politieke sociologie Flashcards
politiek
wie krijgt wat, wanneer en hoe
= samenkomen om beslissingen te nemen die hen collectief aanbelangen
soorten regels van politiek
permissieve regels: weinig regels, veel mag
restrictieve regels: veel en strenge regels
houden ongelijkheid in stand
regels kunnen veranderen
soorten politieke sociologie
normatief
empirisch
normatieve sociologie
betekenis, waarden, normen en doelstellingen begrijpen
= hoe het zou moeten zijn // streefdoel
doel/ verwachtingen: algemeen voordeel > individueel voordeel
→ goede burger handelt in belang vd SL
empirische sociologie
realiteit beschrijven, verklaren en proberen voorspellen
gebaseerd op sociale feiten
Daron Acemoglu over democratie en innovatie
nut van democratie = prestaties vd economie
economische kracht ve land = mate waarin innovatie (creative destruction) wordt toegelaten
→ economie groeit door een bestaand iets af te breken en vervangen door iets beters
soorten machtsuitoefening
heerschappij
gezag
manipulatie
sanctionering
geweld (fysiek en psychisch)
structureel geweld
J. habermans: machtsvrije SL
als je een machtsvrije sl wil, dan nood aan machtsvrije communicatie:
nu overheersen de economie en staat en dus ook macht
→ we moeten terug focussen op de leefwereld (interpersoonlijke relaties gebaseerd op wederzijdsheid)
R. Forst: macht is noodzakelijk
noumenale macht: moeilijker te identificeren (ideologieën, culturele normen, …)
fenomenale macht: zichtbare macht (wetten maken)
→ macht moet je kunnen rechtvaardigen
elitetheorie (macht)
idee: brede mening vd burgerij kan niet volledig door volk vertegenwoordigt worden
→ besturing van kleine groep die macht onderling verdelen
°zuilen
breuklijnen
basis van politieke partijen
- politiek (kerk vs staat: kerk verliest macht + secularisering)
- cultuur (etnocentrisme: eigen groep als superieur beschouwen)
- communautair (vlaanderen vs wallonie// belgie)
- economisch (arbeid vs kapitaal)
- ecologisch
- ethisch
→ breuklijnen mogen niet samenvallen!!
vervagende breuklijnen
geen verzuiling meer door:
- andere vormen van ontspanning
- men wil niet meer in hokjes leven
- democratisering onderwijs
wel nog klassieke stromingen:
geen convergentie van partijen, netwerken blijven bestaan
maar:
- toetreding nieuwkomers moeilijk maken
- traditionele partijen zijn minder extreem
ideologie:
democratie verdeelt macht
macht = kunnen overtuigen van een idee
dat idee = ideologie
hoe is het nu + problemen?
hoe zou het moeten zijn
hoe gaan we dat bereiken
verschillende ideologieën
liberalisme
socialisme
populisme
conservatisme
nationalisme
christendemocratie
ecologisme
toekomst ideologie?
sl verandert voortdurend: minder voorspelling mogelijk → minder houvast en dus worden ideologieën ‘overbodig’. ze remmen af
maar: door globalisering meer discussie die om ideologieën draait
taken van ideologie:
mogelijkheid voor politieke oriëntatie
→ positie innemen over gevoelige thema’s
→ redeneren over sl, consistentie zoeken met als referentiekader de ideologie
media: invloed op meningen
digitalisatie = wapen: versterkt beeldvorming
→ subjectieve polarisatie doordat mensen extreme standpunten innemen
oorzaak politieke vervreemding
politieke onmacht (weinig participatiemogelijkheden)
weinig transparantie