prestatiemanagement Flashcards

1
Q

Wat zijn SMART-doelen?

A

SMART-doelen zijn Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden​​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom zijn te gemakkelijke doelen demotiverend?

A

Te gemakkelijke doelen kunnen leiden tot bore-out, een vorm van verveling en demotivatie​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het risico van te moeilijke doelen?

A

Te moeilijke doelen kunnen leiden tot verlies van zelfvertrouwen en uiteindelijk burn-out​​.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke drie voorwaarden zijn essentieel voor goede prestaties volgens de functioneringscyclus?

A

Competentie, complexiteit aankunnen, en feedback krijgen​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het belang van een rechtvaardig waarderingssysteem?

A

Een rechtvaardig waarderingssysteem verhoogt de tevredenheid en prestaties van werknemers​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is taakcrafting?

A

Taakcrafting is het zelf in kaart brengen van kansen en bedreigingen om doelen te bereiken, zoals meer werken, bijscholen, of op andere tijdstippen taken doen​​.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt relationele crafting in?

A

Relationele crafting is het creëren van een warme organisatie door bijvoorbeeld een goede sfeer en pauzes​​.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is cognitieve crafting?

A

Cognitieve crafting houdt in dat een werknemer zich als deel van het geheel ziet, zijn werkidentiteit uitbreidt en affectiviteit met het product verhoogt​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de drie componenten van de verwachtingstheorie van Vroom?

A

Expectancy (verwachting), instrumentaliteit, en valence (waardering)​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt instrumentaliteit in binnen Vroom’s theorie?

A

Instrumentaliteit betreft de mate waarin een werknemer gelooft dat goede prestaties zullen leiden tot de gewenste beloning​​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is legitieme macht in leiderschap?

A

Legitieme macht is gezag gebaseerd op hiërarchie en formele rechten​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is expertisemacht?

A

Expertisemacht is invloed gebaseerd op kennis en vaardigheden​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is referentiemacht?

A

Referentiemacht is invloed door respect en vertrouwen, en wordt vaak gezien bij inspirerend leiderschap​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de drie universele behoeften volgens de zelfdeterminatietheorie?

A

Autonomie, competentie, en verbondenheid​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kan een leidinggevende autonomie bij werknemers bevorderen?

A

Door werknemers inspraak te geven in hoe ze doelen bereiken, hun werkuren en teamleden te kiezen, en welke opleiding ze volgen​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is intrinsieke motivatie?

A

Intrinsieke motivatie is motivatie die voortkomt uit het plezier en de voldoening die de taak zelf bied

17
Q

Wat is extrinsieke motivatie?

A

Extrinsieke motivatie is motivatie die afhankelijk is van externe beloningen zoals loon of promoties​

18
Q

Wat is de rol van de leidinggevende in de functioneringscyclus?

A

De leidinggevende is verantwoordelijk voor het behalen van doelen, het creëren van een goed en veilig werkklimaat, en het voorbereiden van het team op toekomstige uitdagingen​

19
Q

Hoe kan een leidinggevende effectief feedback geven?

A

Door lange-termijndoelen helder te maken, kortetermijndoelen af te stemmen, en vertrouwen te verhogen met haalbare “quick wins”​

20
Q

Wat is de equity theory?

A

De equity theory stelt dat werknemers tevreden zijn als de ratio tussen hun input (inspanning) en output (beloning) gelijk is aan die van vergelijkbare anderen​​.

21
Q

Wat zijn manieren waarop werknemers inequity kunnen bijsturen volgens de equity theory?

A

Door hun input te verlagen, output te verhogen, of mentaal bij te sturen door bijvoorbeeld misverstanden op te lossen​

22
Q

Wat zijn de drie types werknemers in de context van equity theory?

A

Benevolents (tolerantie voor onderbeloning), equity sensitives (gevoelig voor output/input ratio), en entitleds (toleranter voor overbeloning)