PR Flashcards

1
Q

C2: Wat is het kernbegrip van PR?

A

Wederzijds begrip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

C2: Vanuit welke benadering is PR ontstaan?

A

De propaganda benadering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

C2: Welke veranderingen in de maatschappen in de 19e eeuw zorgde voor ontwikkelingen? (2 punten)

A
  1. Stakingen leidden tot interne onrust in organisaties.

2. De onderzoeksjournalistiek kwam op en deed onderzoek naar politieke en religieuze stromingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

C2: Als je kijkt naar de vraag: ‘Welke veranderingen in de maatschappen in de 19e eeuw zorgde voor ontwikkelingen? (2 punten)’. Welke kenmerken horen hierbij? (3 punten).

A
  1. De ontdekking van HR en interne communicatie
  2. De ontdekking van Public opinion
  3. Het ontstaan van propaganda.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Van wie komt de volgende definitie van PR: ‘Inform, persuade, adjust, to ingenue consent to develop a smoothly functioning society.’

A

Edward Louis Bernays.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Van wie komt de volgende definitie van PR: PR is developing relationships to help communicate about an organization, an issue,a person or a product, and identifying the anticipated outcomes in order to know how to communicate in the most effective way with different groups of people, at variable times, often through the media, but also through events, individuals and groups.

A

Gordon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Van wie komt de volgende definitie van PR: PR is a management function; it involves planning and problem solving. PR is negotiating points of view and bridging interests

A

Grunig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Van wie komt de volgende definitie van PR: PR is the management of mutual understanding between organization and its publics.

A

Cutlip.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie zegt:

1) Er is een nieuwe publieke sfeer in netwerksamenlevingen. Dit betekend dat de publieke sfeer niet meer geankerd in nationale instituties zit en geconstrueerd rondom massa media systemen en het internet is.
2) Globalisatie is gebaseerd op nieuwe media. Globale bewegingen opstaan en sociale bewegingen en de publieke opinie worden één.
3) Er is een nieuwe publieke sfeer: ontwikkeling van de NGO’s en Sociale Omgevingen

A

Castells (2008)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie zegt:

  1. PR-onderzoek moet interactieve, computer gedreven communicatieprocessen integreren.
  2. PR onderzoek moet erkennen dat organisaties niet consistent bestreden worden in communicatieproces, maar een gevolg zijn van vervlochten interne en externe communicatieprocessen
A

Wehmeier & Winkler (2013).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het alternatieve begrip van PR volgens Wehmeier & Winkler (2013). (2 punten)

A
  1. Organisationele kijk op PR: organisaties gebruiken issue management en communicatie om de organisationele grenzen en identiteiten te stabiliseren.
  2. PR als een second order observatie: hoe de organisatie zijn omgeving en zichzelf observeert en hoe de organisatie wordt geobserveerd door de omgeving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Grundig (2009) veronderstelt een ander PR paradigma. Welke is dat?

A

Een gedragsmatig, strategisch management paradigma. IPV het berichtgevende en pure cognitieve paradigma. Het paradigma van Grunig beschrijft PR als een participant in het organisationele beslissingsproces in plaats van het puur overbrengen van berichten en informatie over beslissingen nadat zij al gemaakt zijn door managers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn belangrijke uitkomsten in het onderzoek van Grunig (2009)? (2 punten)

A
  1. Programma’s van symmetrische communicatie zijn meer succesvol dan asymmetrische communicatie.
  2. De enige manier waarop PR managers cognitieve representaties kunnen managen is door te participeren in het managen/onderhouden van de gedragingen van organisaties en door communicatie met het publiek te onderhouden en deze te laten groeien.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de twee paradigma’s van PR? (2 punten)

A

1) The interpretive/symbolic paradigm (BUFFER)

2) The strategic management/ behavioral paradigm (Bridging).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Van wie zijn de uitspraken:

1: “New Media do not change PR Theory, but facilitate the application of these principles.”
2: PR cannot control perceptions (reputation/image) or create publics

A

GRUNIG (2009)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly