Probleem 1 - Inner Drives Flashcards
Freudian slip
jezelf verspreken (speech). Wijst op onbewuste verlangens. Verlangens zitten in id.
Wat is ‘‘The structural model’’ van Freud
Freud zijn visie op persoonlijkheid. Bestaat uit het id, ego en superego.
leg ‘‘id’’ uit
id is vanaf de geboorte aanwezig. Bevat driften en instincten. id streeft naar onmiddellijke bevredeging–> ‘‘pleasure principle’’. Onbewuste verlangens(sex,dorst)
Wat is primaire proces thinking?
Denken van de id, niet verbonden aan de realiteit
Wat is ‘‘wish fullfilment’’ ?
persoon object, mentaal beeld zorgt voor een tijdelijke voldoening. (vb: honger hebben, denken aan hamburger –> kort durende bevrediging)
Wat is ‘‘eros’’?
overleven, reproduceren en genieten. Zit in het ‘‘id’’
Wat is ‘‘Thanatos’’?
wens om terug te gaan naar het levenloze niets. Kwaadaardige kant van de id
wat is het ‘‘preconscious’’?
Gedachten/herinneringen waar je niet direct aan denkt maar wel makkelijk ophaalt ( vb: je eigen telefoonnummer)
Wat is het unconscious?
Volgens freud het grootste gedeelte van het menselijk brein. Informatie waar je niet aan denkt en die lastig op te halen is.
Wat is het conscious?
Het bewuste brein. voornamelijk gedachtes gevoelens en percepties
Wat is het superego?
bevat waarde en normen. Functioneert tot de orde (sociaal wenselijk). morele principes, sociaal geaccepteerd beeld. Binnen het superego bevindt zich het ‘‘ik-ideaal’’. vrijwel gelijk aan het geweten
wat is Introjection
het overnemen van normen en waarden uit je sociale omgeving.
wat is het ego
ego staat ten dienste van het id. Houdt de id aan de realiteit. Staat in direct contact met de wereld om ons heen. Functioneert zowel bewust als onbewust.
Wat is het realiteitsprincipe
hoort bij het ego. Beheerst driften en past zich aan, aan de verwachtingen van anderen waarbij je risico’s afweegt.
wat is catharsis
in een impuls al je emoties eruit gooien. Id neemt over. Wanneer vindt dit plaats? Wanneer een opbouwende spanning plaatsvindt, energie kan nergens anders naartoe (vaak in de vorm van agressie). Catharsis vindt plaats als de défense mechanismen niet werken.
Wat zijn defense mechanismes
Zijn manieren vanuit het ego om angstgevoelens te verminderen
leg uit: repressie/repression
Voor het tentamen zeggen dat het goedkomt, jezelf geruststellen, ondanks je je niet goed hebt voorbereid en er dus rede is tot paniek. Verdringen van gedachtes zodat geen paniek ontstaat, jezelf beschermen. DIT IS GEHEEL ONBEWUST
Wat is ‘’ supression’’?
Zelfde als repression, maar dan in het BEWUSTE
leg uit: Ontkenning/denial
Het ontkennen van een situatie die angst veroorzaakt.
Projectie
eigen gedrag/situatie projecteren op iemand anders. Voorbeeld je gaat zelf vreemd, je vriendin ervan beschuldigen dat zij vreemd gaat
False consesus effect ( link met projectie )
Refereert naar de neiging dat veel mensen gelijk zijn aan hun. (gedrag zelf vertonen, dan doet iemand anders het wss ook)
Rationalisatie
Probeert goed te praten. Motief van je eigen gedrag verdraaien. Slecht cijfer voor toets geeft anxiety, maar zegt tegen jezelf ik heb slecht geslapen, dus vandaag niet goed gemaakt.
Intellectualisatie
gedachten scheiden van emoties. analytisch jezelf loskoppelen van het emotionele aspect van situatie door logica te gebruiken. vb: iemand overlijdt en je gaat alles opzoeken over zijn ziekte om er niet over te hoeven denken
sublimatie
een andere uitlaatklep zoeken om driften te onderdrukken. zin in sex–> je gaat de tuin opruimen
Verschuiving
emotie door situatie of persoon afreageren op iets anders dan bron van emotie
reactieformatie
Het gaat uit tussen jou en je partner, ipv huilen voel je opluchting en blijdschap. Je uit precies de tegenovergestelde emotie als waar hun onbewuste verlangens liggen.
Regressie
Terugkeren naar 1 van de eerdere ontwikkelingsfases. Terug gaan naar fixatie. Boos zijn –> met dingen gooien.
Objectieve angst
angst voor dingen die echt bestaan. Voorbeeld: Angst gebeten worden door een hond.
Neurotische angst
angst dat je ego je id niet onder controle kan houden, wat leidt tot uiting driften. Voorbeeld: Nodig naar de wc, geen plek kan gevonden worden, dus je bent bang dat je je behoefte op een ongepaste plek gaat doen. fobieën, sociale angst, obsessieve compulsieve angsten.
Morele angst
conflict tussen ego en superego. Schuldgevoel dat je de waarden van je superego niet hebt uitgevoerd. Eetstoornissen (anorexia en boulimia).
5 stages van psychoseksuele ontwikkeling
Oraal, anaal, fallisch, latentie, genitaal
Oral stage en fixatie
geboorte tot 18 maanden. Begint de interactie met de wereld. Conflict met de moeder, loskomen van de moeder. Vanaf de geboorte ervaar je grootste plezier via de mond. Eind van de stage dus los van de moeder, geen borstvoeding. Los van directe bevrediging. Stel stage loopt niet goed: fixatie (mensen kunnen nagelbijten, kan niet stoppen met roken). Hoe kan die fixatie opgelopen worden binnen de orale fase? opgelopen trauma, weggehaald van de moeder, gebrek aan nabijheid, te lang of kort borstvoeding, moeite met afleren. Iets gaat mis in het loskomen van de moeder. (Id, je bent geboren met enkel je id, gericht op directe bevrediging). Geen remming op behoeftes.
Anal stage en fixatie
18 maanden tot 3 jaar. Toilet training en controle krijgen over behoeftes.Conflict: hameren erop dat toilettraining goed moet gaan. Extreem goed opvolgen is heel netjes, dwangmatig. Niet goed juist heel rommelig en vijandig. Wordt ingegaan op hoe je het aangeleerd krijgt. Beloningen= minder fixatie. Straf zou kunnen leiden tot meer trauma’s gedurende de fase
Phallic stage en fixatie
3 jaar tot 5 jaar. Begint seksueel genot. Meer bezig zijn met eigen lichaam ontdekken, geslachtsdelen. Twee conflicten: mannen willen op de vader lijken en vrouwen kunnen flirterig worden. Fixatie: mannen gaan veel vrouwen versieren en de vrouwen gaan veel flirten. De man streeft naar macht. Vrouwen daddy issues. Vrouwen stellen zich heel erg verleidelijk op.
Edupos complex
Fixatie in de fallische fase. zoon wil de moeder voor zichzelf, strijd met vader. Zoon zoekt iemand die lijkt op moeder. Zoon wordt verliefd op moeder ipv strijd voeren met vader, gaan ze juist proberen op de vader te lijken (normen en waarden overnemen). Castratie angst
Electra complex:
isjes willen hun vaders geslachtsdeel. Hebben affectie naar de vader omdat hij een piemel heeft. Nemen de moeder kwalijk voor het niet hebben van een piemel. De dochter identificeert zich dan met de moeder, zodat er meer toegang is tot de vader. Voornamelijk jaloezie. - Penisnijd
Latentie fase
vanaf 6 jaar tot de tienerjaren. Phallic stage neemt af, je hebt minder drive. Kinderen zijn meer gericht op sociale aspecten. Uiteindelijk wordt de phallic stage weer intenser
Genital stage
puberteit tot de dood. Je wordt seksueel actief. In deze fase komen de fixaties terug, als er iets mis is gegaan in een van de voorafgaande fases
Kritiek op Freud:
Oncontroleerbaar, Je kan geen bewijs tegen deze theorie inbrengen. Zowel alles en niets verklaren.
Er worden geen specifieke voorspellingen gedaan, geen mogelijkheid tot experimentele onderbouwing
Theorie gebaseerd op ideeën, niet echt feiten (subjectief)
Metaforisch opgeschreven
Biased, vooroordelen (zelf misbruik)