil tussen typische en atypische leden?
Denk aan het meest typische categorie lid: Dit wordt vaak het categorieprototype genoemd. Items die steeds minder op het prototype lijken, worden steeds minder typisch. Op een gegeven moment worden deze minder typische items zo atypisch dat je begint te twijfelen of ze überhaupt in de categorie vallen.
- Typerende leden: Vogels Mussen en roodborstjes.
- Atypische leden: Vogels Struisvogels en pinguïns.
Welke invloeden heeft typischheid op cognitie?
Typische items worden vaker beschouwd als leden van de categorie;
Snelheid van categorisatie is sneller voor typische items;
Typische leden worden geleerd voordat atypische leden worden geleerd;
Een categorie leren is gemakkelijker wanneer er typische voorbeelden worden gegeven;
Bij taalbegrip worden verwijzingen naar typische leden gemakkelijker begrepen;
Bij taalproductie hebben mensen de neiging om typische items voor atypische items te
zeggen.
Wat is de familiegelijkenis theorie van Rosch en Mervis en hoe verklaart het wat iets typisch maakt?
De familiegelijkenis theorie van Rosch en Mervis stelt dat items typisch zijn als ze kenmerken hebben die vaak voorkomen in de categorie waartoe ze behoren en geen kenmerken hebben die vaak voorkomen in andere categorieën. Bijvoorbeeld, mussen zijn typisch voor de categorie vogels omdat ze kenmerken hebben die vaak voorkomen in die categorie, zoals vliegen en in nestjes leven, en ze hebben geen kenmerken die in andere categorieën thuishoren.
Waarom is frequentie niet de belangrijkste variabele die bepaalt wat typisch is volgens de familiegelijkenis theorie?
Frequentie heeft enig effect op het bepalen van wat typisch is, maar het is niet de belangrijkste variabele volgens de familiegelijkenis theorie.
Typischheid komt voornamelijk voort uit de aanwezigheid van kenmerken die vaak voorkomen in de categorie en het ontbreken van kenmerken die vaak voorkomen in andere categorieën.
Geef een voorbeeld van typischheid volgens de familiegelijkenis theorie.
Een voorbeeld van typischheid volgens de familiegelijkenis theorie is een mus. Een mus is typisch voor de categorie vogels omdat het kenmerken heeft die vaak voorkomen in die categorie, zoals vliegen en in nestjes leven, en het heeft geen kenmerken die in andere categorieën thuishoren, zoals niet goed kunnen zwemmen of vinnen hebben.
Wat is de voorkeur voor het basisniveau van categorisatie?
De voorkeur voor het basisniveau van categorisatie verwijst naar het niveau in een categoriehiërarchie dat niet te klein (ondergeschikt) en niet te groot (bovengeschikt) is, maar precies goed. Bijvoorbeeld, in plaats van “bureaustoel” of “meubel” gebruiken mensen vaak het basisniveau “stoel” om objecten te labelen. (Goldilocks-effect)
Hoe kan het basisniveau van categorisatie worden geïdentificeerd?
Het basisniveau van categorisatie kan worden geïdentificeerd door deelnemers te vragen welk woord het eerste in hen opkomt wanneer ze een object moeten labelen. Het woord dat op basisniveau wordt gebruikt, is het eerste dat in hen opkomt en wordt het meest natuurlijk en gemakkelijk geacht.
Waarom zijn categorieën op basisniveau gemakkelijker te leren en te identificeren voor mensen?
Categorieën op basisniveau zijn gemakkelijker te leren en te identificeren omdat ze een optimale balans bieden tussen specificiteit en generaliteit. Ze bevatten voldoende specifieke kenmerken om objecten van elkaar te onderscheiden, terwijl ze ook breed genoeg zijn om meerdere objecten te omvatten. Dit maakt het voor mensen gemakkelijker om objecten snel en efficiënt te herkennen en te benoemen.
Is het basisniveau van categorisatie universeel voor alle mensen?
Nee, het basisniveau van categorisatie is niet universeel. Het hangt af van de kennis en interesse van mensen in bepaalde categorieën. Bijvoorbeeld, experts in een bepaald vakgebied, zoals vogelkenners, gebruiken vaak meer specifieke woorden op basisniveau (bijvoorbeeld: “mus” in plaats van “vogel”) dan mensen zonder gespecialiseerde kennis in dat vakgebied.